6.1.3 Overzicht op hoofdlijnen van diverse heffingen

Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen).

De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2023 in Hengelo worden geheven zijn:

Ongebonden belastingen

Gebonden belastingen

Onroerende- zaakbelastingen

Afvalstoffenheffing

Parkeerbelastingen

Rioolheffing

Hondenbelasting

Leges en rechten

Precariobelasting

Begraafrechten

Toeristenbelasting

Havengelden

Bijdrage Bedrijven Investering Zone

Marktgelden

Rioolaansluitrechten

Ongebonden belastingen

Onroerende-zaakbelastingen
Op basis van artikel 220 van de Gemeentewet kunnen gemeenten onroerende-zaakbelastingen (OZB) heffen. De OZB is een algemene belasting. Er is geen relatie tussen de heffing en bepaalde taken van de gemeente. De opbrengst is onderdeel van de algemene middelen.

De OZB is een tijdstipbelasting. Dit betekent dat voor het bepalen van de belastingplicht de situatie op peildatum, 1 januari van het belastingjaar, geldt. Veranderingen in de loop van het jaar, bijvoorbeeld de verkoop van een huis, leiden pas op de eerstvolgende peildatum tot een wijziging in de aanslag.
Belastingplichtig zijn eigenaren van woningen, eigenaren van niet-woningen en gebruikers van niet-woningen. Iemand die zowel eigenaar als gebruiker is van een niet-woning, betaalt beide belastingdelen.

De grondslag voor de berekening van de OZB in 2023 is de WOZ-waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2022. De WOZ-waarde wordt jaarlijks opnieuw bepaald. Het tarief van de OZB wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Voor iedere groep belastingplichtigen wordt een afzonderlijk tarief vastgesteld. De hoogte van het tarief leidt tot de opbrengst die in de begroting is vastgesteld. De beoogde opbrengst van de OZB per belastingplicht wordt eerst vastgesteld. Vervolgens wordt op basis van de totale WOZ-waarde van de belastingplicht het OZB-tarief berekend. De ontwikkeling van het OZB-tarief is dus naast de ontwikkeling van de OZB-opbrengst afhankelijk van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt. Als de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt stijgt, leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van het OZB-tarief. Andersom geldt hetzelfde.

Naast de inflatoire verhoging van 4,5% voor alle onderdelen zorgt een verhoging van de proceskosten voor een extra toename van de OZB woningen met 0,3%. De woonlastenstijging is daarmee 4,8%.

Parkeerbelastingen
Op basis van artikel 225 Gemeentewet kunnen gemeenten in het kader van parkeerregulering parkeerbelastingen heffen. Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden twee belastingen geheven:

  • de parkeerbelasting voor een plek en een bepaalde tijdsperiode, waarvoor parkeerautomaten zijn geplaatst;

  • de parkeerbelasting voor een door de gemeente verstrekte parkeervergunning.

Hiermee kunnen gemeenten op efficiënte en financieel verantwoorde wijze hun parkeerbeleid realiseren. De opbrengst van het parkeren vloeit in de algemene middelen.

Hondenbelasting
Op grond van artikel 226 van de Gemeentewet kan van de houder van een hond hondenbelasting worden geheven. De hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat de raad vrij is in de bepaling van de opbrengst: er hoeft geen relatie met de kosten te zijn. De hondenbelasting is een vast bedrag per hond per jaar. Voor een tweede en volgende hond gelden hogere tarieven.

Precariobelasting
Artikel 228 van de Gemeentewet biedt de gemeente de mogelijkheid om precariobelasting op te leggen. Belastbaar is het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Voorbeelden zijn terrassen op en uithangborden op of boven openbaar terrein. De precariobelasting wordt geheven van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
Het plaatsen van bouwmaterialen en het hebben van terrassen zijn voorbeelden van onderwerpen, die in een precariobelasting betrokken kunnen worden.

Toeristenbelasting
Op grond van artikel 224 van de Gemeentewet kunnen gemeenten toeristenbelasting heffen voor overnachtingen van personen binnen de gemeente die niet als ingezetene in de gemeente zijn ingeschreven. Voor zover de belasting wordt geheven van degene die gelegenheid tot verblijf biedt, is deze bevoegd de belasting te verhalen op de toerist. Doelstelling is, de kosten van bepaalde voorzieningen om te slaan naar personen die gebruik van de voorzieningen maken maar niet in de gemeente wonen.

Gebonden belastingen

Mate van kostendekking van de gebonden belastingen
Per heffing wordt in onderstaande overzichten de mate van kostendekking weergegeven. De kostendekking op begrotingsbasis mag ten hoogste 100% bedragen. Bij de becijfering van de kostendekking mag, naast de directe kosten, een bedrag voor overhead en BTW worden toegerekend. Voor de toerekening van de overhead wordt uitgegaan van de begrote toe te rekenen uren vermenigvuldigd met het bij de begroting vastgestelde voorcalculatorische tarief.

Rioolheffing
De wettelijke basis voor het heffen van rioolheffing ligt in artikel 228a van de Gemeentewet. In de rioolheffing worden kosten doorgerekend die verbonden zijn aan het in stand houden van het gemeentelijk rioleringsstelsel. Met de invoering in 2008 van de Wet gemeentelijke watertaken heeft de gemeente naast de zorgplicht voor het afvoeren van huishoudelijk afvalwater en regenwater ook de zorgplicht voor het grondwater. Daarmee is ook de mogelijkheid ontstaan om de kosten die verbonden zijn aan de taken die voortvloeien uit de Wet gemeentelijke watertaken, toe te rekenen aan de rioolheffing.
De rioolheffing is een bestemmingsheffing (de bestemming is watertaken), er staan geen individueel aanwijsbare tegenprestaties, maar collectieve prestaties tegenover. De gemeente Hengelo hanteert één rioolheffing voor alle watertaken. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op de gebruikers van woningen en niet-woningen.

Elke gemeente is verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vast te stellen. In een GRP wordt meerjarig inzicht gegeven in de kosten die gemaakt worden voor de instandhouding van het gemeentelijk rioolstelsel. De looptijd van het huidige GRP is in april 2022 door de raad met een jaar verlengd tot 2023; dit in aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Rioolheffing

lasten taakveld

overhead

BTW

totale lasten

heffing

overige baten

totale baten

7.2

Riolering

8.398

243

1.248

9.889

10.859

-130

10.729

6.3

Inkomensregelingen

-

-840

-840

Totaal

8.398

243

1.248

9.889

10.019

-130

9.889

% Kostendekking

100,0%

De kosten zitten in het uitvoeren van onze gemeentelijke watertaken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater. Daarnaast begroten wij aan dit taakveld toe te rekenen overheadkosten.

Afvalstoffenheffing
De wettelijke basis voor het heffen van afvalstoffenheffing is artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer. Op basis van deze wet heeft de gemeente de wettelijke taak om afvalstoffen van particuliere huishoudens in te zamelen. De inzameling en verwerking doen we in samenwerking met verbonden partijen. Inzameling is opgedragen aan Twente Milieu, verwerking aan Twence. De kosten van de inzameling en verwerking worden betaald uit de afvalstoffenheffing. De afvalbegroting is kostendekkend; er wordt geen "winst" gemaakt op afval.

De kosten in het taakveld afval zitten vooral in het daadwerkelijk inzamelen en verwerken van het bedrijfs- en huishoudelijke afval. Ook het scheiden van afval en het recyclen ervan valt hieronder. Daarnaast begroten wij toe te rekenen overhead vanwege de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. Tot slot wordt BTW begroot, die per saldo ten laste van de gemeente blijft.

Inwoners betalen een vast jaarlijks bedrag afvalstoffenheffing, ook als zij geen afval voor inzameling aanbieden. De heffing wordt opgelegd aan de gebruiker van een perceel waar de gemeente de inzamelverplichting nakomt. De gebruiker betaalt naast het vaste bedrag een variabel bedrag, dat afhangt van het aantal aanbiedingen en de soort aangeboden afval.

Huidig beleid
Voor een sluitende begroting is in 2023 bijna € 9,3 miljoen aan opbrengsten afvalstoffenheffing noodzakelijk. De stijging van de kosten worden deels gedekt door een toename van het aantal belastingplichtigen en aantal aanbiedingen per huishouden (Zomerbrief: 22-ZB-7.4 Afval). Het overige deel is verdisconteerd in het vaste tarief dat stijgt met € 1,68 om zodoende de afvalbegroting budgettair neutraal te houden.
Het vaste tarief wordt verhoogd van € 185,16 in 2022 naar € 186,84 in 2023. Bij een gemiddeld huishouden met een aanbiedgedrag van 9 keer de groene container (140L), 26 aanbiedingen op de ondergrondse container en het vastrecht leidt dit tot de indicatieve woonlast van (€ 10,80 + € 33,80 + € 186,84) = € 231,44. Dit is een lichte stijging van gemiddeld € 222,06 in 2022 naar € 231,44 in 2023 dat veroorzaakt wordt door enerzijds de stijging in het aantal aanbiedingen voor verzamelcontainers 30 liter en GFT 140 liter (€ 7,70) en anderzijds de verhoging van het vaste tarief (€ 1,68).

Voorstellen nieuw beleid
In deze begroting zijn 2 beleidsvoornemens uit de Zomerbrief 2022-2026 opgenomen. Het voorstel afvalbalie (23-NB-7.6) wordt eenmalig in 2023 onttrokken uit de voorziening afval en heeft daarmee geen effect op de hoogte van de afvalstofheffing. Het andere effect is het voorstel invoering biobox (23-NB-7.5). Het gebruik van de biobox voor hoogbouw huishoudens leidt tot verwachte uitgaven van € 300.000 per jaar. Om deze kosten te dekken binnen de afvalbegroting wordt voorgesteld om gebruik te maken van zowel een variabel GFT-tarief voor de biobox evenals een stijging van het vaste tarief. Het variabel tarief bedraagt € 0,08 per aanbieding en het vaste tarief stijgt met € 5,40.Uiteindelijk betekent dit een stijging van het vaste tarief van € 186,84 met € 5,40 naar € 192,24 en zal het GFT-tarief voor hoogbouw huishoudens € 0,08 per aanbieding zijn.
Bij een gemiddeld huishouden met een aanbiedgedrag van 9 keer de groene container (140L), 26 aanbiedingen op de ondergrondse container en het vastrecht leidt dit tot een woonlast van (€ 10,80 + € 33,80 + € 192,24=) € 236,84.

Afvalstoffenheffing

lasten taakveld

overhead

BTW

totale lasten

heffing

overige baten

totale baten

7.3

Afval

9.539

147

1.240

10.926

9.273

2.134

11.407

6.3

Inkomensregelingen

-

-500

-500

Totaal

9.539

147

1.240

10.926

8.773

2.134

10.907

% Kostendekking

99,8%

Bijdrage Bedrijven Investering Zones (BIZ)
Op basis van de Wet Bedrijven investeringszones kan een bijdrage Bedrijven Investering Zones worden opgelegd. Met deze bijdrage kunnen bedrijven in een bepaald gebied binnen de gemeente worden verplicht om voor een periode van maximaal vijf jaar een financiële bijdrage te leveren. Deze bijdrage wordt gebruikt ter financiering van investeringen die in het betreffende gebied de leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of ander publiek belang bevorderen. Bij de uitvoering wordt vanuit doelmatigheid zoveel mogelijk aangesloten bij de Wet WOZ en de OZB. De doelgroep bestaat uit gebruikers van niet-woningen in het centrum van Hengelo. De huidige BIZ-periode is gestart in 2021 en loopt 5 jaren.

Bi-zone

lasten taakveld

overhead

BTW

totale lasten

heffing

overige baten

totale baten

7.2

Bedrijven investerings zone

277

277

269

269

Totaal

277

-

-

277

269

-

269

% Kostendekking

97,1%

Leges en rechten

De mogelijkheid tot het heffen van leges is geregeld in artikel 229, lid 1, b van de Gemeentewet. De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor worden gemaakt verhaald op de burger die de dienst afneemt. Voorbeelden zijn het verstrekken van een paspoort of het verlenen van een vergunning. Degene die de dienst aanvraagt betaalt ook de leges. De heffingsmaatstaf is zeer divers en wordt vermeld in de tarieventabel die hoort bij de legesverordening.

Kostendekkendheid
De leges zijn in de tarieventabel van de legesverordening ingedeeld in drie titels:

  • titel 1, algemene dienstverlening;

  • titel 2, dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning;

  • titel 3, dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn.

Op grond van artikel 229b van de Gemeentewet mag de Legesverordening als geheel bezien maximaal kostendekkend zijn. Niet elke post zal dus afzonderlijk op zijn kostendekkendheid worden beoordeeld. Hiervoor zou een economisch niet verantwoord bijhouden van tijd en kosten per dienst moeten plaatsvinden. Dat neemt niet weg dat een gemeente wel een kostendekkendheid per dienst of per samenhangende groep van diensten mag nastreven, als de gemeente in dit opzicht maar een consequente lijn volgt.
Op grond van het bovenstaande is het mogelijk om kruissubsidiëring toe te passen binnen een titel van de legesverordening. Onder kruissubsidiëring wordt verstaan: het hoger stellen van tarieven van leges voor sommige diensten om daarmee de tarieven voor andere diensten laag te kunnen houden. Daarnaast kan bij de tariefstelling uitdrukking worden gegeven aan het profijtbeginsel: wie voordeel geniet betaalt. Onderlinge verschillen in - op zichzelf geoorloofde - kostendekkingspercentages tussen groepen van diensten zijn niet in strijd met de wet of met enig algemeen rechtsbeginsel.

De baten en lasten omgevingsvergunningen zijn noodzakelijkerwijze gebaseerd op de bestaande regelgeving. Zodra meer duidelijkheid ontstaat over de impact van de nieuwe omgevingswet op legesprestaties kunnen we deze impact verwerken.

Voor een aantal tarieven binnen titel 1 geldt dat deze door het rijk zijn gemaximeerd: paspoorten, rijbewijzen, kansspelen en wet bescherming persoonsgegevens.

Leges

lasten taakveld

overhead

BTW

totale lasten

heffing

overige baten

totale baten

Titel 1 Algemene dienstverlening:

0.2

Burgerzaken

1.155

325

1.480

1.035

-316

719

Totaal

1.155

325

-

1.480

1.035

-316

719

% Kostendekking

48,6%

Titel 2 Omgevingsvergunning:

8.3

Wonen en bouwen

1.381

990

24

2.395

2.047

34

2.081

Totaal

1.381

990

24

2.395

2.047

34

2.081

% Kostendekking

86,9%

Titel 3 Dienstverlening Europese dienstenrichtlijn:

1.2

Openbare orde en veiligheid

762

588

1.350

72

72

6.1

Samenkracht en burgerparticipatie

36

23

18

41

Totaal

798

588

-

1.350

95

18

113

% Kostendekking

8,4%

Begraafrechten
Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet wordt een vergoeding gevraagd voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen. De heffing wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven zoals die in de Verordening begraafrechten zijn opgenomen. De tarieven worden jaarlijks verhoogd met de inflatiecorrectie.

Begraafrechten

lasten taakveld

overhead

BTW

totale lasten

heffing

overige baten

totale baten

7.5

Begraafplaatsen en crematoria

763

3

766

563

563

6.3

Inkomensregelingen

-

-3

-3

Totaal

763

3

-

766

560

-

560

% Kostendekking

73,1%

Havengeld
Onder de naam havengeld wordt op grond van artikel 229 Gemeentewet een recht geheven. De gebruiker betaalt voor het gebruik van de haven en voor het genot van de diensten die daarmee worden verleend. In 2022 was er een dreiging van het sluiten van het Twentekanaal als gevolg van de lage waterstand. Het uitgangspunt in onderstaande cijfers is een normale optimale conditie van het Twentekanaal.

Haven

lasten taakveld

overhead

BTW

totale lasten

heffing

overige baten

totale baten

2.4

Economische havens en waterwegen

718

194

912

497

220

717

Totaal

718

194

-

912

497

220

717

% Kostendekking

78,6%

Marktgelden
Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet kan de gemeente een recht heffen voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een deel van de openbare ruimte die gebruikt wordt voor een markt. Belastingplichtig is degene aan wie de standplaats beschikbaar is gesteld.

Markt

lasten taakveld

overhead

BTW

totale lasten

heffing

overige baten

totale baten

3.3

Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen

172

56

4

232

163

163

Totaal

172

56

4

232

163

-

163

% Kostendekking

70,3%

Rioolaansluitrecht

Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet kan de gemeente een rioolrecht heffen. Dit recht ziet toe op het doorberekenen van de kosten die verbonden zijn aan het maken van een verbinding tussn het hoofdriool en een nog niet aangesloten perceel.

Rioolaansluitrecht

lasten taakveld

overhead

BTW

totale lasten

heffing

overige baten

totale baten

7.2

Riolering

84

16

100

100

100

Totaal

84

-

16

100

100

-

100

% Kostendekking

100,0%

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd