Financiële ontwikkelingen - van Zomernota naar Beleidsbegroting
De uitgangspunten uit de Zomernota 2024-2028 en de besluiten over deze nota zijn verder verfijnd in de nu voorliggende Beleidsbegroting. Na de Zomernota is de begroting op detailniveau geactualiseerd.
In deze paragraaf laten we ook het effect zien van de incidentele baten en lasten en welke invloed dit heeft op het structurele begrotingssaldo de komende jaren.
Aangenomen amendementen en moties Zomernota 2024-2028
Voor alle aangenomen amendementen en moties verwijzen wij naar bijlage 10.7 van de Zomernota 2024-2028.
Tijdens de behandeling van de Zomernota zijn op 17 juli jl. de volgende amendementen en moties aangenomen met financiële mutaties:
Amendement A01: Verhoging stagevergoeding (€ 120.000 in 2026 ten laste van de reserve aanjaagbudget talentopgave)
Amendement A03: Ideeënmarkt 2024/2025.
Motie M01: Gefaseerde afschaffing hondenbelasting.
Motie M03: Gelden Ruimte voor Ondernemen (€ 100.000 in 2025 ten laste van de algemene reserve)
Motie M15: Fonds voor leefbare wijken (100.000 in 2025 en € 100.000 in 2026 ten laste van de algemene reserve).
Het amendement A01 en de moties M03 en M15 hebben geen invloed op het begrotingssaldo. Het amendement A03 Ideeënmarkt en motie A01 gefaseerde afschaffing van de hondenbelasting hebben wel invloed op het begrotingssaldo. Deze 2 onderdelen worden na het onderstaand overzicht toegelicht.
Financieel perspectief 2025-2028
In onderstaand overzicht wordt ingegaan op de ontwikkelingen vanaf de besluitvorming van de Zomernota 2024-2028 tot medio september 2024. Na de Zomernota is de begroting op detailniveau uitgewerkt en geanalyseerd. Er zijn zo realistisch mogelijke inschattingen gemaakt van de ramingen op basis van de inzichten tot medio september. Dit leidt tot het volgende financieel perspectief voor de periode 2025-2028:
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|
Beginstand Zomernota 2024-2028 (aanbieding college) | 432 | -1.025 | -1.630 | -543 |
Aangenomen amendementen en moties tijdens raadsvergadering 17 juli 2024: | ||||
1. Motie gefaseerde afschaffing hondenbelasting: | ||||
1a. Structureel lagere baten hondenbelasting | -143 | -143 | -143 | -143 |
1b. Structurele dekking verdere gefaseerde afschaffing hondenbelasting | p.m. | p.m. | p.m | |
2. Overige amendementen en moties Zomernota 2024-2028 | -100 | |||
Saldo Zomernota 2024-2028 (na raadsvergadering) | 189 | -1.168 | -1.773 | -686 |
3. Viering 80 jaar bevrijding | -55 | |||
4. Beschermd wonen: | ||||
4a. Bijdrage gemeente Enschede | 850 | |||
4b. Voorkomen instroom (van jongvolwassenen) in (beschermd) wonen en uitstroom bevorderen | -850 | |||
5. Detailuitwerking begroting | 177 | 378 | 164 | -157 |
Totaal begrotingssaldo 2025-2028 | 311 | -790 | -1.609 | -843 |
Het begrotingssaldo is alleen voor de jaarschijf 2025 positief. Vanaf 2026 zijn er tekorten, die met name worden veroorzaakt door te weinig compensatie van het Rijk in de gemeentefondsuitkering. We ontvangen in deze uitkering te weinig middelen om de loon- en prijsstijgingen op te vangen en de gemeentelijke taken uit te voeren.
1. Motie gefaseerde afschaffing hondenbelasting
We geven uitvoering aan de motie door het gefaseerd afbouwen van de hondenbelasting met de intentie om de hondenbelasting volledig af te schaffen met inachtneming van de structurele dekking ervan.
In 2025 is het eerste deel van de afschaffing (25%) gedekt binnen het begrotingssaldo. Vanaf 2026 wordt de dekking gezocht binnen de lijn van de eerder aangenomen motie (C01-M01, Zomernota 2023-2027) om bij nieuwe financiële meevallers van structurele aard de mogelijke inzet hiervan voor (al dan niet gedeeltelijke) dekking van de hondenbelasting uitdrukkelijk mee te nemen. Dit betekent dat wanneer zich structurele meevallers/voordelen voordoen, deze ten eerste worden ingezet om een gefaseerde afschaffing van de hondenbelasting te dekken.
2. Overige amendementen en moties Zomernota 2024-2028
Zoals hiervoor al is aangegeven is het amendement A03 Ideeënmarkt 2024/2025 (€ 100.000 in 2025) gedekt uit het begrotingssaldo (conform het amendement). De overige amendementen en moties verlopen op dit moment, in de uitwerking in deze begroting, budgettair neutraal d.w.z. hebben geen invloed op het begrotingssaldo.
3. Viering 80 jaar bevrijding
In 2025 zal extra aandacht worden geschonken aan het feit dat Nederland 80 jaar is bevrijd. We vinden het voor de huidige generaties waardevol dat zij ook beseffen wat leven in vrijheid betekent. Ook gelet op allerlei oorlogen elders in de wereld, maar ook op het Europese continent die op dit moment plaatsvinden. In Nederland en Hengelo zien we dit ook terug door de opvang van vluchtelingen.
4. Beschermd wonen
Op basis van historische ervaring verwachten we van centrumgemeente Enschede een teruggave van middelen beschermd wonen van € 850.000 in 2025 (onderdeel 4a). Het objectieve verdeelmodel voor de middelen die gemeenten ontvangen voor beschermd wonen is nog niet ingevoerd. Dit is onlosmakelijk verbonden met het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel, waarvan de nieuwe streefdatum voor invoering 1 januari 2026 is. Wij verwachten deze teruggave daarom incidenteel voor 2025. Deze middelen investeren we in 2025 in de doelgroep om instroom (van jongvolwassenen) in (beschermd) wonen te voorkomen en de uitstroom te bevorderen.
5. Detailuitwerking begroting
De detailuitwerking van de begroting leidt, na de vaststelling van de Zomernota 2024-2028, nog tot financiële mutaties. Dit is vooral het gevolg van de gedetailleerde actualisatie (o.a. fasering) van investeringen. Dit leidt tot aanpassingen in de financieringsbehoefte, de kapitaallasten en de reserve dekking kapitaallasten voor de komende jaren. Voor de jaren 2025 tot en met 2027 leidt de detailuitwerking in totaliteit tot voordelen.
Voor de jaarschijf 2028 zijn de kapitaallasten bij vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte hoger, zoals voor wegen, openbare verlichting en groen. Vorig jaar zijn met name een drietal investeringen in wegen doorgeschoven, waardoor de kapitaallasten voor het eerst in de jaarschijf 2028 zichtbaar worden.
Dit jaar hebben we de planning van deze investeringen van vorig jaar nog niet aangepast (zie 25-FP-2.2 Zomernota 2024-2028). We willen eerst de nieuwe beheernota Infrastructurele Kapitaalgoederen (BIK) opstellen, waarvoor in de Zomernota 2024-2028 middelen zijn vrijgemaakt (25-NB-2.5). In deze beheernota worden de kaders gesteld zowel beleidsmatig (welke kwaliteit te leveren) als financieel (hoeveel mag dat kosten), voor het beheer en onderhoud van de infrastructurele kapitaalgoederen: wegen, openbare verlichting, straatmeubilair, bewegwijzering, verkeersregelinstallaties en groen. Kapitaalvernietiging en/of onveilige situaties moeten hiermee worden voorkomen. Het vast te stellen kwaliteitsniveau mag daarom niet onvoldoende zijn. Op basis van deze nog te maken beheernota zal in de Zomernota 2026-2030 een reëler beeld komen. Dan passen we op dat moment de investeringsoverzichten voor deze kapitaalgoederen aan. We verwachten hierin een grote opgave op zowel inhoud c.q. uitvoering als in financiële zin. Hierbij wordt ook gekeken naar (herziene) prioritering en fasering.
Structureel begrotingssaldo 2025-2028
Het uitgangspunt op basis van de vastgestelde Zomernota 2024-2028 was een structureel sluitende begroting voor de jaarschijf 2025 te presenteren. Dit past binnen het provinciaal toezichtkader.
Het structureel begrotingssaldo wordt gepresenteerd in onderstaand overzicht. Op de eerste regel wordt het resultaat (saldo baten en lasten) voor bestemming gepresenteerd, dat wil zeggen het resultaat zonder mutaties in de reserves. De totale mutaties van de reserves worden op de tweede regel getoond. Deze 2 onderdelen leiden samen tot het begrotingssaldo 2025-2028 d.w.z. het resultaat na bestemming. Voor deze 3 onderdelen verwijzen wij voor de cijfermatige onderbouwing naar bijlage 7.1.2. Baten en lasten per programma.
Dit is dan het begrotingssaldo als het verschil tussen de totale lasten en de totale baten. Hierbij is echter geen rekening gehouden met het onderscheid tussen structurele en incidentele baten en lasten. Om de structurele begrotingsruimte te bepalen worden de totale lasten en baten verminderd met de incidentele baten en lasten. De incidentele baten en lasten zijn in bijlage 7.1.3 weergegeven. In deze bijlage is te zien dat de totale incidentele lasten in de jaren 2025, 2027 en 2028 hoger zijn dan de totale incidentele baten, hetgeen voor deze jaren een gunstig/positief effect heeft op het structurele begrotingssaldo. Voor het jaar 2026 zijn de incidentele lasten heel iets lager dan de incidentele baten. Het structurele begrotingssaldo ziet er als volgt uit (bedragen * € 1.000):
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|
Saldo baten en lasten voor bestemming/resultaat voor bestemming (zie bijlage 7.1.2) | 7.103 | -4.804 | -2.085 | -808 |
Saldo toevoegingen en onttrekkingen aan reserves/mutaties reserves (zie bijlage 7.1.2) | -6.791 | 4.014 | 476 | -35 |
Begrotingssaldo 2025-2028/resultaat na bestemming | 311 | -790 | -1.609 | -843 |
Waarvan saldo incidentele baten en lasten | 6.806 | -9 | 24 | 116 |
| 7.117 | -799 | -1.585 | -727 |
Het structureel begrotingssaldo 2025 is bijna € 7,1 miljoen positief. Dit is voor het jaar 2025 ruim voldoende in het kader van het provinciaal toezicht. In 2025 ontvangen we nog een veel hogere gemeentefondsuitkering, met name deze hogere structurele baten in 2025 kunnen de incidentele lasten in 2025 dekken.
Vanaf de ravijnjaren 2026 e.v. ontvangen we veel minder gemeentefondsuitkering van het Rijk. In 2026 is de verwachte gemeentefondsuitkering voor Hengelo ten opzichte van 2025 ruim € 12 miljoen lager; voor 2027 en 2028 is dit respectievelijk € 10,7 miljoen en € 8,5 miljoen lager.
Door de verlaging van deze toekomstige rijksinkomsten hebben vorige colleges, ons college en uiteindelijk de gemeenteraad nadrukkelijk keuzes gemaakt om de begrotingstekorten niet te hard op te laten lopen en beheersbaar te (blijven) houden.
Vanaf 2026 is het structureel begrotingssaldo negatief. We streven er naar in de nieuw op te stellen Zomernota 2025-2029 de tekorten vanaf 2026 verder terug te dringen. Ook blijven we stevig bij het Rijk (en via de VNG) lobbyen voor meer rijksmiddelen passend bij het gemeentelijk takenpakket, zodat taken en middelen goed in balans blijven.