6.1.2 Beleid ten aanzien van de lokale heffingen
Beleidskaders
Het beleid voor de lokale heffingen is opgenomen in:
landelijke wet- en regelgeving;
de diverse belastingverordeningen en –regelingen.
Beleidsontwikkelingen
Hervorming lokaal belastinggebied
In 2015 kondigde het Rijk een belastingherziening aan, met als voornaam onderdeel een groter lokaal belastinggebied, ofwel een grotere beleidsvrijheid voor gemeenten om eigen belastingen te innen. Sindsdien hebben zich geen grote daadwerkelijke veranderingen in de lokale heffingen voorgedaan. In het coalitieakkoord van het huidige kabinet is het volgende opgenomen: “Om een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten, wordt in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 uitgewerkt, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken……...”. De intentie is uitgesproken, maar de realisatie gaat nog enkele jaren duren.
Amendement Omtzigt: OZB-woningtarief voor instellingen van sociaal belang
Er is een wetswijziging doorgevoerd die gemeenten toestaat om voor 'instellingen van sociaal belang' het woningtarief voor de OZB toe te passen. De toepassing stuit echter voor gemeenten op bezwaren, die de minister heeft onderkend. Toepassing van dit wetsartikel wordt afgeraden. Een aanpassing van de wet , of andere maatregel, is er nog niet.
De Omgevingswet en leges
Het is de bedoeling dat op 1 januari 2023 de nieuwe Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB) in werking treden. Op het moment van schrijven (september 2022) wordt echter ook –opnieuw- met uitstel rekening gehouden. Door deze inwerkingtreding van beide wetten kan er veel veranderen. Dit is sterk afhankelijk van de lokale ambities, beleidsinvulling en inrichtingskeuzes. Het principe van legesheffing verandert niet. Ook de wettelijke grondslag voor het heffen van leges verandert niet. Een aantal zaken die wel gaan veranderen zijn:
Het is toegestaan over nieuwe activiteiten leges te heffen
(Mogelijk) minder vergunningplichten
De ‘knip’: het splitsen van de bouwtechnische en de ruimtelijke vergunning
Gemeentelijke kosten worden hoger of lager
Gemeentelijke kosten verschuiven
Meer integrale vergunningen (meerdere gezagen betrokken)
Planactiviteiten worden minder complex (of juist complexer)
Waterzorgheffing
Wateroverlast en verdroging vragen steeds meer maatregelen in de publieke ruimte. Meer percelen kunnen in de heffing worden betrokken, want van de maatregelen in de publieke ruimte heeft iedereen profijt. De huidige verordening Rioolheffing dekt dan niet meer de lading, omdat dit het beeld schept van een belasting voor een buizenstelsel. Bij belastingplichtigen die daar niet op zijn aangesloten roept dat weerstand op. De gemeentelijke watertaken omvatten een breed palet. Zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater hebben een centrale plaats in de ordening van de publieke ruimte. Gemeenten moeten maatregelen nemen om wateroverlast en waterschade te voorkomen. Een voorbeeld is het onderhoud van bermen en slootkanten om overtollig water af te voeren. De VNG heeft hiervoor een nieuwe modelverordening Riool- en Waterzorgheffing opgesteld. Bij invoering is een zorgvuldige communicatie en belangenafweging naar nieuwe belastingplichtigen van belang.
Ontwikkeling tarieven
De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat wordt gestreefd naar 100% kostendekking. De voor 2023 geldende tarieven voor de overige belastingen en rechten stijgen met een inflatiecorrectie van 4,5%, uiteraard met uitzondering van die tarieven, die het Rijk heeft vastgesteld of gemaximeerd. De overige uitzonderingen worden toegelicht in het voorstel tot vaststelling van de Verordeningen 2023.