Indicatoren

De indicatoren zijn opgesteld conform het laatst vastgestelde beleid omtrent weerstandsvermogen en risicomanagementbeleid.

Indicator

Waarde

Incidentele
weerstands-
capaciteit

Het vrij aanwendbare deel van de reservepositie beschouwen we als de incidentele weerstandscapaciteit. Dit zijn concreet de:
- de vrij aanwendbare reserves d.w.z. de algemene reserve 'sec
- de post onvoorzien incidenteel

Stand van zaken
De incidentele weerstandscapaciteit is ultimo 2025:
- vrij aanwendbare reserves = algemene reserve 'sec: € 66.915.000
- post onvoorzien incidenteel: € 66.000

Structurele
weerstands-
capaciteit

De structurele weerstandscapaciteit is de onbenutte belastingcapaciteit.

Voorgeschreven is dat de gemeentelijke tarieven, leges en heffingen voor maximaal 100% kostendekkend zijn. In Hengelo is dat ook het uitgangspunt voor de belangrijkste tarieven. Tenzij een risico zich manifesteert in deze tarieftaken, biedt dit geen ruimte aan structurele weerstandscapaciteit.

Wanneer een structureel risico optreedt, is het niet altijd mogelijk de financiële impact op korte termijn in de begroting op te vangen. In dat geval kan een gemeente onder zeer strikte voorwaarden een beroep doen op extra financiering van het Rijk (artikel 12 Gemeentewet). Eén van de voorwaarden is dat de gemeente de belastingcapaciteit ten volle benut. Dat kan uiteraard niet oneindig. Daarom is door het Rijk een norm gesteld tot welk niveau het nog aanvaardbaar is lokale belastingen te verhogen, de zogenaamde artikel 12 norm.
Het verschil tussen de werkelijke hoogte van de lokale belastingen en de aanvaardbare hoogte van de artikel 12 norm noemen we de onbenutte belastingcapaciteit en betreft de structurele weerstandscapaciteit.

Stand van zaken
De gemiddelde woonlasten voor een gemiddeld gezin in de gemeente Hengelo bedraagt € 870. Het landelijk gemiddelde is € 994. Voor 2025 is de benutte belastingcapaciteit dus 87,5% van het landelijk gemiddelde. Als we de onbenutte belastingcapaciteit van 12,5%, zijnde € 124 vermenigvuldigen met het aantal huishoudens, ruim 38.300, komen we uit op een onbenutte belastingcapaciteit van € 4.752.000.

Benodigde
weerstands-
capaciteit

Het benodigde weerstandsvermogen bepalen we door de geïdentificeerde risico’s uit te drukken in euro’s.

Omdat de kans dat alle risico’s zich tegelijkertijd voordoen zeer beperkt is, passen we een zogenaamde Monte Carlo-analyse toe. Bij deze techniek wordt het optreden van de verschillende risico’s in diverse scenario’s vele malen gesimuleerd. Door deze methode hebben we een beeld van het benodigde weerstandsvermogen in vrijwel alle denkbare scenario’s.

We streven ernaar dat de minimale hoogte van de algemene reserve 50% van het benodigde weerstandsvermogen is.

Stand van zaken
Volgens de Monte Carlo-analyse (zekerheidspercentage 90%) is de benodigde weerstandscapaciteit afgerond € 22.600.000 op basis van de herijkte risicoprofiel.

Weerstands-
vermogen

De weerstandscapaciteit zijn de middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft om onverwachte, niet-begrote kosten of tegenvallende inkomsten te kunnen dekken.

De weerstandscapaciteit (weerstandsratio) berekenen we als volgt:

Beschikbare weerstandscapaciteit
----------------------------------------------------------- = Ratio weerstandsvermogen
Benodigde weerstandscapaciteit

Uit deze berekening volgt een ratio. Om te bepalen of het weerstandsvermogen op het gewenste niveau is, bekijken we in welke waarderingscategorie de ratio valt. We hanteren de waarderingscategorieën zoals hieronder weergegeven:

Klasse - Ratio- Betekenis
A - > 2,0 - Uitstekend
B - 1,4 tot 2,0 - Ruim voldoende
C - 1,0 tot 1,4 - Voldoende
D - 0,8 tot 1,0 - Matig
E - 0,6 tot 0,8 - Onvoldoende
F - < 0,6 - Ruim onvoldoende

Stand van zaken eind 2025
De beschikbare weerstandcapaciteit is afgerond € 71.733.000
De benodigde weerstandscapaciteit is afgerond € 22.600.000.

De verwachte weerstandsratio die hieruit volgt is 3,2 eind 2025 en is daarmee uitstekend. In de Zomernota 2024-2028 was deze ratio 3,5 eind 2025. Eind 2028 is de verwachte ratio in deze Beleidsbegroting 2,9 en was in 3,2 in de Zomernota 2024-2028.

De lagere ratio in de begroting ten opzichte van de Zomernota is het gevolg van een lagere algemene reserve en een hoger risicoprofiel.

De onttrekkingen uit de algemene reserve hebben betrekking op de aankoop van een perceel aan de Binnenveldweg, gelden ruimte voor ondernemen (motie Zomernota), leefbare wijken (motie Zomernota) en onderwijshuisvesting.

Het hogere risicoprofiel heeft te maken een stijging van het risicoprofiel binnen de grondexploitaties en de overige (grote) projecten. Er zijn in 2024 nieuwe grondexploitaties gestart zoals Campus Driene en de Beekstraat. Tevens zien we een toename van de risico's in (grote) projecten. Denk hierbij aan het KMS-(Koninklijke Machinefabriek Stork)terrein, de woningbouw(impulsen), Integraal Huisvestingsplan onderwijs en het Zonneveld Boeldershoek.

We beseffen ons terdege dat dit hoge ratio zijn. We weten ook dat we in de toekomst nog veel middelen nodig hebben voor de strategische opgaven.

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd