Overige ontwikkelingen, risico's en financiële positie
Mogelijke aanpassing rijksbeleid
Het demissionaire kabinet zal echter alleen lopende zaken afhandelen. Een demissionair kabinet wordt niet geacht om belangrijke politieke beslissingen te nemen. Het zal geen ingrijpende wetsvoorstellen voor behandeling naar de Kamer sturen en wetsvoorstellen die daar al in behandeling zijn, worden niet behandeld tot na de kabinetsformatie, tenzij de Tweede Kamer hierover anders heeft besloten. Dit kan tot consequentie hebben dat reeds aangekondigde nieuwe wet- en regelgeving nog niet wordt aangenomen of vertraging oploopt.
Tevens kunnen we op dit moment niet de consequenties van het nieuwe rijksbeleid inschatten van een nog nieuw te vormen kabinet.
Gemeentefonds en SPUKS
De vervolgonderzoeken naar de herijking van het gemeentefonds zijn door het Rijk nog niet afgerond. De kans bestaat dat het verdeelmodel voor het gemeentefonds alsnog wordt aangepast met ingang van 2027. Het risico op een nadelige herverdeling blijft bestaan. Tevens weten we niet of de demissionaire status van het kabinet of een nieuw kabinet van invloed is op (de herijking van) het gemeentefonds.
We hebben nog steeds te maken met ongebruikelijke, grote onzekerheden wat betreft de overheidsfinanciën, zoals de gemeentefondsuitkering en specifieke uitkeringen (SPUKS) van het Rijk. Opvallend is dat het Rijk een korting op de meeste specifieke uitkeringen (SPUKS) wil doorvoeren van 10%, met of zonder omzetting van de SPUK naar het gemeentefonds. Hiermee loopt de gemeente nog wel de nodige risico's.
Het Rijk motiveert de korting van 10% op de SPUKS voornamelijk met het argument vermindering van het takenpakket voor gemeenten of een doelmatige uitvoering, terwijl gemeenten in werkelijkheid geen of nauwelijks vermindering van administratieve en controlelasten ervaren in de uitvoering. Om de 10% korting tegen te gaan zijn we als college mede-indiener van de motie 'Stop de verkapte bezuiniging op SPUKS' geweest voor de Algemene Ledenvergadering van de VNG op 18 juni jl.
Gebiedsbudget grootschalige woningbouwopgave en mobiliteitsfonds
Parallel aan het opstellen van deze Beleidsbegroting is door ons college (in afstemming met het college van de gemeente Enschede) een concept aanvraag voor een financiële bijdrage van het Rijk uit het Mobiliteitsfonds en Gebiedsbudget voor de grootschalige woningbouwlocatie in de Spoorzone Hengelo-Enschede ingediend.
Op 1 oktober 2025 is het raadsvoorstel "Cofinanciering aanvraag Mobiliteitsfonds en Gebiedsbudget grootschalige woningbouw Rijk (Spoorzone Enschede Hengelo)" in de gemeenteraad behandeld (zaaknummer 3946796). Het definitieve raadsbesluit volgt na de vaststelling van deze Beleidsbegroting in ons college op 30 september jl..
Dit houdt in dat de (reserve)mutaties in dit afzonderlijk raadsvoorstel voor de co-financiering niet zijn verwerkt in de nu voorliggende Beleidsbegroting. In het afzonderlijk raadsvoorstel wordt aangegeven wat dit voorstel o.a. betekent voor de algemene reserve en de weerstandsratio. In de onderstaande onderdelen 'weerstandsvermogen' en 'ontwikkeling algemene reserves' wordt hier tevens op ingegaan.
Energie & warmte
Het elektriciteitsnet loopt steeds verder vol. Het kan de groeiende vraag naar elektriciteit en het stijgende aandeel van duurzame elektriciteit uit wind en zon niet meer aan (netcongestie). Hierdoor kunnen aansluitingen op het net niet of slechts beperkt gerealiseerd worden. Dit belemmert de voortgang van projecten zoals woningbouw, gebiedsontwikkeling en de energietransitie.
Waar netcongestie tot problemen leidt zullen we dit continu aankaarten bij de netbeheerders, die verantwoordelijk zijn voor het energienetwerk, zodat zij passende maatregelen kunnen treffen. Ook medeoverheden zullen hierin een rol richting netbeheerders moeten spelen, met name in relatie tot de grote woningbouwopgave waar we in het SHE-gebied voor staan.
Ook vraagt netcongestie een intensieve samenwerking met regionale partners om de prioritering en daarmee de fasering van projecten te beïnvloeden. Zo zijn we samen met Enschede, Borne en verschillende partners de haalbaarheid van een regionaal Warmtebedrijf aan het onderzoeken. Daarnaast verkennen we verschillende mogelijkheden voor energieopslag. We ondersteunen onze inwoners tevens met het verduurzamen van hun woningen door middel van subsidies en leningen.
Beheernota infrastructurele kapitaalgoederen (BIK)
In april 2025 zijn we gestart met het opstellen van een Beheernota Infrastructurele Kapitaalgoederen (BIK). De BIK beschrijft alle activiteiten en middelen die nodig zijn om de assets in de openbare ruimte op het gewenste kwaliteitsniveau te houden en zo de kwaliteit te waarborgen voor de toekomst. We hebben daarbij ook aandacht voor het gevoel van veiligheid van inwoners in hun wijk waar dit een relatie heeft met de openbare ruimte, met name rondom tunnels en bruggen.
Onderwijshuisvesting
Voor adequate onderwijshuisvesting voor leerlingen staan we aan de vooravond van grote opgaven de komende jaren en decennia. Het Rijk is hierbij ook aan zet, omdat we als gemeenten op landelijk niveau € 1,2 miljard te weinig ontvangen voor onderwijshuisvesting. De komende jaren (tot 2030) hebben we als gemeente extra middelen voor de 1e tranche € 50 miljoen (plus indexatie) vrij gemaakt. Dit vrijgemaakte investeringskader is ontoereikend voor alle bouwprojecten die voor de periode tot 2030 zijn verwoord in tranche 1 van het Integraal huisvestingplan (IHP). De planning van de 1e tranche van het het IHP is ten opzichte van de oorspronkelijke planning aangepast. De 1e tranche van dit investeringskader is een begin. De toekomstige noodzakelijke investeringen vanaf 2030 zijn groot. We maken ons zorgen over de toekomstige investeringen vanaf 2030 en de financiële risico's die we hierbij lopen.
BTW compensatiefonds
We benutten de volledige structurele ruimte onder het plafond BTW compensatiefonds vanaf 2026 (op basis van de afrekening 2024). Dit is ook toegestaan in het kader van het provinciaal toezicht. Hiervoor hebben we in de Beleidsbegroting een structurele stelpost opgenomen van ongeveer € 1,6 miljoen voor Hengelo.
Nieuwe rijksmaatregelen Hervormingsagenda Jeugd m.i.v. 2028
Het Rijk is voornemens om per 2028 nieuwe maatregelen te treffen, waardoor de uitgaven binnen de jeugdzorg zullen dalen. Deze maatregelen zien toe op het invoeren van een eigen bijdrage voor jeugdzorg, het sturen op de trajectduur en het indexeren van de opbrengst van de Hervormingsagenda (HVA). Voor het indexeren van de opbrengst van de HVA achten wij het niet reëel om een taakstelling op te nemen, gezien de inspanningen die wij al doen binnen het Transformatieplan. Hiervoor verwijzen wij naar de uitgebreide toelichting in het Totaal financieel perspectief 2025-2029 in de Samenvatting van de Zomernota 2025-2029. Voor de eerste twee maatregelen, de eigen bijdrage en het sturen op de trajectduur, hebben wij wel een taakstelling opgenomen in onze begroting. Hier zijn echter wel risico's aan verbonden. Voor de invoering van de eigen bijdrage zijn wij afhankelijk van veranderende wetgeving die vanuit het Rijk moet plaatsvinden. Voor het invullen van de taakstelling met betrekking tot het sturen op de trajectduur zien wij vanaf 2028 een risico, omdat wij nu al sturen op de trajectduur en het voor ons nog onbekend is of hier overlap in zit.
Mogelijke (stelsel)wijzigingen Jeugd en Wmo
Daarnaast is het Rijk voor zowel Jeugd als Wmo bezig met het onderzoeken van een nieuw bekostigingsmodel, waarbij de indexatie van de bekostiging en de verdeling van de financiële risico’s tussen Rijk en gemeenten moeten gaan aansluiten bij de bestuurlijke afspraken daarover tussen Rijk en VNG. Definitieve besluitvorming vindt plaats in de Voorjaarsnota 2026 van het Rijk. We kunnen nu nog niet inschatten welke beleidsmatige en financiële consequenties dit heeft voor gemeenten.
Ook komt de commissie van Ark komt in het 1e kwartaal van 2027 met een nieuw advies over de voortgang van de Hervormingsagenda Jeugd en de mogelijke stelselwijziging in de jeugdzorg. Het Rijk zal de uitkomsten van de commissie-Van Ark II meewegen in de Voorjaarsnota 2027.
Onderzoek reëel tarief huishoudelijke ondersteuning
Landelijke regelgeving schrijft voor dat tarieven binnen Wmo en Jeugdzorg voldoende dekkend moeten zijn. Regionaal wordt daarom nu een onderzoek ingesteld naar de tarieven Huishoudelijke Ondersteuning (HO) voor 2025 en 2026 met de vraag of deze reëel zijn. Bij aanvang van het contract zijn reële tarieven bepaald op basis van de toen geldende Cao. Doordat er een nieuwe Cao is, is het de vraag of de huidige tarieven als reëel kunnen worden beschouwd. Uit dit onderzoek zullen aanbevelingen voor de tariefopbouw volgen. Besluitvorming hierover zal later dit jaar plaatsvinden. De verwachting is dat we op dit moment geen reële tarieven betalen en dat we dus de tarieven moeten bijstellen. Op dit moment hebben wij de regulier prijsindexatie voor HO (5,26%) opgenomen in deze begroting. Na besluitvorming over de uitkomsten van het onderzoek naar de tarieven, weten wij wat het effect hiervan zal zijn en komen wij hierop terug in het eerstvolgende P en C-document. De aangepaste tarieven gelden naar verwachting voor de rest van de looptijd van het contract, dat betekent de jaren 2026 en 2027.
Arbeidsmarktkrapte (ook bij partners)
In komende jaren krijgen we te maken met een verder afnemende beroepsbevolking. Hoewel er een lichte afname is in het aantal openstaande vacatures in de regio, blijft de arbeidsmarkt voor de meeste gemeentevacatures in Twente krap tot zeer krap. Daarnaast geldt voor onze eigen organisatie dat wij de komende jaren vanuit vergrijzing een substantiële uitstroom van medewerkers gaan zien, waardoor het gevaar van kennislek op de loer ligt. Alle reden om hier op te anticiperen en ook de komende jaren te blijven bouwen aan het versterken van onze positie op de arbeidsmarkt. Met de uitvoering van het plan van aanpak Young Talent Recruiting in aansluiting op de Talentopgave, wordt in 2026 verder ingezet op enthousiasmeren en binden van jong talent voor- en aan de gemeente Hengelo en de regio Twente. In het licht van de hiervoor beschreven context is het van belang om ons te blijven onderscheiden als goede werkgever. Niet alleen vanuit de mogelijkheden die de Cao ons geeft, maar ook (en vooral) vanuit een zo maximaal mogelijke inzet op behoud, het binden en boeien van onze huidige medewerkers. Denk hierbij aan voldoende ruimte voor leren & ontwikkelen en investeren in vitaliteit. Tot slot blijven wij continu aandacht houden voor de goede balans tussen onze taken, grote opgaven en de benodigde inzet hierop in kwalitatieve en kwantitatieve zin. Het instrument strategische personeelsplanning krijgt opvolging en vormt hierbij een belangrijk instrument.
Weerstandsvermogen
Ten opzichte van de Zomernota 2025-2029 is het risicoprofiel iets naar boven aangepast, namelijk van € 26 miljoen in de Zomernota naar € 26,1 miljoen in deze Beleidsbegroting. Er heeft een nieuwe actualisatieronde plaatsgevonden in de organisatie de afgelopen periode.
In de beleidsprogramma's (paragraaf 5.2) worden de risico's per programma uitvoerig beschreven. Om de risico's op te vangen willen we met name de algemene reserve op aanvaardbaar peil houden om voldoende (beschikbaar) weerstandvermogen achter de hand te hebben. De belangrijkste risico's zijn beschreven in paragraaf 6.2.4.
Op basis van de laatste risico-inventarisatie is de benodigde weerstandscapaciteit berekend op € 26,1 miljoen (=benodigd weerstandsvermogen). Op basis van de kaderstelling bestaat het beschikbaar weerstandsvermogen uit de algemene reserve 'sec', onvoorzien incidenteel en de onbenutte belastingcapaciteit. Het beschikbaar weerstandsvermogen is bijna € 68,1 miljoen eind 2026 tot ruim € 66,2 miljoen eind 2029.
Dit is exclusief het raadsbesluit over "Cofinanciering aanvraag Mobiliteitsfonds en Gebiedsbudget grootschalige woningbouw Rijk (Spoorzone Enschede Hengelo)" (zaaknummer 3946796), die op 1 oktober 2025 in de gemeenteraad is vastgesteld. Dit betekent dat bij de besluitvorming van deze Beleidsbegroting in het college op 30 september 2025 er nog geen definitief raadsbesluit was over dit onderwerp. Dit houdt in dat we dit raadsbesluit niet konden meenemen in de cijfers en grafieken in deze Beleidsbegroting.
Op basis van de bovenste gegevens leidt dit tot het volgende beeld voor het weerstandsvermogen:

De weerstandsratio is eind 2026:
Beschikbaar weerstandsvermogen (€ 68,1 miljoen)
---------------------------------------------------------------------------------- = ratio weerstandsvermogen (2,6)
Benodigd weerstandsvermogen (26,1 miljoen)
De verwachte weerstandsratio's zijn identiek aan de ratio's in de Zomernota 2025-2029. Daarmee vallen deze ratio in de waarderingscategorie uitstekend op basis van de nota Integraal risicomangemet en weerstandsvermogen.
Grootschalige woningbouw/strategische opgaven
Indien rekening wordt gehouden met het bovengenoemde seperate raadsbesluit over de grootschalige woningbouw (gemeenteraad 1 oktober 2025), dan komt de weerstandsratio voor de komende periode 2026-2029 uit op circa 2,0. Dit ratio is nog ruimschoots boven het minimale niveau van 1,0, zoals door de gemeenteraad is vastgesteld in de nota Integraal risicomanagement en weerstandsvermogen.
Zoals eerder aangegeven in onze P en C documenten zijn we nog veel middelen nodig hebben voor de strategische opgaven. Hierbij zullen we ook kijken naar de mogelijke inzet van andere reserves.
Ontwikkeling algemene reserves
Ontwikkeling algemene reserve ('sec')
De verwachte stand van de algemene reserve is eind 2029 bijna € 60,8 miljoen. Dit is nog ruimschoots boven het minimale niveau van de algemene reserve van afgerond € 13,1 miljoen (is 50% van het herijkte risicoprofiel; zie de grafiek hieronder).
Indien rekening wordt gehouden met het separate raadsbesluit over de grote woningbouwopgaven dan is de stand van de algemene reserve eind 2029 bijna € 45,8 miljoen.
De stand van de algemene reserve is ook bepalend voor de norm van het weerstandsvermogen, zoals de gemeenteraad met de vaststelling van de beleidsnota Integraal risicomanagement en weerstandsvermogen 2023-2027 heeft besloten. Dit betekent dat de algemene reserve in 2029 minimaal € 20,6 miljoen moet zijn (= benodigd weerstandsvermogen -/- onvoorzien incidenteel -/- onbenutte belastingcapaciteit) om te voldoen aan de ratio weerstandsvermogen dat groter is dan 1.
Vanuit financieel beleid raden wij u aan om de minimale ondergrens niet op te zoeken, maar een marge aan te houden in deze onzekere financiële tijden.
Ook in het kader van het provinciaal toezicht moeten wij voldoen aan de door de raad gestelde norm van de weerstandsratio. Tevens leiden nieuwe ontwikkelingen in de toekomst tot wijzigingen in de weerstandsratio. Dit geldt voor de basisgegevens, zoals het risicoprofiel, de onbenutte belastingscapaciteit en algemene reserve.
Op basis van de voorliggende Beleidsbegroting ziet de ontwikkeling van de algemene reserve er als volgt uit:

Ontwikkeling algemene reserve grondexploitatie
De algemene reserve grondexploitatie bedraagt eind 2025 € 24,1 miljoen. In de komende jaren verwachten we dat de reserve gaat toenemen (eind 2029) naar € 41,6 miljoen. Deze stijging wordt veroorzaakt door de jaarlijkse winsten op erfpacht en de verplichte (tussentijdse) winstnemingen in de grondexploitaties.
Voor een gedetailleerde toelichting verwijzen we naar paragraaf 6.4 Grondbeleid.
Ontwikkeling reserves
In onderstaande grafiek wordt de ontwikkeling van de algemene reserves (algemene reserve 'sec' en de algemene reserve grondexploitatie) en de bestemmingsreserves weergegeven:

De mutaties in de 2 algemene reserves voor de komende periode in deze Beleidsbegroting laten het volgende verloop zien:
de algemene reserve 'sec' daalt van € 67,9 miljoen eind 2025 naar € 60,8 miljoen eind 2029.
de algemene reserve grondexploitatie stijgt van € 24,1 miljoen eind 2025 naar € 41,6 miljoen eind 2029.
Grote mutaties (in 1 jaar > € 1 miljoen) vinden plaats in de bestemmingsreserves:
reserve dekking kapitaallasten, reserve bodemsanering, reserve vluchtelingen, reserve aanjaagbudget talentopgave en reserve nog uit te voeren werken/activiteiten.
Voor verdere specificaties kunt u de volgende bijlagen raadplegen: