Beleid ten aanzien van de lokale heffingen
Beleidskaders
Het beleid voor de lokale heffingen is opgenomen in:
landelijke wet- en regelgeving;
de diverse belastingverordeningen en –regelingen.
Beleidsontwikkelingen
Heffingen en de financiële uitdagingen van gemeenten
Nu compensatie van het Rijk van de kortingen op het gemeentefonds niet meer waarschijnlijk is gaan we onderzoeken wat de mogelijkheden voor compensatie kunnen zijn. Het zonder meer verhogen van heffingen is daarbij niet het uitgangspunt. We onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de kostendekkendheid te verhogen. We kijken naar de systematiek van kostendekkendheid en we houden de argumenten om bewust laag te tariferen opnieuw tegen het licht. In de aanloop naar de Zomernota 2025-2029 zullen we hierop inzetten. De gemeenteraad zal tijdig worden meegenomen.
Hervorming lokaal belastinggebied
Vorige kabinetten hadden al vanaf 2015 een belastingherziening in de planning staan, waarbij het lokaal belastinggebied ruimer zou worden. Gemeenten zouden een grotere beleidsvrijheid krijgen om eigen belastingen te innen. De plannen van het huidige kabinet ademen eerder beperking van lokale belastingen, dan uitbreiding van het belastinggebied. De kans, dat de hervorming nog tot stand komt is kleiner geworden.
Hoofdlijnenakkoord 2024-2028
In het hoofdlijnenakkoord, zoals deze door de verschillende formerende partijen is gepresenteerd in mei 2024, zijn ook een aantal maatregelen opgenomen die betrekking hebben op lokale belastingen. De standpunten zijn nog niet in wetgeving uitgewerkt.
Maximering OZB
De formerende partijen hebben beogen de OZB te maximeren. Dit willen ze gaan doen in overleg met de gemeenten. Er is nog niet concreet aangegeven hoe deze maximering wordt vormgegeven. Dit betekent een inperking van de gemeentelijke autonomie om tarieven vast te stellen.
Verlaging aanmanings- en incassokosten
In het akkoord is opgenomen dat er een recht komt op vergissen. Een enkele fout kan niet langer een inwoner diep in de problemen duwen. Aanmaningskosten- en incassokosten van de overheid zouden fors omlaag gaan.
Waterzorgheffing
Wateroverlast en verdroging vragen steeds meer maatregelen in de publieke ruimte, waarvan iedereen profiteert. Denk aan het onderhoud van bermen en slootkanten om overtollig water af te voeren, zodat er over een droge weg kan worden gereden. Niet alleen de gebruikers van percelen die aangesloten zijn op het buizenstelsel dat we riolering noemen profiteren. Daarom dekt de huidige inrichting van de modelverordening riolering niet meer de lading. Meer percelen kunnen in de heffing worden betrokken.
De VNG heeft hiervoor een nieuwe modelverordening Riool- en Waterzorgheffing opgesteld. Bij invoering is een zorgvuldige communicatie en belangenafweging naar nieuwe belastingplichtigen van belang. Bijvoorbeeld cultuurgronden en natuurterreinen dragen nu veelal nog niet bij in de kosten van de gemeentelijke watertaken. We gaan deze actualiteit inbedden in onze verordening.
Nieuw toegangsbeleid binnenstad
Er is een nieuw toegangsbeleid ontwikkeld voor de binnenstad. Inzet is om het aantal verkeersbewegingen te verminderen en daardoor de veiligheid voor wandelaars en fietsers te verhogen. Onderdeel van dit beleid is een vergunningenssyteem. Voor aanvragen om buiten de venstertijden toegang te mogen hebben tot de binnenstad wordt een tarief gevraagd. We kennen een structurele ontheffing en een incidentele ontheffing. Deze tarieven zijn gebaseerd op de aan de aanvrager toerekenbare kosten van toegangsbeheer van de binnenstad.
Ontwikkeling tarieven
De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat wordt gestreefd naar (nagenoeg) volledige kostendekking.
De voor 2025 geldende tarieven voor de overige belastingen en rechten stijgen met een inflatiecorrectie van 2,1 %, uiteraard met uitzondering van die tarieven, die het Rijk heeft vastgesteld of gemaximeerd. De overige uitzonderingen worden toegelicht in het voorstel tot vaststelling van de Verordeningen 2025 (zaaknummer 3802040).