5.2.6 Sociaal domein

Welke belangrijke ontwikkelingen zien we voor 2023?

Als een inwoner om welke reden dan ook moeite heeft om zelfstandig mee te doen in de maatschappij, dan mag het op de overheid rekenen. Of dat nou tijdelijk is, voor altijd, of omdat het ouder wordt. De gemeente Hengelo ziet het als een belangrijke taak om Hengeloërs bij te staan als dat nodig is. Van huishoudelijke ondersteuning tot hulp bij schulden, van Regiotaxi tot zinvolle daginvulling.

De komende jaren gaat er wel het een en ander veranderen. Enerzijds omdat wij de gemeente weer terug in de wijken willen brengen, anderzijds is er ook een financiële noodzaak. De kosten van de voorzieningen en het aantal mensen dat hier gebruik van maakt, nemen steeds meer toe. Als wij niets doen, komt de gemeente jaarlijks 8 tot 11 miljoen euro tekort. Dat zou betekenen dat wij de zorg voor mensen die dat echt nodig hebben straks wellicht niet meer kunnen garanderen. En dat willen wij uiteraard voorkomen. Daarom gaat de gemeente Hengelo het sociaal domein anders organiseren. Door te zorgen voor meer voorzieningen in de wijk, dichterbij de Hengeloërs. Maar ook door een groter beroep te doen op mensen zelf.

Normaliseren
Soms problematiseren wij misschien wel een beetje teveel. Iedereen lijkt tegenwoordig wel perfect te moeten zijn, maar wij zijn gelukkig allemaal verschillend en iedereen heeft wel iets. En dat het soms in het leven tegenzit, is eigenlijk heel normaal. Daarvoor zou je ook een normale oplossing kunnen zoeken. Een oudere zus die haar broertje af en toe helpt met zijn huiswerk, een voetbalcoach waar een jongere zijn verhaal kwijt kan als het thuis niet zo lekker loopt. Wij zouden tegenslag moeten zien als iets dat bij het gewone leven hoort en vaker oplossingen zoeken in de eigen omgeving. Dit noemen wij normaliseren.

De gemeente Hengelo wil al met al weer meer gaan inzetten op een stevige basis dichtbij huis. Een goed netwerk in de wijk voorkomt veel problemen: school, sport, vrijwilligerswerk, thuiszorg, ontmoetingsplekken. Wij verwachten dat er op die manier minder mensen een beroep hoeven te doen op ondersteuning. En dat betekent dat wij de zorg voor kwetsbaren, voor Hengeloërs die dat echt nodig hebben, kunnen waarborgen. Want laat dat heel duidelijk zijn: de gemeente wil er altijd zijn voor inwoners die het zonder ondersteuning niet redden.

Dit vraagt wel iets van ons allemaal. Van inwoners vragen wij om iets vaker zelf oplossingen te zoeken. Van maatschappelijke organisaties vraagt het een andere manier van werken. Van Hengeloërs die van sociale voorzieningen gebruik maken, vragen wij vaker een eigen bijdrage. En van de gemeente zelf vraagt het een cultuuromslag en het op een andere manier organiseren van de ondersteuning. Zo houden wij Hengelo ook in de toekomst sociaal.

Het Nieuw Hengelo’s Model
De nieuwe manier van werken noemen we het ‘Nieuw Hengelo’s Model’. Dit zijn de belangrijkste vier kenmerken:

  1. Normaliseren: gewone problemen oplossen in het normale, dagelijkse leven. Wij zien tegenslag als iets dat erbij hoort. We maken problemen niet te groot door er meteen een etiket op te plakken en we zoeken eerst hulp in onze eigen omgeving.

  2. Preventie: wat je voorkomt, hoef je achteraf niet te herstellen. Preventie vermindert de behoefte aan zwaardere zorg. Dat scheelt niet alleen in de kosten, maar voor mensen zelf is het voorkomen van problemen natuurlijk ook veel prettiger.

  3. Wijkgerichte aanpak: de gemeente dichterbij de Hengeloërs. We willen meer gebruik maken van wat er in de wijk al is: van scholen en zwembaden tot wijkcentra en huisartsenpraktijken. We organiseren ondersteuning dicht bij huis, in een vertrouwde omgeving en in aansluiting op het gewone leven van de Hengeloër.

  4. Nieuw zakelijk partnerschap: een kleiner aantal organisaties en een ander contract. Door de financiering op een andere manier te organiseren, geven we deze organisaties meer ruimte om hun eigen keuzes te maken, maar ook meer verantwoordelijkheid. We gaan minder afrekenen op individuele trajecten, maar kijken meer naar het resultaat als geheel.

Schematisch ziet het Nieuw Hengelo’s Model er zo uit:

Sociale Basis
Een brede, sociale basis vormt het belangrijkste onderdeel van het model. Daaronder vallen alle aspecten en voorzieningen die bij het dagelijks leven horen. Van school en werk tot buurtzorg en sportverenigingen. De gemeente Hengelo gaat deze voorzieningen (nog) meer organiseren in de wijk zelf, laagdrempelig en dichtbij inwoners. Het idee hierachter is dat we zo problemen voorkomen, dat er minder specialistische ondersteuning nodig is en dat wij op die manier ook kosten kunnen besparen.

Basisondersteuning
Voor de inwoners voor wie de sociale basis niet voldoende is, organiseren wij basisondersteuning. Deze ondersteuning vindt ook zoveel mogelijk plaats in de wijk. De wijkteams vervullen hier een belangrijke rol in. Inwoners kunnen zich op één plek in de wijk melden. Of het nou gaat om vragen over opvoeden, schulden, eenzaamheid of verslaving. Het wijkteam kijkt vervolgens wat er nodig is. Het team kan ook doorverwijzen naar andere instanties of organisaties. Onder de basisondersteuning vallen ook groepsactiviteiten, zoals daginvulling en andere activiteiten waar professionele begeleiding bij aanwezig is. Voorbeelden hiervan zijn de BSO+ (extra ondersteuning binnen de buitenschoolse opvang) en de Wijkhuyzen, waar ouderen elkaar kunnen ontmoeten en samen activiteiten ondernemen. Van inwoners die dit kunnen missen gaat de gemeente bij deze activiteiten een bijdrage vragen. De basisondersteuning sluit aan bij het gewone leven van inwoners en kan – afhankelijk van de behoefte – ook per wijk verschillen.

Maatwerkondersteuning
Tot slot is er maatwerkondersteuning mogelijk als andere vormen van ondersteuning (tijdelijk) niet voldoende zijn. U kunt hierbij denken aan specialistische en individuele ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp en de jeugdreclassering. Met een stevige sociale basis en de basisondersteuning op orde, verwachten wij dat inwoners minder een beroep hoeven te doen op maatwerkondersteuning.

Tussen de sociale basis, de basisondersteuning en de maatwerkondersteuning lopen geen strakke grenzen. Er vindt overal wisselwerking plaats. We doen een tandje erbij als dat nodig is, en we halen dat er weer af zodra dat kan.

Regionale en landelijke context
De inrichting van het Hengelo's model staat niet los van regionale en landelijke ontwikkelingen.
Met betrekking tot de jeugdhulp stellen Rijk, zorgaanbieders, cliënten(vertegenwoordigers), professionals en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) samen de hervormingsagenda Jeugd 2022-2028 op. Het huidige jeugdstelsel is niet houdbaar. Onderdeel van deze hervormingsagenda is de Norm voor Opdrachtgeverschap en de beoogde aanpassingen van de Jeugdwet. Wij zullen bij het verder uitwerken van het transformatieplan rekening houden met de hervormingsagenda.
De Norm voor Opdrachtgeverschap is -verplicht- vertaald in de Regiovisie Jeugdhulp, die alle 14 Twentse gemeenten begin 2022 hebben vastgesteld en die wij hebben belegd bij de Organisatie voor zorg en jeugd in Twente (OZJT). Van daaruit lopen nu twee trajecten die van invloed zijn op ons transformatieplan:

  1. Het opstellen van een meerjarige samenwerkingsagenda, waar het jeugd(hulp)netwerk in Twente samen (door)ontwikkelt op de belangrijke inhoudelijke thema's om te komen tot verbetering in de jeugdhulp;

  2. De (strategische) inkoop van jeugdzorg per 1 januari 2025, waarbij het gaat om specialistische jeugdhulp die wij grotendeels verplicht regionaal moeten organiseren. Belangrijk punt daarbij is de keuze van gemeenten welke ambulante vormen van Jeugdhulp zij wel/niet regionaal willen inkopen via OZJT. In Hengelo zal dit afhangen welke vormen wij als basisondersteuning (in de wijk) kunnen en willen organiseren.

Het opstellen van de regionale inkoopstrategie gaat niet over de Wmo-ondersteuning, omdat gemeenten daarvoor eerst gaan kijken wat zij (meer) lokaal willen gaan inkopen. Ons transformatieplan is daarin duidelijk: wij zijn voornemens alle individuele en groepsbegeleiding als basisondersteuning in de wijk te organiseren.

Wat betreft de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) beschrijft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in een brief aan de Tweede Kamer de hoofdlijnen van de toekomst van de Wmo. Hij stelt vast dat de Wmo een wet is die in de basis goed functioneert en dat de wens is rust in het stelsel te behouden. Wel ziet hij een aantal ontwikkelingen en uitdagingen die wij lokaal herkennen, zoals de steeds complexere zorgvragen, het tekort op de woningmarkt en de functionele en financiële houdbaarheid. VWS is bezig met een Wmo-houdbaarheidsonderzoek. De uitkomsten daarvan kunnen van belang zijn voor het verder uitwerken van het transformatieplan.

De Participatiewet zal worden herzien, met de nadruk op de menselijke maat. Denk daarbij aan een wetswijziging kostendelersnorm. De behandeling van het wetsvoorstel Breed Offensief Participatiewet is uitgesteld. Doel van het wetsvoorstel is te bevorderen dat meer mensen uit de Participatiewet met een arbeidsbeperking aan het werk gaan en blijven.
Met het oog op het terugdringen van de schuldenproblematiek treft het kabinet, samen met gemeenten, uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke organisaties, een breed pakket aan maatregelen. En om mensen met problematische schulden sneller en beter te helpen, verlaagt het kabinet de drempel om toegang te krijgen tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).
Op dit moment zien we dat inwoners in de financiële problemen komen onder meer door de stijgende energieprijzen. Ter compensatie kunnen inwoners met een laag inkomen een eenmalige energietoeslag krijgen. Meer duurzame oplossingen vanuit het Rijk voor de bestaanszekerheid van een steeds grotere groep inwoners krijgen naar alle waarschijnlijkheid vorm in 2023.

Relevante beleidsnota's

Verbonden partijen

Gemeenschappelijke Regeling Gezondheid
Per juli 2021 is de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Gezondheid in werking getreden, dat inmiddels de naam SamenTwente heeft gekregen. Onder SamenTwente vallen de GGD (Gemeenschappelijke gezondheidsdienst), OZJT (Organisatie voor Zorg en Jeugd in Twente) en VTT (Veilig Thuis Twente). Ook wordt gastheerschap geboden aan Kennispunt Twente.
SamenTwente is een organisatie voor en door de 14 Twentse gemeenten. Samen zorgen wij voor inkoop van de juiste (geïndiceerde) maatwerkondersteuning zodat het beschikbaar is voor inwoners die het nodig hebben. En samen werken wij aan de veiligheid en gezondheid van mensen door middel van preventie, (gezondheids)-bescherming en verminderen van gezondheidsverschillen.

Portefeuillehoudersoverleg Arbeidsmarkt (samenwerking Wet SUWI)
De arbeidsmarkt is regionaal en vraagt samenwerking om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zo optimaal mogelijk in te richten en om het Twents economisch profiel te helpen versterken.

Sociaal Werkleerbedrijf Midden Twente (SWB)
Uitvoeringsorganisatie om namens de deelnemende gemeenten een drietal gemeentelijke kerntaken uit te voeren:

  1. Wet sociale werkvoorziening en Nieuw Beschut: Met ingang van 1-1 2015 vindt geen nieuwe instroom meer plaats in de WSW waardoor het aantal medewerkers jaarlijks daalt. Met ingang van 2017 is Nieuw Beschut een wettelijke taak en uitvoering hiervan vindt plaats door SWB.

  2. Arbeidsontwikkeling: De SWB voert in het kader van de Participatiewet arbeidsontwikkeltrajecten uit en ondersteunt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om aan de slag te komen. Hierbij moet regulier werk altijd het uitgangspunt zijn. Wanneer dat (nog) niet haalbaar is kunnen instrumenten als loonkostensubsidie en beschut werk worden ingezet.

  3. Uitvoeringstaken ten behoeve van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte (Gildebor).

Werkplein Twente (Wet SUWI uitvoering)
Vanuit de Participatiewet zijn wij verantwoordelijk voor de begeleiding naar zo regulier mogelijk werk. In het Werkplein werken wij verplicht samen met het UWV om werkzoekenden en werkgevers hierin te ondersteunen.

Stadsbank Oost Nederland
Vanuit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zijn wij verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening aan onze inwoners, inclusief preventie en nazorg. Het doel is mensen schuldenvrij te krijgen en financieel stabiel. De financieel-technische zaken op dit gebied, waaronder budgetbeheer en schuldregelen, zijn overgedragen aan de Stadsbank. Binnen de Stadsbank werken 22 gemeenten samen.

Gemeenschappelijke regeling samenwerking sociale zaken Borne Haaksbergen en Hengelo
Voor de uitvoering van de Participatiewet werken we samen met Borne en Haaksbergen. Naast de verstrekking van bijstand wordt ook uitvoering gegeven aan het re-integratiebeleid en armoedebeleid.

Gemeenschappelijke Regeling Centrumregeling Beschermd Wonen
Per 2023 worden gemeenten lokaal verantwoordelijk voor nieuwe cliënten uit hun eigen gemeente die zijn aangewezen op beschermd wonen. Wij hebben (tesamen met de andere regiogemeenten welke tot en met 2021 nog onder de centrumgemeente Enschede vallen) in 2020 besloten om vanaf 2023 de voorzieningen voor beschermd wonen bovenlokaal te blijven organiseren.

Wat willen we bereiken?

6.1 Meer inwoners doen mee in de Hengelose samenleving en voelen zich verbonden met (mensen in) hun omgeving

6.1.1 Meer inwoners zetten zich in voor de (lokale) samenleving

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Percentage Hengelose volwassenen (18+) dat aangeeft mantelzorg te verlenen (%)

43,2% (2019) 45,5% (2021) 47,3% (2022)

45,5%

45,0%

47,3%1

47,3%

47,3%

47,3%

Percentage Hengelose volwassenen (18+) dat aangeeft vrijwilligerswerk te doen (%)

53,7% (2019) 46,6% (2021) 50,3% (2022)2

46,6%

46,6%

50,3%

53,7%

54,0%

54,0%

  1. Het aantal volwassenen dat aangeeft mantelzorg te verlenen is weer iets gestegen. Wij passen de streefwaarde vanaf 2023 daarop aan.
  2. Nadat het % Hengelose volwassenen dat aangeeft vrijwilligerswerk te doen in 2021 fors was gedaald ten opzichte van 2019, is het in 2022 weer gestegen, maar zit nog niet op het niveau van 2019. Oorzaak van eerst de stijging en nu de daling is het verloop van de Corona-pandemie. Omdat wij niet weten of Corona ons in en na 2023 nog parten speelt, streven wij naar handhaving van het % in 2023 en gaan daarna voor een geleidelijkere verhoging dan wij eerst hadden.

6.1.2 Minder inwoners zijn eenzaam

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2021

2022

202300,0%

2024

2025

2026

Percentage van de Hengelose volwassenen (18-65 jaar) dat aangeeft vaak eenzaam te zijn (%)

2,80% (2021) 5,0% (2022)1

2,80%

2,75%

3,5%

2,75%

2,60%

2,60%

Percentage van de Hengelose ouderen (65+) dat aangeeft vaak eenzaam te zijn (%)

1,70% (2021) 1,90% (2022)

1,70%

1,70%

1,7%

1,70%

1,64%

1,64%

  1. Met name het % volwassenen dat aangeeft vaak eenzaam te zijn is fors toegenomen, bij de ouderen is de stijging gering. Wij wijten dit grotendeels aan Corona. Met het oog op de stijgingen stellen wij de streefwaarden vanaf 2023 bij.

6.2 Meer inwoners in Hengelo redden zichzelf, waar nodig met ondersteuning van de gemeente

6.2.1 Minder inwoners hebben problematische schulden

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:1

(jaar):

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Aantal verwijzingen van Budget Alert naar de Stadsbank in een jaar (aantal)

143 (2019)

n.v.t.

135

130

130

130

130

Percentage verwijzingen voor schuldhulp naar Stadsbank als deel van de totale aanmeldingen voor schuldhulp per jaar in Hengelo (%)

24% (2019)

n.v.t.

22%

21,0%

20%

20%

20%

  1. Deze aantallen en percentage kunnen hoger uitvallen als gevolg van de energiecrisis/ inflatie (koopkrachtdaling).

6.2.2 Meer inwoners maken optimaal gebruik van ons armoedebeleid

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Percentage huishoudens in Hengelo met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum (%)

14,9% (2020)

15,0%

14,9%

14,9%

14,9%

14,9%

14,9%

Aantal Hengelose kinderen (18-) in een gezin met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum (aantal)

1.605 (2020)

1.605

1.605

1.605

1.605

1.605

1.605

Percentage huishoudens met een inkomen tot 120% van het minimuminkomen dat gebruik maakt van één of meer minimaregelingen (%)

50% (2020)

50%

55%

55%

60%

65%

65%

6.2.3 Meer inwoners met weinig kans op regulier werk hebben een (zo nodig aangepaste) baan

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Percentage bijstandsgerechtigden dat in een jaar is uitgestroomd naar betaald werk als deel van het totale aantal bijstandsgerechtigden aan het eind van dat jaar (%)

11,6% (2019) 11,0% (2020)

10,9%

11,0%

11,1%

11,2%

11,2%

10,8%1

Percentage re-integratietrajecten dat tot uitstroom naar betaald werk (deeltijd of voltijd) heeft geleid als deel van het totale aantal re-integratietrajecten (%)

19,9% (2019) 16,2% (2020)

16,4%

16,5%

16,6%

16,7%

16,8%

16,8%

Aantal personen dat betaald werk verricht met een loonkostensubsidie (aantal)

179 (2019) 199 (2020)

230

230

245

255

260

3242

  1. Deze indicator is conjunctuur gevoelig. De percentages bewegen mee met de LTM raming (MEV CPB).
  2. Aantallen vanuit de zomerbrief.

6.2.4 Meer inwoners weten de algemene voorzieningen te vinden1

  1. Algemene voorzieningen zijn voorzieningen, die voor onze inwoners vrij toegankelijk zijn. Dat wil zeggen dat ze geen toestemming van ons nodig hebben om er gebruik van te maken. Algemene voorzieningen kunnen collectief (soms doelgroep gericht) en individueel zijn en zijn altijd voorliggend dan wel aanvullend.
    Voorbeelden van algemene voorzieningen die door de gemeente worden gefinancierd zijn de jongerensoos, (ouderen)sociëteiten, prenatale voorlichting, taallessen, maatschappelijk werk, ouderenadviseur, jeugdgezondheidszorg en begeleide omgangsregeling (voor ouders in scheiding).

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:1

(jaar):

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Percentage inwoners dat aangeeft in de afgelopen 12 maanden actief deelgenomen te hebben aan georganiseerde activiteiten bij organisaties, zoals Wijkracht, sportverenigingen, culturele instellingen, jongerencentra, etc. (%)

68,1% (2019) 55,1% (2021) 63,6% (2022)

55,1%

57,0%

68,1%2

70,0%

72,5%

75,0%

  1. Door uitvoering van het transformatieplan verwachten wij dat deze percentages zullen oplopen. Daarom passen wij ze alvast aan. T.z.t. bijstellen na verdere concretisering transformatieplan.
  2. Wij streven ernaar om dit percentage in 2023 terug te brengen naar het percentage van vóór Corona.

6.2.5 Minder inwoners zijn aangewezen op maatwerkvoorzieningen Wmo en jeugd bij het oplossen van problemen in hun leefsituatie1

  1. Maatwerkvoorzieningen zijn voorzieningen die niet vrij toegankelijk zijn. Het gaat dan om collectieve en individuele (maatwerk)voorzieningen waarvan wij als gemeente vinden dat wij er toestemming voor moeten verlenen. Omdat het specialistische zorg is of omdat het een hele dure zorgvorm is. Maatwerkvoorzieningen die wij financieren zijn bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, dagbesteding, hulpmiddelen, vervoer, schuldhulpverlening, ambulante jeugdhulp, pleegzorg of residentiële hulp.

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:1

(jaar):

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Percentage Hengelose jeugdigen tot 18 jaar dat geïndiceerde jeugdhulp krijgt, t.o.v. het totaal aantal jeugdigen tot 18 jaar (%).

12,60% (2019)

n.v.t.

12,00%

12,00%

11,90%

11,80%

11,70%

Percentage Hengelose inwoners van 18 tot 65 jaar dat een maatwerkvoorziening Wmo krijgt, t.o.v. het totaal aantal inwoners van 18 tot 65 jaar (%).

7,10% (2019)

n.v.t.

7,00%

6,95%

6,90%

6,85%

6,80%

Percentage Hengelose inwoners van 65 jaar en ouder dat een maatwerkvoorziening Wmo krijgt, t.o.v. het totaal aantal inwoners van 65 jaar of ouder (%).

7,10% (2019)

n.v.t.

7,00%

6,95%

6,90%

6,85%

6,80%

  1. Deze percentages zullen lager uitvallen als gevolg van uitvoering van het transformatieplan. T.z.t. bijstellen na verdere concretisering transformatieplan.

6.2.6 Inwoners zijn tevreden over de re-integratievoorzieningen en maatwerkvoorzieningen Wmo en jeugd van de gemeente

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Percentage gebruikers van re-integratievoorzieningen dat tevreden is over het uiteindelijk bereikte resultaat van het traject (%)1

6,5 (2018)

n.v.t.

6,6

6,7

6,8

6,9

6,9

Percentage gebruikers van maatwerkvoorzieningen Wmo dat één of meer positieve effecten van de voorziening ervaart (%)2

77% (2019)

n.v.t.

77%

77%

77%

77%

77%

Percentage gebruikers van geïndiceerde jeugdhulp dat één of meer positieve effecten van de hulp ervaart (%)

97% (2019)

n.v.t.

97%

97%

97%

97%

97%

  1. Het betreft hier de gemiddelde waardering van het uiteindelijk bereikte resultaat van het traject zoals gemeten in het Klanttevredenheidsonderzoek van 2018.
  2. Aan gebruikers van maatwerkvoorzieningen Wmo wordt gevraagd in hoeverre zij door de ondersteuning die zij krijgen (a) beter de dingen doen die zij willen doen, (b) zich beter redden en (c) een betere kwaliteit van leven hebben (maatschappelijke effecten).

Wat gaan we daarvoor anders doen in 2023?

6.1 Meer inwoners doen mee in de Hengelose samenleving en voelen zich verbonden met (mensen in) hun omgeving

6.1.1 Meer inwoners zetten zich in voor de (lokale) samenleving

  • De gemeente Hengelo gaat nieuwe doelgroepen voor vrijwilligerswerk werven, door het bezoeken van bedrijven (promoten bij pre-gepensioneerden) en het trainen van inwoners met een migratieachtergrond. Het aantal vrijwilligers bij het Servicepunt vrijwilligers is na de Corona-periode nog niet op het oude niveau. Het percentage Hengelose volwassenen dat aangeeft vrijwilligerswerk te doen, is ten opzichte van 2021 wel weer gestegen, maar zit nog niet op het niveau van 2019.

  • Wij organiseren minimaal twee bijeenkomsten om vrijwilligers vanuit verschillende achtergronden bij elkaar te brengen. Doel hiervan is meer onderlinge betrokkenheid en uitwisseling van kennis en ervaring.

  • In samenwerking met Wijkracht, die voor Hengelo de mantelzorgondersteuning uitvoert, starten wij een campagne om meer mantelzorgers te bereiken.

  • In Hengelo start (bij Skillz jongerenwerk aan de Mozartlaan) een mantelzorgcafe voor jonge mantelzorgers, een ontmoetingsplek en een plek om gezellige dingen te doen. De behoefte hieraan komt uit een onderzoek onder jonge mantelzorgers. Afhankelijk van de opkomst en de leeftijdsgroepen wordt hieraan invulling gegeven.

  • Mantelzorgers van beginnende dementerenden bieden wij de mogelijkheid deel te nemen aan Into D’mentia: een virtuele manier om kennis te maken met de leefwereld van beginnende dementerenden.

6.1.2 Minder inwoners zijn eenzaam

  • Wij stimuleren en ondersteunen (zo nodig) de sociale basis (zoals bedoeld in het transformatieplan): initiatieven tot samenwerken en netwerkvorming met het bedrijfsleven, sport- en cultuurverenigingen en het onderwijs. Denk daarbij bijvoorbeeld aan ‘Jongeren aan Z’, een initiatief voor en door jongeren. Ook het Platform Zorg en Welzijn ontplooit initiatieven met betrekking tot eenzaamheid.

  • Met de verdere ontwikkeling van de Wijkhuysen, als onderdeel van de basisondersteuning (transformatieplan), zetten wij in op het actief betrekken van inwoners die eenzaam zijn. De sociaal werkers van de Wijkteams, het zorgloket/ de consulenten in de wijk en de vrijwilligers in de Wijkhuysen signaleren thema’s als eenzaamheid en bieden informatie, advies en hulp. Kijkend naar de behoefte van de inwoners in de wijk, zal naast de sociale basis ook groepsgerichte basisondersteuning worden ontwikkeld.

6.2 Meer inwoners in Hengelo redden zichzelf, waar nodig met ondersteuning van de gemeente

6.2.1 Minder inwoners hebben problematische schulden

  • Vooraf: Door de economische crisis/ inflatie daalt de koopkracht van veel Hengeloërs. Met de kennis van nu is het lastig inschatten welk effect landelijke maatregelen hebben om problematische schulden te voorkomen. En wat dit betekent voor ons lokale beleid en uitvoering en eventueel benodigde aanpassingen daarin.

  • De gemeente Hengelo blijft met Vroegsignalering van schulden inwoners actief opzoeken met beginnende schulden. Deze werkwijze breiden wij in 2023 uit met relevante signaalpartners.

  • Onze partner Stadsbank gaat van procesgericht werken naar klant- en resultaatgericht werken. Meer aandacht voor de menselijke maat, niet iedereen is zelfredzaam (zie Zomerbrief 23-NB-6.2).

  • Met het oog op de actualiteit (energiearmoede en inflatie) richten wij als pilot een geldbalie in, laagdrempelig en in de wijk, om het bereik te vergroten. Deze preventieve interventie op zeer korte termijn voorkomt grotere financiële problematiek én mogelijk verdere escalatie, bijvoorbeeld het inzetten van basis- of maatwerkondersteuning.

  • Het Actieplan Bewind is gestart om meer grip op de kwaliteit van bewindvoering te krijgen en de uitgaven te stabiliseren. Het Actieplan Bewind betekent aanscherping bijzondere bijstand, uitvoering Adviesrecht bewind, Pilot Bewind in eigen beheer, voorlichten bewindvoerders en de aanscherping van de toegang tot schuldhulpverlening. Het Adviesrecht bewind wordt geëvalueerd en zal aangepast worden op basis van de resultaten van de evaluatie. Daarop zullen wij onze werkzaamheden aanpassen.

6.2.2 Meer inwoners maken optimaal gebruik van ons armoedebeleid

  • Wij gaan het taboe dat rust op armoede en schulden doorbreken door inwoners zoveel mogelijk te ondersteunen.

  • Wij maken het aanvraagproces van minimaregelingen eenvoudiger. Hiervoor onderzoeken wij de mogelijkheden voor invoering van een stadspas, een jaarlijkse inkomenstoets en automatische toekenning van regelingen.

  • Door de stijging van de energieprijzen ondersteunen wij de inwoners van Hengelo in 2022 met een energietoeslag. Wij blijven de landelijke ontwikkelingen betreffende de energieprijzen en de overige inflatie volgen.

  • In het kader van de transformatie onderzoeken wij in hoeverre wij de kosten voor de bijzondere bijstand en het minimabeleid kunnen beperken of verlagen. Wij passen daarvoor in samenspraak met de raad de bijzondere bijstand en minimaregelingen aan. Niet door de doelgroep die van deze regelingen gebruik maakt te verkleinen, wel door de inhoud van de regelingen en de hoogte van de bijdragen te normaliseren/versoberen. Wij overwegen om, waar mogelijk en waar omstandigheden dat toelaten, bepaalde verstrekkingen uit het minimabeleid te halen, bijzondere bijstand voor bepaalde kosten niet langer ‘om niet’ te verstrekken of de hoogte van de bijdragen aan te passen.

6.2.3 Meer inwoners met weinig kans op regulier werk hebben een (zo nodig aangepaste) baan

  • Om jeugdwerkloosheid tegen te gaan, komen wij steeds meer tot een sluitende aanpak met scholen. Zo hebben wij al een specifieke aanpak voor leerlingen van de VSO/Pro-scholen. Daarnaast zorgen wij voor een warme overdracht van school naar arbeidsmarkt voor jongeren van het ROC die dat nodig hebben. Ze krijgen daarbij de noodzakelijke ondersteuning. Daarbij is vooral de situatie op de vijf leefgebieden van de jongere bepalend voor de passende ondersteuning. Niet zozeer wel of geen startkwalificatie.

  • Wij zetten in de arbeidsmarktregio Twente vol in op een Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Samen met de belangrijkste partners zoals werkgeversorganisaties, vakbonden, onderwijsinstellingen en UWV werken wij aan actielijnen die voortkomen uit onze gezamenlijke Twentse visie op een LLO om in Twente een optimale leercultuur te creëren. Doel is iedereen in een snel veranderende arbeidsmarkt arbeidsfit te maken of te houden en werkgevers van goed gekwalificeerd personeel te voorzien.

  • Wij optimaliseren in samenwerking de keten UWV-Uitvoeringsorganisatie-SWB-Werkplein om ons reïntegratie-instrumentarium effectiever in te zetten en betere matches naar werk te kunnen maken. De optimalisatie van de keten stelt ons in staat betere matches naar (betaald) werk voor een complexer wordende doelgroep te maken.

  • In het verlengde van het bovenstaande begeleiden wij inwoners die aan het werk kunnen, nog meer dan nu het geval is, direct naar werk. Pas als het niet lukt de inwoner direct naar werk te begeleiden, verstrekken wij een uitkering. Ook bij een aanvraag voor een Wmo-voorziening of jeugdhulp gaan wij kijken naar mogelijk arbeidspotentieel.

6.2.4 Meer inwoners weten de algemene voorzieningen te vinden

  • Wij ontwikkelen basisondersteuning in de wijken en integreren bestaande voorzieningen waar mogelijk, zodanig dat wij minder (en op termijn geen) OB1 meer hoeven te indiceren. Dicht bij huis, laagdrempelig en in aansluiting op het gewone leven (normaliseren).

  • Met het project Versterken Voorliggend doen wij alvast ervaringen op met de Wijkhuysen. Wij bestendigen de Wijkhuysen die er zijn en gaan deze in 2023 verder ontwikkelen tot - op de wijk gerichte - basisondersteuning, waardoor nog meer inwoners er terecht kunnen voor daginvulling, activiteiten en ontmoeting, ondersteund door professionals en vrijwilligers.

  • Wij onderzoeken daarbij de mogelijkheden gebruik te maken van andere voorzieningen, zoals zorginstellingen, sport- en cultuurverenigingen, scholen, huisartsenpraktijken, kortom wij verbinden de basisondersteuning en de sociale basis met elkaar.

  • In aansluiting op het normaliseren, organiseren wij in verschillende wijken bijeenkomsten voor inwoners en professionals om de acceptatie van mensen met een psychische aandoening te vergroten.

  • Op basis van de evaluatie van het actieplan preventie jeugd werken wij verder met onze netwerkpartners (lerend netwerk) aan de Stamtafel Jeugd (op management/beleidsniveau) en aan de Jeugdtafels (op uitvoeringsniveau). Wij verbinden de diensten en het aanbod van deze partners beter met de sociale basis en de op te zetten basisondersteuning in onze wijken. Ook hiervoor geldt dat wij minder OB1 gaan indiceren.

  • Wij geven samen ook uitvoering aan diverse preventie-activiteiten voor jeugd. Denk daarbij aan de (groeps)bijeenkomsten en trainingen die Mediant organiseert, bijvoorbeeld voor kinderen van ouders met psychiatrische problematiek (KOPP) en jongeren met depressieve klachten (GRIP op je DIP). Of aan het spreekuur van samenwerkende partijen (o.a. HALT, Tactus en Wijkracht) op het C.T. Stork-college.

  • Wij zullen meer gaan werken met wijkteams. Er zal één voordeur zijn waar inwoners zich kunnen melden, maar daarachter zal een verdeling zijn in jeugd & gezin en Wmo & schuldhulpverlening. Voor jeugd is dit nieuw en zullen de wijkteams bestaan uit gezinswerkers die in de wijk werken. Voor Wmo zullen deze bestaan uit de huidige wijkteams van Wijkracht, consulenten (en regisseurs) van de gemeente en uit professionals werkzaam bij aanbieders. Ook verwijzing naar participatie, of werk en inkomen vindt hier plaats. De wijkteams bieden ondersteuning en zorg dichtbij huis en op maat aan de inwoner, die – waar dit kan – zelf de regie voert over de hulp die hij of zij krijgt.

  • Voor de oudere jeugd richten wij stedelijke teams in het onderwijs op. Deze sluiten het beste aan bij de leefwereld en ontwikkelingsfase van de jongere, voor wie de wijk niet langer het ‘speelveld’ is.

  • Wij gaan in 2023 volop inzetten op het preventieteam jeugd en het vindplaatsgericht werken van dit team. Het teams bestaat uit de schoolzorgondersteuners, praktijkondersteuners jeugd bij de huisartsen en de sociaal activeringsmakelaar (preventieteam jeugd), en werkt samen met ons toegangsteam Jeugd & Gezin. Ook voor het jonge kind en met het Voortgezet Onderwijs versterken wij de samenwerking.Het preventieteam biedt ons nu al de kans om volop te investeren op de inhoud van het transformatieplan. Om goed vorm te kunnen geven aan het transformatieplan, zien wij het preventieteam op termijn opgaan in de basisondersteuning.

6.2.5 Minder inwoners zijn aangewezen op maatwerkvoorzieningen Wmo en jeugd bij het oplossen van problemen in hun leefsituatie

  • Door het ontwikkelen van de basisondersteuning (het bestendigen van de Wijkhuysen en de preventie-activiteiten voor jeugd; zie vorige doelstelling) zullen wij de inzet van zorg en ondersteuning vanuit de maatwerkvoorzieningen verminderen, uitstellen of voorkomen.

  • Daarmee zal ook de inzet van de maatwerkvoorzieningenvervoer (van en naar de dagbesteding) verminderen. Wij houden hier al rekening mee met de nieuwe inkoop die in 2023 zal plaatsvinden.

  • Wij zetten actief in op reablement om de instroom in de (huishoudelijke) ondersteuning en hulpmiddelen te beperken. Dat is een manier om samen met de inwoner te werken aan herstel van zijn of haar leven en zelfredzaamheid (en tegen eenzaamheid). Het heeft als doel om mensen zo onafhankelijk mogelijk te maken van ondersteuning en hulpmiddelen.

  • Wij bereiden in 2023 de contractering voor de Wmo-begeleiding voor (vanaf 2025). Voor een groot deel zullen wij ook de maatwerkondersteuning lokaal vorm gaan geven, in aansluiting op de basisondersteuning in de wijken. Wij sluiten regionale contractering voor een kleine doelgroep of een klein deel van de zorgvormen niet uit (bijvoorbeeld wonen en verblijf).

  • Wij moeten de huishoudelijke ondersteuning (HO) in 2023 opnieuw contracteren (contracten lopen per 1 januari 2024 af). Nieuwe contractering voor HO geeft ons de kans met de aanbieders in gesprek te gaan en afspraken te maken over nieuwe werkvormen. Wij denken aan collectieve oplossingen voor doelgroepen of voor een complex of straat. Samenwerking tussen HO aanbieders onderling en samenwerking met overige partijen in de wijk. In de contracteringsfase trekken wij met de meeste Twentse samen op. Daarbij is de keuze gemaakt om aan te sluiten bij het uitgangspunt een p x q financiering, waardoor er optimaal wordt voldaan aan de juridische voorwaarden zoals gesteld door de Centrale Raad van Beroep. Dit past ook goed bij onze inzet op reablement.

  • Op basis van de Strategische inkoopvisie voor jeugdhulp en ons transformatieplan, gaan wij de contractering van de jeugdhulp vanaf 2025 organiseren op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau. In 2023 starten verschillende inkoop- en subsidiëringstrajecten. Wij willen daarbij toewerken naar minder aanbieders, een gedeelde verantwoordelijkheid op de kosten en het onderzoeken en toetsen van aanbieders aan de voorkant van het inkoopproces (om zorgfraude tegen te gaan).
    Voor de meer specialistische en zwaardere vormen van (jeugd)zorg en ondersteuning (denk daarbij aan jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugdzorg plus, Weinig Voorkomende Hoog Specialistische (WVHS) jeugdzorg, (coördinatie op-) crisis- en spoedhulp en Wonen & Verblijf) zullen wij regionaal afspraken blijven maken. Deels ingegeven door een verplichting vanuit het Rijk en vastgelegd in de Regiovisie, maar ook om voldoende ‘body’ te kunnen geven aan deze zorgvormen. Een deel van de (specialistische) ambulante jeugdhulp (OB2/OB3/OB4) zullen wij in eerste instantie nog regionaal blijven contracteren, maar zo lokaal mogelijk, in aansluiting op onze basisondersteuning uitvoeren.

  • Wij werken aan een aantal (boven)regionale opgaven in de jeugdhulp, zoals onder andere de af- en ombouw van residentiële voorzieningen, zoals de Jeugdzorg+ en de drie milieuvoorzieningen (voorziening dat verblijf, behandeling en school/ werk combineert) en aan de aanpak van de wachtlijstproblematiek.

  • Wij werken verder aan het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming ter verbetering en vereenvoudiging van de jeugdbeschermingsketen. Dit doen wij regionaal en samen met de partners in de keten, de gecertificeerde instellingen (GI’s), Veilig Thuis Twente (VTT) en de Raad voor de Kinderbescherming.

  • Wij geven uitvoering aan de Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (WAMS) die in 2023 in werking treedt. Deze wet verankert de coördinerende taak van het college van B en W als het gaat om hulp aan kwetsbare mensen.

  • In 2023 treffen wij verdere voorbereidingen voor de decentralisatie van het beschermd wonen GGZ naar regiogemeenten, die in 2024 plaats zal vinden. Hoewel wij ervoor gekozen hebben de subsidiëring en indicatie van beschermd wonen regionaal te blijven doen (via centrumgemeente Enschede), moeten wij ons lokaal ook voorbereiden. Zo ligt er een opgave in het realiseren van voldoende voorzieningen voor onze Hengelose inwoners die nu op een wachtlijst staan en beroep doen op de Wmo, moeten wij inzetten op meer woningen voor de doorstroom en uitstroom van cliënten, en moet het voorliggend veld voor de GGZ verder ingericht worden. Dit alles vraagt ook om nieuwe of aangepaste werkafspraken met onze partners.

  • In 2023 wordt er sterker ingezet op het realiseren van huisvesting voor kwetsbare inwoners. Er liggen uitdagingen voor verschillende doelgroepen; statushouders, ouderen, inwoners met GGZ problematiek etc. Onderdeel is de verdere voorbereiding voor de decentralisatie van het beschermd wonen GGZ naar regiogemeenten, die in 2024 plaats zal vinden. Zo ligt er een opgave in het realiseren van voldoende voorzieningen voor onze Hengelose inwoners die nu op een wachtlijst staan, en moet het voorliggend veld voor verschillende doelgroepen verder ingericht worden. Dit alles vraagt ook om nieuwe en aangepaste afspraken met onze partners waaronder centrumgemeente Enschede voor de doelgroep GGZ.

    De huidige opgaven uit de notitie ‘wonen en zorg in Hengelo 2019-2025’ worden herijkt en aangepast aan bovenstaande ontwikkelingen.

6.2.6 Inwoners zijn tevreden over de re-integratievoorzieningen en maatwerkvoorzieningen Wmo en jeugd van de gemeente

  • Wij realiseren ons dat de keuzes die wij in het transformatieplan maken onze inwoners raken. Hoewel wij oog houden voor de menselijke maat, aandacht hebben voor een warme overdracht van inwoners die nu ondersteuning ontvangen en maatwerkondersteuning behouden voor kwetsbare inwoner, zullen zij de veranderingen zeker merken. De ondersteuning valt niet weg, maar wordt mogelijk wel anders. Dit kan gevolgen hebben voor de tevredenheid.

  • Wij gaan bewustwording creëren bij onze inwoners, onze partners en ons zelf. Bewustwording over wat inwoners zelf kunnen doen in het oplossen van de (hulp)vragen en de mogelijkheden die de sociale basis daarvoor biedt. Bewustwording ook over dat de gemeente niet (langer) alles oplost en vergoedt en over wat de kosten zijn van (aanvullende) basisondersteuning. Dat wij alleen dan ook op de langere termijn de ondersteuning kunnen blijven bieden voor mensen die dat echt nodig hebben.
    Dit vraagt om goede communicatie en vindbaarheid van de informatie over de sociale basis.

Wat blijven we doen?

Wat blijven we doen?

Ondersteuning jeugd en kwetsbare gezinnen

  • Wij organiseren en faciliteren meerdere acties en activiteiten met onze subsidiepartners om jongeren in een vroegtijdig stadium te kunnen helpen. Daarmee willen wij voorkomen dat ze op de langere termijn (zwaardere) jeugdhulp nodig hebben. Daarbij zoeken wij ze op, op de plekken die voor hen logisch zijn.

  • Wij blijven toekomstplannen maken voor 16,5 - 27 jarigen die (jeugd)hulp en verblijf ontvangen, waardoor zij zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren, bijvoorbeeld op gebied van huisvesting, dagbesteding, financiën en sociale contacten. Zo zorgen wij dat de overgang naar een andere wetgeving goed gemaakt kan worden.

  • Wij kopen in en subsidiëren Jeugdhulp (vrijwillig en gedwongen), lokaal, regionaal en bovenregionaal.

  • Wij voeren lokaal contractmanagement uit en ondersteunen de regionale contractmanagers.

  • Wij blijven complexe gezinnen ondersteunen, via onze wrap-aroundcare aanpak.

  • Op basis van verschillende analyse(s) op de informatie uit ons dashbord blijven wij gericht sturen op eerdere en betere uitstroom en afschaling uit de geïndiceerde jeugdhulp.

Wmo, zorg en welzijn

  • Wij ondersteunen jonge en volwassen mantelzorgers en vrijwilligers.

  • Wij blijven aandacht vragen voor signaleren van eenzaamheid (bij professionals in zorg en welzijn, vrijwilligers en inwoners maar ook bij bedrijven en winkeliers) en gebruiken (social) media om te werken aan bewustwording daarover.

  • Wij subsidiëren organisaties, om ervoor te zorgen dat onze inwoners dicht bij huis op een laagdrempelige manier kunnen aankloppen voor diverse vormen van ondersteuning. Wij sluiten zoveel mogelijk aan bij het gewone leven.

  • Wij kopen in en subsidiëren Wmo-ondersteuning (en hulpmiddelen), lokaal en regionaal.

  • Daarbij blijven wij lokaal en regionaal investeren in onderzoek en toetsing van aanbieders om zorgfraude tegen te gaan. Waar mogelijk zetten wij in op het daadwerkelijk terugvorderen van niet of verkeerd besteedde zorgmiddelen.

  • Wij blijven vervoersoplossing bieden in de regio wanneer gebruik openbaar vervoer niet meer kan; het gaat daarbij om incidenteel vervoer (voormalige Regiotaxi) en structureel vervoer (van en naar dagbesteding, jeugdwetvervoer en leerlingenvervoer). Ook stimuleren wij onze inwoners gebruik te maken van diensten zoals Mee op weg, GO-OV, Smart Cab, automaatje, etc.

  • Wij voeren lokaal contractmanagement uit en ondersteunen de regionale contractmanagers.

  • In samenwerking met onze partners blijven wij inzetten op voldoende, geschikte en betaalbare huisvesting voor kwetsbare inwoners en zorgen daarbij voor de benodigde zorg en ondersteuning (uitvoering ‘wonen en zorg in Hengelo 2019-2025’).

  • Wij blijven lokaal en regionaal inzetten op een sluitende aanpak voor mensen met zorgwekkend gedrag, samen met onze ketenpartners.

Werk, inkomen en schuldhulpverlening

  • De gemeente Hengelo kent verschillende regelingen om gezinnen en mensen in armoede te ondersteunen, waaronder het kindpakket. Wij blijven ons inzetten om deze regelingen goed onder de aandacht te brengen, zodat de doelgroep er ook maximaal gebruik van kan maken.

  • Aanbieden van de collectieve zorgverzekering voor inwoners met een laag inkomen.

  • De toegang tot de schuldhulpverlening blijft voor iedere inwoner van de gemeente Hengelo zeer laagdrempelig met BudgetAlert als dé toegang tot schuldhulpverlening.

  • Vanaf 1 januari 2022 voeren de gemeenten weer de regie op de inburgering. Wij zorgen dat nieuwkomers snel een plek binnen onze samenleving vinden. Dat doen wij door onder andere een brede intake, duale leerroutes en ondersteuning richting zelfredzaamheid en begeleiding gedurende het hele inburgeringstraject.

  • Wij blijven samenwerken binnen het Werkplein Midden Twente als onderdeel van het Werkplein Twente, om mensen uit verschillende bestanden (deels) aan het werk te helpen.

  • Wij blijven bijstand verstrekken aan inwoners van Hengelo die niet over voldoende middelen beschikken om in de noodzakelijke algemene kosten van het bestaan te kunnen voorzien. Ook blijven wij bijzondere bijstand verstrekken.

  • Wij kopen workshops, participatietrajecten en re-integratietrajecten voor bijstandsgerechtigden in en voeren die uit.

  • Wij adviseren en faciliteren starters en zzp-ers via het ROZ.

Werken aan een inclusieve samenleving

  • Wij blijven zichtbaar aandacht besteden aan de positie van LHBT+ personen (Lesbiennes, Homoseksuelen, Biseksuelen en Transgenderpersonen) en werken actief mee aan de Coming Out Dag op 11 oktober.

  • Naar aanleiding van een evaluatie in 2022 continueren wij het actieplan toegankelijkheid (2020) in 2023. De resultaten uit de evaluatie en de verrichte werkzaamheden in 2023 delen wij ruimschots voor de Zomernota 2023-2027 met de raad om op basis daarvan mogelijkheden voor structurele beleidsaanpassingen te kunnen benoemen. Voor het verder vorm geven van het actieplan in 2023 wordt aan het resterende budget van € 13.000 (uit 2022) incidenteel € 40.000 uit de algemene reserve toegevoegd.

Wat mag het kosten?

Taakveld

Saldo rekening 2021

Saldo begroting 2022

Lasten begroting 2023

Baten begroting 2023

Saldo begroting 2023

Verschil 2023 - 2022

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

-12.125

-13.804

14.015

831

-13.184

620

6.2 Wijkteams

-6.040

-6.185

6.345

-

-6.345

-160

6.3 Inkomensregelingen

-9.069

-18.282

51.598

39.644

-11.954

6.329

6.4 Begeleide participatie

-12.722

-12.572

12.145

-

-12.145

427

6.5 Arbeidsparticipatie

-6.315

-6.322

6.034

83

-5.952

370

6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

-1.970

-2.266

2.423

-

-2.423

-157

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

-23.106

-24.461

27.876

1.255

-26.621

-2.160

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

-27.403

-27.108

29.153

-

-29.153

-2.045

6.81 Geëscaleerde zorg 18+

2.390

250

947

850

-97

-348

6.82 Geëscaleerde zorg 18-

-3.683

-3.489

3.795

-

-3.795

-307

Totaal 6 Sociaal domein

-100.043

-114.239

154.331

42.662

-111.669

2.570

Taakveld

Saldo begroting 2023

Saldo begroting 2024

Saldo begroting 2025

Saldo begroting 2026

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

-13.184

-13.458

-13.508

-13.558

6.2 Wijkteams

-6.345

-5.668

-5.599

-5.599

6.3 Inkomensregelingen

-11.954

-11.858

-11.707

-11.757

6.4 Begeleide participatie

-12.145

-11.750

-11.268

-10.707

6.5 Arbeidsparticipatie

-5.952

-5.458

-5.422

-5.390

6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

-2.423

-2.445

-2.468

-2.495

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

-26.621

-27.642

-24.626

-22.192

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

-29.153

-29.054

-27.309

-27.468

6.81 Geëscaleerde zorg 18+

-97

-1.035

-1.125

-1.217

6.82 Geëscaleerde zorg 18-

-3.795

-3.837

-3.874

-3.912

Totaal 6 Sociaal domein

-111.669

-112.206

-106.906

-104.294

Financiële toelichting

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie (€ 620.000 voordeel in 2023 aflopend tot € 374.000 in 2026)

  • De afloop van de innovatiepilots (en de hiermee gepaard gaande budgetten) leiden de komende jaren telkens tot minder uitgaven (voordeel is € 1.029.000 in 2023, € 1.147.000 in de daarop volgende jaren);

  • Zoals in de Zomerbrief 22-ZB-6.9 is aangegeven zetten we de inzet van vindplaatsmedewerkers (preventieteam Jeugd) gedurende het jaar 2023 voort. Alle kosten voor het preventieteam worden gedurende de projectperiode verantwoord onder taakveld 6.2. Na de projectperiode worden de kosten van de praktijkondersteuner weer binnen taakveld 6.1 verantwoord. Dit leidt op dit taakveld tot een voordeel ad € 38.000 in 2023 en een structurele uitzetting van € 420.000 in de daaropvolgende jaren. In het transformatieplan is een verdere voortzetting van dit concept meegenomen.

  • Middels de Zomerbrief 22-ZB-6.10 is de pilot Jeugdhulpteams verlengd voor schooljaar 2022/2023. Zie ook taakveld 6.2. Ter dekking ervan worden onder andere preventiemiddelen ingezet wat leidt tot een nadeel op dit taakveld ad € 217.000. In het transformatieplan is een verdere voortzetting van deze teams meegenomen.

  • De 3e fase van het project versterken voorliggende voorzieningen ten behoeve van Wijkracht (€ 105.000 voordeel) is in 2022 bekostigd uit de reserve decentralisatieuitkering.

  • We verlengen de pilot BSO+ met een jaar tot eind 2023. Dekking is gevonden binnen de beschikbare middelen op 'voorliggende voorzieningen jeugd'. Zie Zomerbrief 23-NB-6.3. In het transformatieplan is de verdere voortzetting meegenomen.

  • Prijsindexaties, kapitaallasten en toerekening van uren leidt tot een nadeel van € 256.000.

  • Kleine verschuiven naar andere taakvelden, het stopzetten van de rijksvergoeding voor LHBT en het vrijvallen van enkele kleine budgetten leidt tot een voordeel van € 77.000.

  • Ouders doen meer een beroep op kinderopvang sociaal medische indicatie. Hiervoor hebben wij in de Zomerbrief 22-ZB- 6.1 onze budgetten bijgesteld. Voor 2022 betreft dit een half jaar en voor 2023 een geheel jaar. Ook hebben wij het meerjarig perspectief beperkt laten meegroeien met € 50.000 per jaar.

  • Het resterend verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door prijsindexatie, rentelasten en toerekening van uren.

  • Middels de Zomerbrief 23-NB-6.1 is er incidentele dekking ( 115.000) vanuit het budget Versterken Wijkteams voor het Project Versterken Voorliggend via Wijkracht.

6.2 Wijkteams (€ 160.000 nadeel in 2023 oplopend tot € 630.000 voordeel in 2026)

  • Zoals in de Zomerbrief 22-ZB-6.9 is aangegeven zetten we de inzet van vindplaatsmedewerkers (preventieteam Jeugd) voort tot en met 2023. In 2023 wordt de schoolzorgondersteuner deels vanuit de NPO middelen gefinancierd en daarom in programma 4 verantwoord. Dit leidt binnen dit taakveld tot een 'voordeel' van € 135.000. De kosten voor de praktijkondersteuner worden tot en met 2023 ook binnen dit taakveld verantwoord. Een en ander leidt tot € 745.000 minder uitgaven vanaf 2024. In het transformatieplan is een verdere voortzetting van dit concept meegenomen. De uitgaven die hiermee samenhangen zijn nu nog als stelpost in taakveld 6.72 opgenomen en zullen na goedkeuring van het plan worden verdeeld naar de afzonderlijke taakvelden.

  • Middels de Zomerbrief 22-ZB-6.10 is de pilot Jeugdhulpteams verlengd voor schooljaar 2022/2023. Er wordt 0,8 fte jeugdregisseur ingezet in 2023. Het budget hiervoor is enkel beschikbaar voor 2023, wat leidt tot € 66.000 minder kosten vanaf 2024. In het transformatieplan is een verdere voortzetting van dit concept meegenomen. De uitgaven die hiermee samenhangen zijn nu nog als stelpost in taakveld 6.72 opgenomen en zullen na goedkeuring van het plan worden verdeeld naar de afzonderlijke taakvelden.

  • Zoals in de Zomerbrief 22-ZB-6.8 Meerjarenperspectief OZJT is aangegeven, wordt de gemeentelijke bijdrage voor het OZJT verhoogd. De extra kosten bestaan uit loon- en prijscompensaties, effecten van gemaakte beleidskeuzes, uitbreiding van formatie in de jaren 2022 t/m 2024 voor de uitvoering van kerntaken en structurele uitbreiding van formatie op ondersteunende functies. Ook zit de extra inzet op de aanpak wachttijden in deze mutaties verwerkt. Per saldo leidt dit voor Hengelo tot € 215.000 extra kosten binnen dit taakveld in de jaren 2023 en 2024 en € 146.000 vanaf 2025;

  • Middels de Zomerbrief 23-NB-6.4 is structurele dekking geregeld om de coördinator Nazorg Detentie te bekostigen;

  • Het resterende verschil wordt veroorzaakt door enerzijds loonindexatie en toerekening van uren en anderzijds een afname van de budgetten voor abonnementen en opleidingen.

6.3 Inkomensregelingen (€ 6.329.000 voordeel)

Het verschil bestaat uit meerdere componenten, die wij hieronder nader toelichten:

  • Inkomensondersteuning Chronisch Zieken (€ 81.000 nadeel)
    Het nadelige verschil wordt veroorzaakt door prijscompensatie (€ 62.000) en toerekening van uren loonindexatie (€ 19.000).

  • Inkomensvoorziening (€ 681.000 voordeel BUIG incl. BBZ)
    Wij ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering voor de bekostiging van de uitgaven voor de bijstand aan particulieren en ondernemers en voor de loonkostensubsidie, het zogenaamde BUIG budget. Zoals wij reeds hebben gemeld in de Zomerbrief (22-ZB-6.2) worden wij, naar verwachting, voor 2022 een nadeelgemeente van per saldo € 681.000. Het voordelige saldo van € 1,3 miljoen is in de Zomerbrief met € 1,981 miljoen bijgesteld tot het nadelige saldo van € 681.000 Voor 2023 en verder hanteren wij de nullijn. Dit betekent ten opzichte van 2022 dus een voordeel van € 681.000. Wij verwachten voldoende budget van het Rijk om het tekort op de bijstand aan particulieren en de loonkostensubsidie ad € 574.000 op te vangen.

    Daarnaast zullen de kosten voor de BBZ in 2023 naar verwachting € 257.000 lager zijn, omdat wij in 2022 uitvoering hebben mogen geven aan de BBZ light variant. Dit zorgde voor incidenteel hogere kosten.

    Een deel van de kosten van uitkering loonkostensubsidie bekostigen wij voor 2022 uit het budget stadsbanen. Hiervoor hebben wij vanuit taakveld 6.5 onderdeel Stadsbanen € 150.000 budget overgeheveld naar taakveld 6.3. Wij zijn nog in afwachting van de structurele mutatie en daarom hebben wij deze nog niet doorgevoerd voor 2023 en de jaren daarna. Dit zorgt voor een nadeel op taakveld 6.3.

  • Kwijtschelding (€ 16.000 nadeel)De raming voor de kwijtschelding Rioolheffing en Afvalstoffenheffing is verhoogd op basis van het aantal kwijtscheldingsverzoeken in voorgaande jaren.

  • Energietoeslag ( € 4.200.000 voordeel)
    Vanuit de meicirculaire 2022 hebben wij € 4,3 miljoen budget voor de energietoeslag ontvangen. Dit budget is onderverdeeld naar uitkeringen € 4,2 miljoen en naar uitvoeringsbudget € 100.000. Dit leidt op dit taakveld tot een eenmalig incidenteel voordeel van € 4,2 miljoen in 2022 ten opzichte van 2023. Het uitvoeringsbudget is opgenomen onder het daarvoor bestemde taakveld.

  • Tozo regeling (€ 759.000 voordeel)
    Meerjarig hebben wij de uitgaven behorende bij de doorlopende uitvoerende Tozo werkzaamheden tot en met 2027 in onze totale begroting budgettair neutraal doorgevoerd door een onttrekking uit de gevormde Tozo reserve. In begrotingsprogramma 6 leidt dit tot een afname van het uitvoeringsbudget. In begrotingsprogramma 9 is ter dekking van het uitvoeringsbudget de onttrekking uit de reserve verantwoord.

  • Heroriëntatie ondernemers (€ 50.000 voordeel)
    In 2022 voeren wij de heroriëntatie Hengelose ondernemers uit waarvoor het ministerie extra middelen beschikbaar heeft gesteld in de decembercirculaire 2020 en deze heeft aangevuld in de meicirculaire 2021. Wij hopen de bijbehorende werkzaamheden in 2022 af te kunnen ronden. Dit leidt tot een voordeel van € 50.000.

  • Het resterend verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door prijsindexatie, rentelasten en toerekening van uren.

6.4 Begeleide participatie (€ 427.000 voordeel)

De rijksvergoeding (als onderdeel van de gemeentefondsuitkering) welke wij ontvangen voor de uitvoering van de Wsw betalen we één op één door aan de SWB. Dit betreft een sterk aflopende vergoeding (sterfhuisconstructie) waarbij het Rijk via de meicirculaire 2022 nog wel een aanvulling beschikbaar heeft gesteld. O.a. voor de toekenning van de loon- en prijsbijstelling 2022 en actualiseren van o.a. gerealiseerde omvang van de sociale werkplaatspopulatie en een inschatting van de blijfkansen in de sociale werkplaats voor de jaren 2022 en verder.

6.5 Arbeidsparticipatie (€ 370.000 voordeel)

Het voordeel is per saldo opgebouwd uit de volgende elementen:

  • Vanuit de septembercirculaire 2021 zijn er voor 2022 incidentele middelen van € 354.000 beschikbaar gesteld (voordeel) als onderdeel van het steun- en herstelpakket voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden.

  • Daarnaast hebben wij conform collegebesluit en raadsbrief 3361463 voor 2022 op basis van een grove inschatting € 150.000 budget Stadsbanen overgeheveld (nadeel) naar het budget loonkostensubsidie (taakveld 6.3). Door onzekerheid over de exacte hoogte van het bedrag en de compensatie loonkostensubsidie vanuit het Rijk is het meerjarenperspectief nog niet bijgewerkt.

  • Wij hebben de personele inzet voor de Wet inburgering geactualiseerd. Dit leidt tot een administratieve verschuiving van€ 312.000 vanuit taakveld 6.3 Inkomensregelingen naar 6.5 Arbeidsparticipatie (nadeel).

  • Door verwerking van het transformatieplan is er op dit taakveld een taakstelling ingebracht die moet zorgen voor minder uitgaven. Dit moet zorgen voor besparingspotentieel (voordeel) van € 429.000 in 2023 oplopend naar € 1.100.000 in 2026.

  • Het resterende verschil is te verklaren door indexering van de reguliere budgetten.

Het verschil in het meerjarenperspectief is, naast de verwerking van het transformatieplan zoals hierboven beschreven, het gevolg van oplopende budgetten voor begeleidingskosten van de doelgroep nieuw beschut. Hier staat in begrotingsprogramma 9, als onderdeel van de gemeentefondsuitkering, een vergoeding van het Rijk tegenover.

6.6 Maatwerkvoorzieningen (Wmo) (€ 157.000 nadeel in 2023, dalend naar € 96.000 in 2026)

  • Voor medische indiceringen is er een beperkte incidentele bijstelling gedaan in 2022 van € 41.000.

  • Daarnaast zijn de tarieven geïndexeerd (nadeel € 115.000); Overigens staat hier een verhoging van de gemeentefondsuitkering tegenover.

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ (€ 2.160.000 nadeel)

Het verschil bestaat voor dit onderdeel uit een aantal componenten, die wij hieronder nader toelichten:

  1. Ondersteuningsbehoeften/Huishoudelijke Ondersteuning incl PGB en Vervoer WMO

  • Indexering van tarieven leidt tot een nadeel van € 985.000.

  • Door het incidentele voordeel in 2022 op WMO zijn de budgetten op dit taakveld verlaagd met € 1.000.000.

  • In verband met de 'vergrijzing' houden wij rekening met een toename in aantal ouderen welke gebruik maken van een WMO voorziening. Dit leidt tot een nadeel van € 317.000.

2. Besparingspotentieel/Interventies- onderdelen Wmo (€ 125.000 nadeel)

Door verwerking van het transformatieplan zijn de "oude" taakstellingen die voor WMO aanwezig waren (met uitzondering van het abonnementstarief) geschrapt en opnieuw in een meerjarig perspectief verwerkt op basis van het opgenomen besparingspotentieel in het transformatieplan. In 2022 waren de taakstellingen reeds volledig ingevuld. Het nadeel wordt daarmee veroorzaakt door de investering in 2023 die vanuit het transformatieplan op dit onderdeel wordt gedaan. Meerjarig zien we op dit taakveld een teruglopend uitgavenpatroon en daarmee een voordeel. Dit wordt, zoals aangegeven, veroorzaakt door verwerking van het transformatieplan met het oplopende besparingspotentieel op het onderdeel WMO.

3. Stadsbank (€ 22.000 nadeel)
De Stadsbank gaat van procesgericht werken naar klant - en resultaatgericht werken waarbij gemeenten de keuze hebben uit 3 dienstverleningsmodellen. Zoals aangegeven in de Zomerbrief (22-NB-6.2) verwachten wij dat Hengelo toe kan met de basisvariant en hiermee gaat een extra jaarlijkse bijdrage van € 22.000 gemoeid.

4. Tot slot is er een voordeel van € 289.000 zichtbaar op het onderdeel Schuldhulpverlening. Dit voordeel is grotendeels te verklaren, doordat wij in 2022 incidentele middelen ad. € 336.000 hebben ontvangen als onderdeel van het steun- en herstelpakket voor het gemeentelijk schuldenbeleid. Het overige verschil komt door verschuivingen van interne verrekeningen, indexeringen en toerekening van uren.

6.72 Maatwerkdienstverlening 18- (€ 2.045.000 nadeel in 2023 aflopend tot € 360.000 in 2026)

Dit verschil bestaat uit een drietal componenten, welke wij hieronder nader toelichten:

1.a Indexering van tarieven, lichte daling van het aantal jeugdigen en een stijging van de zorgzwaarte leiden per saldo tot een voordeel van € 84.000 in 2023 aflopend tot een nadeel van € 695.000 in 2026:

  • Indexatie van de tarieven leidt tot extra kosten;

  • We houden rekening met een lichte daling van het aantal jeugdigen wat leidt tot een financieel voordeel;

  • We verwachten een stijging van 1% in de ontwikkeling van het zorgvolume/ de zorgzwaarte.

1.b In 2022 vinden enkele pilots plaats op het gebied van het samenbrengen van onderwijs en zorg. Vooralsnog is de looptijd van deze pilots middels de Zomerbrief 22-ZB-6.10 verlengd tot en met schooljaar 2023 en is hier met ingang van 2024 geen budget meer voor gereserveerd. Dit leidt tot een nadeel in 2023 ad € 303.000 en tot structureel € 217.000 minder lasten vanaf 2024. De voortzetting/verankering van een deel van deze pilots is opgenomen in het transformatieplan

2. Besparingspotentieel/Interventies- onderdelen Jeugd (€ 721.000 nadeel)

Door verwerking van het transformatieplan zijn de "oude" taakstellingen die voor Jeugd aanwezig waren geschrapt en opnieuw in een meerjarig perspectief verwerkt op basis van het opgenomen besparingspotentieel in het transformatieplan. Voor 2023 zou de taakstelling ten opzichte van 2022 oplopen met € 980.000 naar € 2.369.000. Door verwerking van het transformatieplan wordt de taakstelling nu echter verlaagd met €721.000 naar € 668.000. Meerjarig zien we op dit taakveld een licht teruglopend uitgavenpatroon. Dit wordt, zoals aangegeven, veroorzaakt door verwerking van het transformatieplan met het besparingspotentieel op het onderdeel Jeugd.

3. Transformatiebudget (€ 1.105.000 nadeel)

Door verwerking van het transformatieplan is het budget wat incidenteel nodig is om de transformatie te maken verwerkt in de begroting. Deze is, totdat door middel van uitvoeringsplannen, duidelijk is wat er per onderdeel nodig is geplaatst binnen dit taakveld.

6.81 Geëscaleerde zorg 18+ (€ 348.000 nadeel, oplopend tot € 1.467.000 in 2026)

Dit verschil bestaat uit:

  • Vanuit het nieuwe regionale convenant Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang (2022) zijn regiogemeenten waar mensen zich na hun MO vestigen verantwoordelijk voor de nazorg en begeleiding. In voorgaande jaren was de afspraak dat dit door de centrumgemeente Enschede gefinancierd werd tot maximaal een jaar na vertrek uit de MO. Deze passage is geschrapt in het nieuwe convenant. Dit betekent dat de regiogemeenten waar mensen zich na hun MO vestigen (en die deze begeleiding nodig hebben) geconfronteerd zullen worden met meer maatwerk WMO indicaties. Dit betekent dat de kosten voor ons toenemen met € 167.000 in 2023 en € 150.000 structureel (Zomerbrief 22-ZB-6.9)

  • De afgelopen jaren is gebleken dat gemeente Enschede de rijksmiddelen die zij ontvangt voor de uitvoering van haar centrumgemeente taak Beschermd Wonen niet volledig kon inzetten. Dit wordt veroorzaakt door wachtlijstproblematiek. Wij gaan ervan uit dat wij in het jaar 2022 nog een jaarlijkse bijdrage van Enschede zullen ontvangen ter hoogte van € 1 miljoen en in 2023 € 850.000. We verwachten dat Enschede ook deze jaren de middelen niet volledig zal kunnen besteden en zal overmaken aan de regiogemeenten. De financiering van deze taken wordt gedecentraliseerd vanaf, op z'n vroegst, 2024 (Zomerbrief 22-ZB-6.11).

  • In 2022 zijn we ons aan het voorbereiden op de nieuwe taak 'Beschermd Wonen'. Zowel op organisatieniveau als op inhoudelijk niveau zijn er grote vraagstukken die moeten worden ingebed in de organisatie. Toegang tot zorg, beschikbaarheid van voldoende medewerkers (bezetting), juridische kennis, het regelen van de inkoop, het voeren van accountgesprekken met aanbieders. Middels de Kadernota 22-NB-6.4 Beschermd Wonen is er incidenteel in 2022 0,8 fte formatie (beleidsadviseur Sociaal) toegevoegd. Het financieel effect bedraagt in 2022 € 79.000 nadelig. Voor 2023 en verder hanteren we het uitgangspunt dat extra taken niet zonder extra rijksmiddelen worden uitgevoerd;

  • Het resterend verschil wordt veroorzaakt door prijsindexatie en toerekening van uren.

6.82 Geëscaleerde zorg 18- (€ 307.000 nadeel, oplopend tot € 424.000 in 2026)

  • Zoals in de Zomerbrief 22-ZB-6.8 Meerjarenperspectief OZJT is aangegeven, wordt de gemeentelijke bijdrage voor het OZJT verhoogd. Via het OZJT wordt ook de stichting Veilig Thuis Twente (VTT) gesubsidieerd. De verhoging van onze bijdrage voor het OZJT omvat voor € 164.000 een verhoging van onze bijdrage voor de uitvoering van de door deze stichting uit te voeren taken op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling;

  • Indexatie en toename van zorgzwaarte leidt tot een verhoging van de kosten ad € 193.000 in 2023, oplopend tot € 310.000 in 2026;

  • In 2023 wordt er € 20.000 ingezet voor het vervolg op de pilot MDA++ (multidisciplinaire aanpak) en € 30.000 voor het noodplan GI's voor continuïteit van zorg in het gedwongen kader. Financiering vindt plaats vanuit de resterende middelen van de landelijke subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg. Deze middelen zijn enkel voor de jaarschijf 2023 beschikbaar. De projecten zullen vooralsnog in 2024 niet gecontinueerd worden en daarom zullen de kosten vanaf dan € 50.000 lager zijn (22-ZB-6.7).

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd