Transformatieplan sociaal domein

Wij hebben met de gemeenteraad afgesproken in elk P en C product een korte stand van zaken te geven van het transformatieplan. Zo ook in deze Beleidsbegroting, waarbij wij vooruit kijken naar 2026.

Met de uitvoering van het transformatieplan investeren wij in voorzieningen in de wijk en versterken wij de sociale basis. Waar de sociale basis niet volstaat is er (lichte) ondersteuning en traploos op- en afschalen van en naar de basisondersteuning en - waar nodig - naar geïndiceerde maatwerkondersteuning. Daarmee willen wij de hulp en ondersteuning toegankelijker en betaalbaarder maken, zelfs bij toenemende hulpvragen en arbeidsmarktproblemen.

De veranderingen gaan niet ongemerkt voorbij aan inwoners, professionals en ons als gemeente. Het gaat om een omslag in denken en doen, wat betekent dat inwoners meer zelf verantwoordelijk zijn, ondersteund door professionals. Het vraagt een andere rol van de gemeente. Het gaat om een verschuiving van 'zorgen voor' naar 'zorgen dat'. De veranderingen zijn daarmee ook niet van vandaag op morgen gerealiseerd. Het is een meerjarig en gezamenlijk ontwikkelproces.

Wij geven steeds meer concreet uitvoering aan ons beleid en zijn daarme op koers met de invulling van het transformatieplan. Wij houden in 2026 vast aan de geformuleerde veranderopgaven. Hieronder herhalen wij per opgave het doel, geven wij voorbeelden van wat al is gedaan en beschrijven wij wat ons te doen staat voor 2026 (aanvullend op wat al beschreven staat in paragraaf 5.2.6 Sociaal domein). Uitgangspunten van alle opgaven zijn en blijven: normaliseren, preventie, wijkgericht werken en zakelijk partnerschap.

Vooruitblik 2026
Implementatie integrale toegang
Wij organiseren 1 ingang voor alle inwoners met een ondersteuningsvraag. Dit vraagt om het (her)inrichten van: informatie en advies, vraagverheldering, beschikken en casusregie/casus monitoring. Het is een gezamenlijk proces met Wijkracht Hengelo, waar de ingang belegd is. Als gemeente blijven wij regie voeren op de toegang tot geïndiceerde maatwerkondersteuning.

Per 1 januari 2025 was een minimale variant van een integrale toegang gerealiseerd en lagen er afspraken over de overgang van cliënten van latende aanbieders naar Wijkracht Hengelo. Een publiekscampagne informeerde de inwoners over de nieuwe ingang/toegang. In 2025 hebben wij de werkprocessen en samenwerkingsafspraken in afstemming met Wijkracht Hengelo concreet uitgewerkt. Wijkracht Hengelo heeft de wijkentrees conform vastgestelde openingstijden bemenst en de fysieke locaties zijn duurzaam ingericht op verschillende (kwetsbare) doelgroepen. De integrale wijkteams zijn stapsgewijs opgebouwd en verbonden met de gemeentelijke teams. Er ligt een strategisch huisvestingsplan voor de wijkteams.

Daar waar het overgangsjaar met name in het teken stond van de basis op orde krijgen en concretisering van de (samenwerkings)afspraken, gaan wij in 2026 verder doorontwikkelen. Wij vragen van Wijkracht Hengelo dat zij in 2026 een steeds betere aansluiting hebben van de basisondersteuning en de locaties van de wijkentree en wijkteams op de specifieke behoeften in de wijken. Daarbij kunnen zij gebruik maken van de wijkanalyses (zie hieronder).
Ook geven wij in 2026 vorm aan de strategische ontwikkeling van de integrale toegang. Dit is tweeledig. Enerzijds kijken wij samen met Wijkracht Hengelo naar de ontwikkeling van de wijkentree, de wijkteams en onze eigen teams. Dit omvat voor de gemeente bijvoorbeeld de optimalisatie van werkprocessen binnen diverse afdelingen en teams, zoals Ondersteuning en Zorg, Werk en Inkomen, Publieksdienstverlening en het IT Bedrijf. Anderzijds gaat de strategische ontwikkeling van de toegang ook over wetoverstijgende ontwikkelingen in het kader van passende zorginzet (juiste zorg op de juiste plek) en wat dit betekent voor de integrale toegang. Denk aan ontwikkelingen bij de Wet langdurige zorg (Wlz), Zorgverzekeringswet (Zvw), Jeugdwet en ontwikkelingen binnen de geestelijke gezondheidszorg. Dat gaat dus breder dan de afspraken hierover met Wijkracht Hengelo, maar heeft wel effect daarop.

Toekomstbestendige sociale basis
Wij gaan, samen met onze partners in de stad, de sociale basis versterken. De sociale basis bestaat uit voorzieningen die in de wijken aanvullend zijn op wonen, werken, zorg, ondersteuning en recreëren. Wij maken daarbij een onderscheid in persoonlijke sociale basis (mensen doen mee in de maatschappij met ondersteuning van familie, vrienden, buren), gemeenschappelijke sociale basis (mensen zoeken elkaar op, zetten zich samen voor iets in; van informeel gezelschap naar meer formeel georganiseerd zoals het verenigingsleven) en institutionele sociale basis (ondersteund door georganiseerde, professionele inzet en voorzieningen). De basisondersteuning is een vorm van institutionele sociale basis.

Wij hebben eerste inzichten gekregen over de sociale basis in de wijken, door een aantal wijkanalyses te maken. Deze worden onder andere door Wijkracht Hengelo gebruikt voor het inrichten van de basisondersteuning (passend bij de wijken). Ook hebben wij met de bijeenkomsten 'Gelijkwaardige samenwerking' de afgelopen jaren ingezet op samenwerking in de wijk tussen professionals en inwoners en professionals onderling. En wij hebben de uitvoeringsregeling ‘Inwonersfonds leefbare wijken’ vastgesteld, een regeling die inwoners helpt hun buurt socialer te maken. Inwoners weten het fonds al goed te vinden. Voorbeelden van aanvragen die zijn toegekend zijn een wandelpad in Beckum en een rouwcafé voor jongeren.

Wij komen in 2026 met onze partners in de sociale basis (dat zijn er meer dan alleen Wijkracht Hengelo) tot een heldere inzet op die sociale basis. Wij maken samen zichtbaarder wat wij willen bereiken, welke stappen gezet moeten worden om dit te bereiken en welke partner daarin een rol heeft. De inzet op sociale basis wordt wijkgericht bepaald, waarbij met wijkanalyses de behoeften per wijk inzichtelijk wordt gemaakt. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een voorzieningenscan, dat inzicht moet bieden in (huidig) aanbod van voorzieningen. De wijkanalyses en voorzieningenscan dragen samen bij aan concretiseren van de inzet op de sociale basis (waaronder de basisondersteuning).
Niet alleen gemeente en partners hebben een rol in het versterken van de sociale basis. Ook inwoners dragen bij aan het socialer maken van hun buurt. Om de betrokkenheid van inwoners te vergroten, stellen wij via het Inwonersfonds vanaf 1 maart 2026 opnieuw geld beschikbaar. Voor nieuwe aanvragen en eventuele vervolgaanvragen.

Basisondersteuning
Wanneer inwoners zich niet redden met steun van het eigen netwerk en/ of de sociale basis, kijkt Wijkracht Hengelo of extra ondersteuning nodig is vanuit de basisondersteuning. De basisondersteuning is een algemene voorziening en wordt zoveel mogelijk wijkgericht vormgegeven. Het is bedoeld voor een brede reeks ondersteuningsvragen, eenvoudig of complex, kortdurend of langdurend, groepsgewijs en/of individueel.

De werving van de basisondersteuning heeft de eerste jaren van de uitvoering van het transformatieplan gedomineerd. In september 2024 hebben wij de opdracht voor het 'realiseren en doorontwikkelen van de basisondersteuning' gegund aan Stichting Wijkracht. Zij voeren deze opdracht uit samen met een aantal kernpartners, onder de naam Wijkracht Hengelo.
Het jaar 2025 is een overgangsjaar. Daarbij ligt de focus op zorgcontinuïteit en een dekkend zorglandschap. Zo goed als alle latende aanbieders hebben meegewerkt aan de warme overdracht van inwoners die om een verlenging van hun ondersteuning vroegen. De overdracht heeft geleid tot een aantal bezwaar- en beroepsprodecures.
Na gunning hebben wij samen met Wijkracht Hengelo ook het zakelijk partnerschap verder uitgewerkt. Het vraagt om het formuleren en 'doorleven' van de passende voorwaarden en afspraken, met een gezamenlijk doel, verantwoordelijkheid en grondhouding, erkenning van belangen en een professionele organisatie.

1 januari 2026 markeert het einde van het overgangsjaar, waarin de basisondersteuning is geïmplementeerd. In 2026 zetten wij de volgende stap in de doorontwikkeling van de basisondersteuning. Zo bereiden wij ons, samen met Wijkracht Hengelo, voor op de 'ingroei' van een aantal vormen van welzijn en ondersteuning binnen de basisondersteuning (per 2027). Denk daarbij aan ervaringsdeskundigheid en vrijwilligerswerk. En wij werken samen met Wijkracht Hengelo verder aan een strategische ontwikkelagenda. Onderdeel van de agenda is bijvoorbeeld het versterken van de sociale basis in de wijk (met aandacht voor onder andere eenzaamheid), de transformatie van 'zorgen voor' naar 'zorgen dat', gerichte sturing op jeugdhulp en implementatie van integrale toegang.
Met het innovatiebudget investeert Wijkracht Hengelo in 2026 in initiatieven die bijdragen aan de transformatie. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Programmaregie op Jeugd; een programmaregisseur jeugd bewaakt de opgaven voor jeugd over alle wijkteams heen en zorgt voor afstemming met partners in de stad. Dit versterkt de regie op jeugdpreventie en zorgt voor een gerichte aanpak van urgente thema’s.

  • Verbinding sociale basis en basisondersteuning: een aanjager verbindt signalen uit de basisondersteuning met de sociale basis en versterkt deze waar nodig.

  • Technologie; mogelijkheden verkennen hoe technologie helpend kan zijn bij de ondersteuning en zelfredzaamheid van inwoners.

Zakelijk partnerschap is een cruciaal onderdeel van de basisondersteuning. Het betekent dat Wijkracht Hengelo en de gemeente de traditionele 'opdrachtgever-opdrachtnemer verhouding' moeten loslaten en elkaar 'anders moeten vasthouden'. Om hierin te ondersteunen is in het najaar 2025 een partnerschapstraject gestart. Om op verschillende niveaus (operationeel – strategisch – bestuurlijk) het zakelijk partnerschap, en de betekenis daarvan voor het handelen, verder te doorleven. In 2026 zal dit vervolgd worden en blijven wij samen investeren in relatie, communicatie en gezamenlijke leerprocessen.

Het contract van de basisondersteuning geldt voor een periode van maximaal acht jaar (vier jaar met twee opties tot verlenging met twee jaar). Het uitgangspunt is dat wij deze acht jaar volmaken. In 2026, halverwege de eerste contractperiode, dient echter een bewuste keuze gemaakt te worden over het al dan niet verlengen van de overeenkomst. Indien gekozen wordt om niet te verlengen, moet dit tijdig kenbaar worden gemaakt en wordt het traject voor een nieuwe inkoop gestart. Om tot een weloverwogen besluit te komen, wordt in 2026 een zorgvuldig proces ingericht. In dit proces is het van belang dat de keuze met betrekking tot verlenging niet alleen juridisch en financieel, maar ook inhoudelijk en relationeel goed onderbouwd is. Wij zullen de gemeenteraad hierin tijdig meenemen.

Sturen op jeugd(hulp)
Wij geven prioriteit aan het goed organiseren van hulp en ondersteuning aan kinderen en gezinnen met de meest complexe problemen. Wij zetten extra in op de jeugd(hulp) omdat wij zien dat de projecten en pilots van de afgelopen jaren nog onvoldoende geresulteerd hebben in (financiële) beheersbaarheid van de inzet van jeugdhulp.

Met het vaststellen van de Zomernota 2024-2028 is besloten extra in te zetten op jeugd(hulp). De extra inzet richt zich op drie lijnen: omslag in denken en doen, regie op de toegang en versterken van de sociale basis. Deze zijn vertaald in de volgende concrete opgaven:

  • Wachtlijstvrij werken team Jeugd en Gezin

  • Afspraken over verwijzingen externe verwijzers en samenwerking met basisondersteuning

  • Wonen en verblijf (instroom beperken en uitstroom bevorderen)

  • Afspraken gecertificeerde instellingen en toekomstscenario kind en gezinsbescherming

  • Brede analyse en triage aan de voorkant

  • Investeren in sociale basis jongeren

  • Onderwijsondersteuningsstructuren.

Wij zien inmiddels dat er geen wachtlijsten meer zijn en de problematiek niet verergert. En dat het investeren in extra gesprekken aan de voorkant, tot andere, goedkopere, maar toch passende inzet van ondersteuning leidt. Dit heeft een positief effect op de kosten.
Om de uitstroom uit wonen en verblijf te bevorderen en de instroom te beperken, hebben wij het werken met toekomstplannen voor jeugd 16+ verder uitgewerkt en hiervoor een app geïmplementeerd. En wij zijn in gesprek met de gecertificeerde instellingen over de inzet van jeugdhulp. Regionaal is - bij OZJT - het coördinatiepunt wonen en verblijf ingericht (voor goedkoopst adequaat alternatief) en zijn indicatoren geformuleerd om gerichter te sturen op ontwikkelingen in het zorglandschap.
Naar aanleiding van een positieve evaluatie van de pilot Jeugdhulpteams (JHT) op zorgintensieve scholen, zijn wij in 2025 een aanbesteding gestart voor de onderwijsondersteuningsarrangementen. Ook hebben wij besloten mee te doen met de Onderwijs Jeugd Arrangementen (OJA) op zorgintensieve scholen in Enschede.
Met Studio15, dat veel publieke aandacht heeft gehad, investeren wij in de sociale basis voor jongeren. Wij laten onderzoek uitvoeren naar de impact van Studio15, om in 2026 te kunnen besluiten over de voortgang.

Ook in 2026 blijven wij op deze opgaven jeugd(hulp) inzetten. Vanuit het team Jeugd en Gezin sturen wij aan de voorkant op passende inzet vanuit de geïndiceerde maatwerkondersteuning, en hebben wij daarover ook het gesprek met de andere verwijzers (zoals huisartsen en gecertificeerde instellingen). Wij blijven invulling geven aan de toekomstplannen en houden in de gaten of de woonvoorzieningen voor jongvolwassenen passend en toereikend zijn.
Wij zetten in op het Toekomstscenario kind en gezinsbescherming ter verbetering en vereenvoudiging van de jeugdbeschermingsketen. Dit doen wij regionaal en samen met de partners in de keten. Ook de afbouw en ombouw van residentiële voorzieningen zoals Jeugdzorg+ en de drie milieuvoorzieningen (voorziening die verblijf, behandeling en school/ werk combineert) blijft regionaal belangrijk. Evenals het terugdringen van wachtlijsten bij jeugdhulpaanbieders.

En samen met het onderwijs en jeugdhulppartners werken wij in 2026 aan een verdere doorontwikkeling van de onderwijszorgarrangementen, gericht op vereenvoudiging, maatwerk en continuïteit van ondersteuning op (zorgintensieve) scholen.

Aan de eerdere investeringen in jeugd(hulp) voegen wij vanaf 2026 een extra investering toe. Om vanuit de toegang en contractmanagement regionaal te kunnen inzetten op het Sturingsplan jeugd en de Prioritaire opgave jeugd. Beide zijn sterk gericht op het terugdringen van wonen en verblijf. Zie ook 5.1.3. Strategische agenda en 5.2.6. Sociaal domein.

Doorontwikkeling monitoring en sturing
De transformatie sociaal domein gaat in de basis over de beweging die wij in gang zetten. Meer sociale basis en basisondersteuning en minder gebruik van maatwerkvoorzieningen. Om die beweging te monitoren, gebruiken wij de volgende kernindicatoren:

  • Het gebruik van voorzieningen (aantallen gebruikers van voorzieningen)

  • De uitgaven (in relatie tot besparingsopgave)

  • De beleidsdoelstellingen (waaronder ervaringen van inwoners met een ondersteuningsvraag).

Wij zijn in 2023 gestart met het definiëren van deze kernindicatoren en het ombouwen van onze data- en informatiehuishouding. En hebben deze daarna in een factsheet samengebracht. Naast de bestaande managementdashboards, zijn de eerste dashboards voor de transformatie ontwikkeld (voor wonen en verblijf en sociale basis). Deze worden nog verder door ontwikkeld. Wij zijn samen met Wijkracht Hengelo bezig de stuurinformatie van beide organisaties op elkaar te laten aansluiten. En in 2025 zijn zowel het Klantbelevingsonderszoek (KBO) voor Werk en inkomen als het Cliëntervaringsonderzoek (CEO) voor Jeugdhulp en Wmo uitgevoerd.

Voor het meten van de transformatie investeren wij in 2026 verder in registratie, dashboards en het ophalen van informatie per doelgroep. Wij gaan kijken hoe wij de de tevredenheidsonderzoeken meer uniform en gemeentebreed kunnen uitvoeren, waarbij ook aan de wettelijke eisen moet worden voldaan. Dit in relatie ook tot de ontwikkeling van de participatiemix (zie paragraaf 5.2.6 Sociaal domein).
Voor de monitoring en sturing van de transformatie zal de informatie over de opdracht basisondersteuning een belangrijke rol spelen. Wij werken samen met Wijkracht Hengelo om deze informatie te kunnen monitoren en te gebruiken. Daarnaast richten wij de PDCA-cyclus in en verantwoorden wij richting de gemeenteraad via de P en C cyclus en factsheets. Ook in relatie tot het gemeentebrede vervolgtraject op de actualisatie doelen en indicatoren.
Met de verwerving van zorg en welzijnsdiensten, de nieuwe afspraken over de basisondersteuning en het aanpassen van de beleidsindicatoren daarop, ontstaat een nieuwe manier van sturen op volume en uitgaven. Dit heeft impact op de wijze van (meerjarig) monitoren. Het meten en verantwoorden van de voortgang op de transformatie zal op onderdelen heringericht moeten worden.

Wij hebben geen factsheet toegevoegd bij deze Beleidsbegroting. Het doel van de begroting is vooruitkijken; met prognoses en streefwaarden. Anders dan bij de Jaarrekening en Beleidsrapportage waarin wij terugkijken. Wij hebben nog onvoldoende informatie om het 'vooruitkijken' en trends in een factsheet te vervatten. Dit komt doordat wij nog geen langere termijn informatie hebben over de transformatie, die is pas net van start gegaan. En wetende dat wij met de gemeenteraad nog verder gaan kijken naar aanpassingen van de doelstellingen en indicatoren, zullen wij op basis daarvan kijken naar een passende factsheet.

Communicatie over de transformatie
Wij helpen met de communicatie de veranderingen goed te laten landen in de organisatie en bij de mensen om wie het gaat. Wij vertellen waarom wij deze veranderingen doen, hoe wij dat aanpakken en wat dat betekent in de praktijk. Dat doen wij voor alle onderdelen van de transformatie. Wij richten ons op drie groepen: inwoners van Hengelo, organisaties die met ons samenwerken in het sociaal domein (zoals aanbieders, onderwijsinstellingen, verenigingen) en medewerkers van de gemeente. Het doel is om deze groepen goed te informeren én in beweging te brengen. Vanaf 2026 is de communicatie over de veranderingen in het sociaal domein onderdeel van de lijnorganisatie binnen de gemeente. Daarnaast heeft Wijkracht Hengelo de taak om inwoners te informeren en activeren om met hulp en ondersteuningsvragen bij hen te komen. Deze communicatie richt zich vooral op positionering, informatie en activering.

Financieel perspectief
Het transformatieplan is enerzijds opgesteld om onze inwoners in de toekomst de juiste ondersteuning te kunnen blijven bieden, maar aan de andere kant ook om een financieel houdbaar sociaal domein te bereiken. Wij kennen namelijk een financiële opgave aan de lastenkant binnen het sociaal domein.
Om uitvoering te kunnen geven aan de gewenste veranderingen, is met het vaststellen van het transformatieplan een incidenteel transformatiebudget beschikbaar gesteld. Daarnaast zijn structurele investeringen nodig en is aangegeven wat het structurele besparingspotentieel is. Het besparingspotentieel, minus de benodigde investeringen, is met ingang van de Beleidsbegroting 2023-2026 opgevoerd als taakstelling. De oorspronkelijke financiële opgave was daarmee de volgende:

Besparingspotentieel in €

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Structurele besparingen

€ 1.287.750

€ 4.113.500

€ 8.283.500

€ 11.980.000

€ 11.980.000

€ 11.980.000

Structurele investeringen

€ -315.000

€ -3.178.400

€ -4.205.800

€ -5.086.000

€ -5.086.000

€ -5.086.000

Structureel besparingspotentieel

€ 972.750

€ 935.100

€ 4.077.700

€ 6.894.000

€ 6.894.000

€ 6.894.000

Vanaf 2023 hebben wij uitvoering gegeven aan de activiteiten die zijn opgenomen in het transformatieplan. Hiermee hebben wij, zowel inhoudelijk als financieel, grote stappen gezet in de invulling van de taakstelling. De reeds ingevulde besparingen en reeds doorgevoerde investeringen zijn hieronder opgenomen:

Besparingspotentieel in €

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Structurele besparingen

€ 1.287.750

€ 4.113.500

€ 8.021.268

€ 11.717.768

€ 11.717.768

€ 11.717.768

Structurele investeringen

€ -315.000

€ -3.178.400

€ -4.205.800

€ -5.072.369

€ -5.072.369

€ -5.072.369

Structureel besparingspotentieel

€ 972.750

€ 935.100

€ 3.815.468

€ 6.645.399

€ 6.645.399

€ 6.645.399

In de bovenstaande tabel is te zien dat wij een groot gedeelte van de besparingen financieel gezien ingevuld hebben en ook een groot gedeelte van de investeringen gepland staan. Dit hebben wij gerealiseerd door onder andere:

  • Voor bijzondere bijstand en minimabeleid hebben wij de afgelopen jaren een overschot gezien op de budgetten, ondanks de inspanningen om het minimabeleid en de regelingen onder de aandacht te brengen bij onze inwoners. Hierop hebben wij de budgetten naar beneden bij kunnen stellen (23-FP-6.5). Daarnaast zien wij dat wij met de inzet vanuit het actieplan bewind resultaat bereiken, naast steeds meer landelijke aandacht voor schuldenproblematiek en de vroegsignalering van schulden. De kwaliteit van bewind is omhoog gegaan en de uitgaven zijn omlaag gegaan, ondermeer door de kosten van bewindvoering te reduceren (24-FP-6.1). Hiermee is de taakstelling op bijzondere bijstand financieel gezien volledig ingevuld, zonder dat dit ten koste is gegaan van de inwoners.

  • Wij zetten maximaal in op het instrument loonkostensubsidie, bijvoorbeeld vanuit het project werk eerst. De werkelijke uitgaven voor loonkostensubsidie krijgen wij in jaar T+1 vanuit het Rijk vergoed, via de BUIG-uitkering. In eerste instantie bleven wij hierdoor een voordeelgemeente BUIG (24-FP-6.2). Inmiddels is dit, door bijstelling van het macrobudget voor de BUIG, veranderd. Per saldo zullen wij nu meer uitgaven dan inkomsten hebben. Echter, door maximaal in te blijven zetten op het instrument loonkostensubsidie, kunnen wij het verwachte negatieve resultaat flink drukken (25-FP-6.2).

  • Door goed te kijken naar de benodigde zorg en ondersteuning met betrekking tot de Wmo begeleiding en dagbesteding hebben wij een gedeelte van de besparingsopgave kunnen invullen. Daarnaast wordt meer gebruik gemaakt van de voorliggende activiteiten in de Wijkhuyzen in plaats van geïndiceerde dagbesteding (23-FP-6.11). In lijn met de afname van de geïndiceerde dagbesteding, zijn er ook minder uitgaven voor het vervoer hiernaar toe (24-FP-6.5).

  • De pilot 'Krachtig oud worden' is geëvalueerd. Uit de evaluatie is gebleken dat de groep deelnemers langer vitaal is en kan daardoor langer zonder/met minder professionele ondersteuning, zelfstandiger, functioneren. Daarmee voldoet het Krachtig Oud Worden aan de transformatiedoelstellingen en draagt het bij aan een vitale toekomst voor de ouderen die dat graag zelf willen. Financieel gezien is er sprake van een positief resultaat, echter is dit kleiner dan vooraf begroot. Door het uitbreiden van de doelgroep wordt er ook ingezet op het verbeteren van de huidige financiële resultaten. Het is hierbij belangrijk om de komende jaren te blijven monitoren hoe deze investeringen en besparingen zich ontwikkelen (24-FP-6.1)

  • Wij investeren vanuit het transformatieplan in het Preventieteam jeugd en de BSO+(23-FP-6.1).

  • Door het sturen op de plaatsing van jongeren met een Toekomstplan en begeleiding op de locaties Sportlaan Driene en de Korenbloemstraat, zien wij dat wij een aanzienlijke kostenstijging voor wonen en verblijf inclusief begeleiding vanuit zowel Jeugdzorg als Wmo voorkomen (24-FP-6.1).

  • Met de keuze voor de lokale inkoop van basisondersteuning zetten wij een belangrijke stap in lijn met onze, inhoudelijke en financiële, ambities vanuit het transformatieplan. In 2024 is de opdracht voor deze basisondersteuning gegund. De gemeenteraad is hierover geïnformeerd. Het verwachte transformatie-effect (besparingspotentieel) is opgenomen in de opdrachtsom. Met het formele besluit over de gunning van de basisondersteuning, kunnen wij voor een groot gedeelte invulling geven aan het resterende besparingspotentieel vanuit het transformatieplan. Over de daadwerkelijke realisatie van het besparingspotentieel blijven wij zorgvuldig in gesprek met de aanbieder. Daarnaast doen wij (incidenteel) extra investeringen om de transformatie te kunnen bewerkstelligen (25-FP-6.1).

  • De ingezette activiteiten vanuit de topprioriteit Jeugd hebben in 2025 geleid tot de eerste positieve effecten, een verdere kostenstijging is voorkomen en hiermee hebben wij het grootste gedeelte van het besparingspotentieel op jeugd kunnen invullen (25-FP-6.1).

Dat maakt de stand van het besparingspotentieel begin 2026 als volgt:

Besparingspotentieel in €

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Structurele besparingen

€ -

€ -

€ 262.232

€ 262.232

€ 262.232

€ 262.232

Structurele investeringen

€ -

€ -

€ -

€ -13.631

€ -13.631

€ -13.631

Structureel besparingspotentieel

€ -

€ -

€ 262.232

€ 248.601

€ 248.601

€ 248.601

Dit betekent dat de openstaande besparingsopgave structureel ca. € 250.000 bedraagt. In de komende P en C documenten houden wij de gemeenteraad, net als voorgaande jaren, op de hoogte van de inhoudelijke en financiële voortgang van het transformatieplan.

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd