Sociaal domein

Aanspreekpunt bestuurlijk

Burgemeester Schelberg, Wethouders Luttikholt, Bruggink, Freriksen en Steen

Aanspreekpunt ambtelijk

T. Lantink, E. van Spall, K. Webbink en J. Logtenberg

Welke belangrijke ontwikkelingen zien we voor 2025?

Sociale basis en basisondersteuning (transformatie)
Als een inwoner om welke reden dan ook moeite heeft om zelfstandig mee te doen in de maatschappij, dan mag het op de overheid rekenen. De gemeente Hengelo ziet het als een belangrijke taak om inwoners te helpen de regie (terug) te nemen, zodat ze grip hebben op hun leven. Daarbij zijn wij er voor inwoners die het zonder ondersteuning niet redden.

Wij zijn wel bezig de ondersteuning op een ander manier te organiseren. Wij investeren in een stevige sociale basis met passende voorzieningen in de wijk en organiseren de zorg en ondersteuning dichterbij onze inwoners (de basisondersteuning). Wij zorgen ervoor dat het aansluit op bestaande netwerken en maken het toegankelijk (gemakkelijk bereikbaar). Wij organiseren het op een manier die past bij wat inwoners logisch vinden.

Wij werken vanaf 2025 met een select aantal partners en meer wijkgericht met locaties in de wijken waar inwoners met een hulpvraag geholpen kunnen worden. Wij zetten ons in om de overgang naar de basisondersteuning zo soepel mogelijk te laten verlopen, zodat niemand buiten de ‘boot valt’. Het kan alleen anders als wij het samen doen: gemeente, partners en inwoners.
Een gezond en toekomstbestendig sociaal domein begint bij goede zorg voor jezelf en zorg voor elkaar. Voor inwoners, professionals, organisaties en de gemeente betekent dit een omslag in denken en doen, van zorgen voor naar zorgen dat. Zie ook de strategische agenda (paragraaf 5.1.3).

Inwoners zullen vanaf januari 2025 een andere manier van werken gaan merken. Maar ook onze eigen organisatie en de samenwerkende aanbieders zullen grote veranderingen gaan merken. De invulling en planning van activiteiten wordt in 2025 voor een groot deel bepaald door de start van de uitvoering van de basisondersteuning. Zie bijlage 8.4 voor verdere informatie.

Regionale inkoop jeugdhulp
Voor wat betreft de jeugdhulp koopt de gemeente Hengelo een groot deel nog (verplicht) regionaal in. Met de Inkoop Jeugdhulp 2025 koersen wij op een regionaal dekkend zorglandschap (naast onze lokale basisondersteuning) en het borgen van de zorgcontinuïteit voor jeugdigen in Twente. In 2025 gaan de nieuwe overeenkomsten in. Er zijn verschillende ontwikkelingen die maken dat de tarieven voor meerdere vormen van hulpverlening fors hoger worden. Deze autonome ontwikkeling is opgenomen in de Zomernota (24-FP-6.7).
Er komt regionaal een transformatieplan met beheersmaatregelen om de uitzetting van de kosten bij te sturen. Daarbij wordt de relatie gelegd met de Samenwerkingsagenda jeugdhulp Twente, waarover de gemeenteraad in november 2023 is geïnformeerd (zaaknummer 3653475). Een groot deel van de beheersmaatregelen overlappen ons transformatieplan. Door de regionale maatregelen en samenwerking verwachten wij nog wel een versterking van de impact op ons transformatieplan. Wanneer alle gemeenten bijvoorbeeld op een zelfde wijze sturen op de toegang tot wonen en verblijf, helpt ons dat in het maken van afspraken met de aanbieders om de toegang te beperken. De impact op ons transformatieplan kunnen wij op dit moment nog niet kwantificeren, maar komen daar in de Zomernota 2025-2029 op terug.

Hervormingsagenda
Het Rijk, zorgaanbieders, cliënten(vertegenwoordigers), professionals en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben samen de Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028 opgesteld. Dit moet leiden tot verbetering van de hulpverlening en een financieel beheersbaar en duurzaam jeugdstelsel. Er zitten lokale en regionale maatregelen in de hervormingsagenda. Zoals wij in de Zomernota 2024-2028 hebben aangegeven komen de visie, urgentie en de richting van lokale maatregelen van de hervormingsagenda en ons transformatieplan goed met elkaar overeen. De regionale maatregelen in de hervormingsagenda worden nog uitgewerkt, maar komen grotendeels al terug in de Samenwerkingsagenda.
Naast de hervormingsagenda loopt een traject tot vereenvoudiging van de jeugdbeschermingsketen. Het landelijk programma 'Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming' schetst op hoofdlijnen hoe de kind- en gezinsbescherming er over vijf tot tien jaar (2026-2031) uit kan zien. In 2025 zetten wij verder in op een Twentse pilot Toekomstscenario. Zie ook doelstelling 6.2.5 (25-NB-6.4).
Het landelijk programma is opgedeeld in verschillende actielijnen. Een daarvan is de vorming van een regionaal veiligheidsteam (RVT). Dit zal in 2025 vorm krijgen en heeft aanvullende expertise en bevoegdheden op gebied van veiligheidsvraagstukken in gezinnen en huishoudens; aanvullend op ons team Jeugd en Gezin.

Ontwikkelingen Wet maatschappelijke ondersteuning -
Landelijk spelen een drietal grote ontwikkelingen:

  • De inkomensafhankelijke eigen bijdrage Wmo wordt naar verwachting ingevoerd per 1 januari 2026. VNG en VWS zetten zich gezamenlijk in om deze datum voor elkaar te krijgen. Dat betekent dat de implementatie van deze wetgeving in 2025 te verwachten valt.

  • Houdbaarheidsonderzoek Wmo: Het doel van dit onderzoek is om een beeld te krijgen van de verwachte maatschappelijke en demografische ontwikkelingen en de daaruit voortvloeiende opgave voor houdbaarheid van de Wmo op langere termijn. In het derde kwartaal van 2025 wordt het eindadvies verwacht.

  • Toekomst van de Wmo: In de Voorjaarsnota 2024 is afgesproken dat de Wmo (nader te bepalen deel) in de toekomst niet langer via de gemeentefonds gaat, maar via een aparte financiering. Afhankelijk van de gekozen bekostigingsvorm wordt een passende indexering onderzocht.

Participatiewet in balans
Met dit programma wil de overheid de ervaren hardheid wegnemen door vertrouwen en menselijke maat als centrale begrippen te verankeren in de wet. Ook moet de uitvoering voor gemeenten gemakkelijker worden en mogen professionals meer rekening houden met wat er speelt in iemands leven. Verdeeld over 3 sporen wordt er hard gewerkt aan de in- en uitvoering hiervan. De ministerraad heeft medio juni 2024 ingestemd met het wetsvoorstel Participatiewet in balans: spoor 1. Het wetsvoorstel bestaat uit ruim twintig verschillende maatregelen die op korte en middellange termijn te realiseren zijn. De inwerking treding van het wetsvoorstel is mede afhankelijk van wanneer behandeling ervan zal plaatsvinden in de Tweede Kamer, waarbij het streven 1 januari 2025 is.

Arbeidsmarkt
In de Zomernota 2024-2028 hebben wij u naast de ontwikkelingen op de (krappe) arbeidsmarkt geïnformeerd over de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur en het mogelijk vestigen van een zogenoemd Werkcentrum Twente in Hengelo. Besluitvorming hierover in de arbeidsmarktregio Twente vindt naar verwachting plaats in het najaar van 2024, met als doel daadwerkelijk te starten op 1 januari 2025. Het jaar 2025 wordt gezien als overgangsjaar om de samenwerking in een regionaal werkcentrum verder vorm te geven.

Infrastructuur sociaal ontwikkelbedrijven
Sociaal ontwikkelbedrijven zorgen ervoor dat mensen die niet, of niet zonder meer aan het werk kunnen, toch een kans krijgen op de arbeidsmarkt. Als opstap naar werk, als een plek waar je in een beschutte omgeving kunt werken en als een plek waarop je kunt terugvallen als het even niet lukt bij een reguliere werkgever. Voor het toekomstbestendig maken van deze infrastructuur stelt het Rijk middelen beschikbaar. Op deze manier kunnen gemeenten, die het beste zicht hebben op de knelpunten en de acties die nodig zijn om de veranderingen naar de toekomst in gang te zetten, zelf beslissen hoe deze middelen zo efficiënt mogelijk kunnen worden besteed. Zodra wij meer duidelijkheid hebben, gaan wij samen met SWB Midden Twente en in afstemming met de arbeidsmarktregio Twente invulling hieraan geven.

Beleidskader armoede en schulden
In december 2024 leggen we het nieuwe beleidskader armoede en schulden aan de gemeenteraad voor ter vaststelling. Dit beleidskader is er voor onze inwoners. Voor iedereen die het nodig heeft. Daarom heeft de titel een positieve wending gekregen: “Blik op morgen”. Gericht op toekomstperspectief. Want dat is immers waar we ons dagelijks voor inzetten, direct of indirect.

Opvang nieuwkomers
Het beroep dat wordt gedaan op gemeenten, om nieuwkomers op te vangen, is groot. Inmiddels bestaat voor iedere doelgroep onder de nieuwkomers (asielzoeker, Oekraïner of statushouder) een wettelijke gemeentelijke verplichting. Het opnemen van deze nieuwe (tijdelijke) inwoners gaat verder dan enkel de fysieke opvang. Het wordt zichtbaar in de stad en de wijken, heeft gevolgen voor voorzieningen en zal merkbaar worden in de gemeentelijke organisatie en het werk binnen de verschillende domeinen en overstijgende opgaven. Het vraagt bovendien om samenwerking met verschillende publieke en private partijen binnen de gemeente en daarbuiten, en om goed aangesloten te zijn op (voorgenomen) ontwikkelingen op landelijk en regionaal niveau. Om hierop goed voorbereid te zijn werken wij aan de nadere uitwerking en uitvoering van de beleidsagenda nieuwkomers. In 2024 is besloten om het pand Hazenweg aan te kopen. Met de aankoop van dit pand behoudt de gemeente de regie om de continuïteit van de opvang van nieuwkomers te waarborgen. Om het gehele pand langdurig voor bewoning geschikt te maken, zijn nog verbouwingen nodig. Wij verwachten hier in 2025 mee te kunnen starten.

Verbonden partijen

SamenTwente
SamenTwente is een GR voor de organisaties GGD (Gemeenschappelijke gezondheidsdienst), OZJT (Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp in Twente) en VTT (Veilig Thuis Twente). Ook wordt gastheerschap geboden aan Kennispunt Twente, Samen14 en Twentse Koers.
SamenTwente is een organisatie voor en door de 14 Twentse gemeenten. Samen met de 14 Twentse gemeenten en de ketenpartners zet SamenTwente zich in voor gezonde, veilige en vitale inwoners van Twente.

Kerntakendiscussie
In een context van stijgende prijzen, meer vraag naar zorg en complexe maatschappelijke vraagstukken, heeft het algemeen bestuur van SamenTwente opdracht gegeven om met elkaar in gesprek te gaan over taakuitvoering, ambities en daarbij horende middelen (kerntakendiscussie). Dit kan gevolgen hebben voor de uitvoering en financiering van taken in 2025. Wij komen daar in de Zomernota 2025-2029 op terug.

SWB Midden Twente
De GR SWB Midden Twente is vanuit verlengd lokaal bestuur een publieke uitvoeringsorganisatie voor beschut werk, arbeidsontwikkeling en beheer van de openbare ruimte voor de gemeenten Borne, Hengelo en Hof van Twente. Met het Strategisch plan 2023–2027 heeft SWB in afstemming met de verbonden gemeenten een toekomstbestendige koers met bijpassende ambities bepaald.

Werkplein Twente
Werkplein Midden Twente is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Borne, Haakbergen, Hengelo, Hof van Twente, UWV en SWB op zowel het gebied van werkzoekendendienstverlening als op het gebied van werkgeversdienstverlening.

Stadsbank Oost Nederland
Samenwerkingsverband met 21 gemeenten voor de uitvoering van schuldhulpverlening. Vanuit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wsg) zijn wij als gemeente verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening aan onze inwoners, inclusief preventie en nazorg. Ons doel is mensen schuldenvrij te krijgen of hun schuldenlast beheersbaar te krijgen. De financieel-technische zaken op dit gebied, waaronder budgetbeheer en schuldregelen, zijn overgedragen aan de Stadsbank.

Uitvoeringsorganisatie Sociale zaken Borne, Hengelo, Haaksbergen
Voor de uitvoering van de Participatiewet werken wij samen met Borne en Haaksbergen. Naast de verstrekking van bijstand wordt ook uitvoering gegeven aan het re-integratiebeleid en armoedebeleid.

Wat willen we bereiken?

Wij hebben in eerdere P en C documenten aangegeven dat wij in deze Beleidsbegroting wijzigingen met betrekking tot de beleidsindicatoren zouden doorvoeren als gevolg van de verwerving van de basisondersteuning per 1 januari 2025. Bij nader inzien kiezen wij ervoor dit nu niet te doen. Enerzijds omdat 2025 nog een overgangsjaar is, anderzijds omdat wij dan kunnen aansluiten bij het gemeentebrede proces van herijking van doelstellingen en indicatoren dat in 2025 gaat lopen. Wij gaan het overgangsjaar gebruiken om te kijken welke beleidsindicatoren passend zijn bij de transformatie.
Wel hebben wij een aantal (noodzakelijke) aanpassingen in brongebruik gedaan.

6.1 Meer inwoners doen mee in de Hengelose samenleving en voelen zich verbonden met (mensen in) hun omgeving

6.1.1 Meer inwoners zetten zich in voor de (lokale) samenleving

Beleidsindicatoren1

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Percentage Hengelose volwassenen (18+) dat aangeeft mantelzorg te verlenen (%)

18,1% (2020)
14,7% (2022)

nieuwe bron

nieuwe bron

15,0%

15,0%

15,0%

15,0%

Percentage Hengelose volwassenen (18+) dat aangeeft vrijwilligerswerk te doen (%)

28,0% (2022)

nieuwe bron

nieuwe bron

30,0%

30,0%

30,0%

30,0%

  1. Voor beide indicatoren is een nieuwe bron gebruikt: regionale GGD monitor.

6.1.2 Minder inwoners zijn eenzaam

Beleidsindicatoren1

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Percentage van de Hengelose jongvolwassenen (tot 18 jaar) dat aangeeft niet eenzaam te zijn (%)

40% (2022)

nieuwe indicator en nieuwe bron

nieuwe indicator en nieuwe bron

41,0%

41,0%

45,0%

45,0%

Percentage van de Hengelose volwassenen (18 jaar en ouder) dat aangeeft niet eenzaam te zijn (%)

52% (2022)

nieuwe indicator en nieuwe bron

nieuwe indicator en nieuwe bron

55,0%

56,0%

56,0%

56,0%

  1. Indicatoren en bronnen zijn aangepast aan regionale GGD monitor.

6.2 Meer inwoners in Hengelo redden zichzelf, waar nodig met ondersteuning van de gemeente

6.2.1 Minder inwoners hebben problematische schulden

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Aantal verwijzingen van Budget Alert naar de Stadsbank in een jaar (aantal)

143 (2019)
60 (2022)

70

80

80

80

80

80

Percentage verwijzingen voor schuldhulp naar Stadsbank als deel van de totale aanmeldingen voor schuldhulp per jaar in Hengelo (%)

24,0% (2019)
12% (2022)

12,8%

15,0%

15,0%

15,0%

15,0%

15,0%

6.2.2 Meer inwoners maken optimaal gebruik van ons armoedebeleid

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Percentage huishoudens in Hengelo met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum (%)

14,9%(2020)

13,5%

14,9%

14,9%

14,9%

14,9%

14,9%

Percentage kinderen in uitkeringsgezinnen

6% (2021)
6% (2022)

6,0%

6,0%

6,0%

6,0%

6,0%

6,0%

Percentage huishoudens met een inkomen tot 120% van het minimuminkomen dat gebruik maakt van één of meer minimaregelingen (%)

50,0%(2020)

62,9%

60,0%

65,0%

65,0%

65,0%

65,0%

6.2.3 Meer inwoners met weinig kans op regulier werk hebben een (zo nodig aangepaste) baan

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Percentage bijstandsgerechtigden dat in een jaar is uitgestroomd naar betaald werk als deel van het totale aantal bijstandsgerechtigden aan het eind van dat jaar (%)1

11,6%(2019)
11,0%(2020)

8,7%

9,3%

8,7%2

8,7%

8,7%

8,7%

Percentage re-integratietrajecten dat tot uitstroom naar betaald werk (deeltijd of voltijd) heeft geleid als deel van het totale aantal re-integratietrajecten (%)

19,9%(2019)
16,2%(2020)

9,0%

16,7%

9,0%3

9,0%

9,0%

9,0%

Aantal personen dat betaald werk verricht met een loonkostensubsidie (aantal)

179(2019)
199(2020)

324

351

349

372

395

419

  1. Loonkostensubsidie is gesubsidieerd werk en valt niet onder de definitie uitstroom naar betaald werk.
  2. Dit percentage is lager dan begroot. Dit komt doordat ons bijstandsbestand voor een steeds groter deel bestaat uit inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
  3. Dit percentage komt voort uit de gegevens van de SWB en betreft alleen de re-integratietrajecten van de SWB die tot uitstroom hebben geleid (als deel van het totale aantal re-integratietrajecten).

6.2.4 Meer inwoners weten de algemene voorzieningen te vinden1

  1. Algemene voorzieningen zijn voorzieningen, die voor onze inwoners vrij toegankelijk zijn. Dat wil zeggen dat ze geen toestemming van ons nodig hebben om er gebruik van te maken. Algemene voorzieningen kunnen collectief (soms doelgroep gericht) en individueel zijn en zijn altijd voorliggend dan wel aanvullend.
    Voorbeelden van algemene voorzieningen die door de gemeente worden gefinancierd zijn de jongerensoos, (ouderen)sociëteiten, prenatale voorlichting, taallessen, maatschappelijk werk, ouderenadviseur, jeugdgezondheidszorg en begeleide omgangsregeling (voor ouders in scheiding).

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2023

2024

20251

2026

2027

2028

Percentage inwoners dat aangeeft in de afgelopen 12 maanden actief deelgenomen te hebben aan georganiseerde activiteiten bij organisaties, zoals Wijkracht, sportverenigingen, culturele instellingen, jongerencentra, etc. (%)2

63,6%(2022)
69,4%(2023)
63,0%(2024)

69,4%

70,0%

80,0%

85,0%

85,0%

85,0%

  1. Voor 2025 en verder geven wij een stijging in streefwaarden aan in verband met de verwerving van de basisondersteuning waardoor meer inwoners gebruik zullen maken van de algemene voorzieningen.
  2. Afhankelijk van de ontwikkelingen in het project sociale basis komen wij in de loop van 2025 mogelijk terug met een voorstel van aanpassingen van deze beleidsindicator.

6.2.5 Minder inwoners zijn aangewezen op maatwerkvoorzieningen Wmo en jeugd bij het oplossen van problemen in hun leefsituatie1

  1. Maatwerkvoorzieningen zijn voorzieningen die niet vrij toegankelijk zijn. Het gaat dan om collectieve en individuele (maatwerk)voorzieningen waarvan wij als gemeente vinden dat wij er toestemming voor moeten verlenen. Omdat het specialistische zorg is of omdat het een hele dure zorgvorm is. Maatwerkvoorzieningen die wij financieren zijn bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, dagbesteding, hulpmiddelen, vervoer, ambulante jeugdhulp, pleegzorg of residentiële hulp.

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2023

2024

20251

2026

2027

2028

Percentage Hengelose jeugdigen tot 18 jaar dat geïndiceerde jeugdhulp krijgt, t.o.v. het totaal aantal jeugdigen tot 18 jaar (%).

11,4%(2021)
14,2%(2022)

15,2%2

11,9%

13,2%

13,0%

12,5%

12,0%

Percentage Hengelose inwoners van 18 tot 65 jaar dat een maatwerkvoorziening Wmo krijgt, t.o.v. het totaal aantal inwoners van 18 tot 65 jaar (%).

7,1%(2019)

6,7%

6,9%

1,5%

1,5%

1,5%

1,5%

Percentage Hengelose inwoners van 65 jaar en ouder dat een maatwerkvoorziening Wmo krijgt, t.o.v. het totaal aantal inwoners van 65 jaar of ouder (%).

7,1%(2019)
31,0% (2022)

29,7%3

6,9%

21,5%4

21,0%

20,0%

19,0%

  1. Voor 2025 en verder geven wij een daling in streefwaarden aan in verband met de verwerving van de basisondersteuning waardoor minder inwoners gebruik zullen maken van de maatwerkvoorziening.
  2. Dit percentage wijkt af ten opzichte van het genoemde percentage in de jaarrekening 2023. Uit herberekening blijkt dat het percentage over 2023 hoger is.
  3. Er is een groot verschil te zien in het percentage ‘Hengelose inwoners van 65 jaar en ouder dat een maatwerkvoorziening Wmo krijgt' met wat was begroot. Wij hebben gemeend dit percentage aan te moeten passen en daarin alle Wmo-voorzieningen mee te nemen. Het oorspronkelijke percentage (van 7,0% uit peiljaar 2019) is gebaseerd op de Twentse Monitor Sociaal Domein (TMSD) en daarin zaten in het begin een beperkt aantal maatwerkvoorzieningen. Namelijk alleen de OB’s (individuele en groepsondersteuning) en niet de huishoudelijke ondersteuning, vervoer en hulpmiddelen etc. Eigenlijk kwam de definitie van de maatwerkvoorziening (die wij bij deze doelstelling heel breed nemen) vanaf het begin niet overeen met de gekozen bron waaruit wij de gegevens haalden. Dit gaan wij nu herstellen. Ter vergelijking vullen wij ook het nieuwe percentage voor 2022 toe.
  4. Dit percentage ligt redelijk hoog omdat een groot deel inwoners 65 jaar en ouder ook bijvoorbeeld huishoudelijke ondersteuning ontvangt, welke niet over gaat naar de basisondersteuning.

6.2.6 Inwoners zijn tevreden over de re-integratievoorzieningen en maatwerkvoorzieningen Wmo en jeugd van de gemeente

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Het cijfer van gebruikers van re-integratievoorzieningen dat tevreden is over het uiteindelijk bereikte resultaat van het traject (%)1

6,5(2018)
7,2 (2022)2

7,7

7,7

7,0

7,0

7,0

7,0

Percentage gebruikers van maatwerkvoorzieningen Wmo dat één of meer positieve effecten van de voorziening ervaart (%)3

86% (2021)
86% (2022)

90,0%

77,0%

77,0%4

77,0%

77,0%

77,0%

Percentage gebruikers van geïndiceerde jeugdhulp dat één of meer positieve effecten van de hulp ervaart (%)

96% (2021)
88% (2022)

89,0%

97,0%5

80,0%4

80,0%

80,0%

80,0%

  1. Het betreft hier de gemiddelde waardering van het uiteindelijk bereikte resultaat van het traject zoals gemeten in het Klanttevredenheidsonderzoek van 2018.
  2. Geen jaarlijkse meting.
  3. Aan gebruikers van maatwerkvoorzieningen Wmo wordt gevraagd in hoeverre zij door de ondersteuning die zij krijgen (a) beter de dingen doen die zij willen doen, (b) zich beter redden en (c) een betere kwaliteit van leven hebben (maatschappelijke effecten).
  4. De streefwaarde past bij onze inzet van dienstverlening. Alles wat hoger is, is mooi mee genomen, maar niet iets om de streefwaarde op te verhogen. Met name ook omdat een hogere streefwaarde ook betekent dat je mogelijk meer moet inzetten op dienstverlening.
  5. In eerdere P&C-documenten hebben wij al aangegeven dat dit percentage een aantal jaren bijzonder hoog is geweest en erg flucueert. De groep respondenten bij jeugd is niet heel groot, dus toevalligheden kunnen een grote invloed hebben op het percentage.
    Met het oog op de veranderingen in het sociaal domein kunnen wij ons voorstellen dat de percentages vanaf 2025 zullen afnemen.

Wat gaan we daarvoor anders doen in 2025?

6.1 Meer inwoners doen mee in de Hengelose samenleving en voelen zich verbonden met (mensen in) hun omgeving

6.1.1 Meer inwoners zetten zich in voor de (lokale) samenleving

  • Het ondersteunen en bevorderen van vrijwilligerswerk en mantelzorg is vanaf 1 januari 2025 onderdeel van de basisondersteuning. Daarbij hebben wij in 2025 aandacht voor vrijwilligerstekorten en voor het organiseren van trainingen en workshops voor vrijwilligers.

  • De gemeente Hengelo ontlast tijdelijk mantelzorgers met verblijf voor de naaste in een zorginstelling. Wij werken hiervoor samen met andere gemeenten en Menziszorgkantoor in de pilot Logeerzorg. In 2025 wordt deze pilot geevalueerd.

6.1.2 Minder inwoners zijn eenzaam

  • Wij zetten ons gezamenlijk met partners in de wijken in tegen eenzaamheid. Dit doen we door te signaleren, eenzaamheid bespreekbaar te maken en eenzaamheid aan te pakken. Wij vergroten de bewustwoording en versterken maatschappelijke initiatieven, op die manier dragen we bij aan de landelijke aanpak "Eén tegen eenzaamheid".

  • Wij investeren in de sociale basis, waardoor ontmoeting in de wijken wordt gestimuleerd waardoor inwoners zich minder eenzaam voelen en individuele ondersteuning slechts beperkt nog nodig is.

6.2 Meer inwoners in Hengelo redden zichzelf, waar nodig met ondersteuning van de gemeente

6.2.1. Minder inwoners hebben problematische schulden

  • Wij zetten in 2025 met het Jongeren Perspectief Fonds in op kennis over de eigen financiële huishouding bij jongeren. Ook zetten we in op een sociaal incassobeleid vanuit de gemeente als schuldeiser door het ondertekenen van het Convenant Lokale Overheid.

  • Wij onderzoeken of, en zo ja hoe, wij in Hengelo de Arnhemse pilot met betrekking tot kwijtschelding schulden kunnen toepassen.

6.2.2 Meer inwoners maken optimaal gebruik van ons armoedebeleid

  • Wij geven uitvoering aan het voor de periode 2025 en verder opgestelde beleidskader armoede en schulden. Samen met onze partners zetten wij ons in om een zo groot mogelijk deel van de doelgroep te bereiken.

  • In de meicirculaire 2024 is aangegeven dat wij structureel extra middelen vanuit het Rijk ontvangen voor kinderarmoede en schulden. Hiervoor komen wij met voorstellen naar de gemeenteraad.

6.2.3 Meer inwoners met weinig kans op regulier werk hebben een (zo nodig aangepaste) baan

  • Vanuit het project Werk Eerst (transformatieplan) zien wij werk nadrukkelijker als een voorliggende voorziening voor inkomen, dagbesteding of zorg.

  • Ook zetten wij vanuit dit project het instrument Loonkostensubsidie vaker in.

  • Door de samenwerking in de keten UWV-uitvoeringsorganisatie-SWB-Werkplein verder te optimaliseren, zetten wij onze re-integratie-instrumenten nog effectiever in met als doel het ontwikkelen van het arbeidspotentieel van onze inwoners.

  • Vanuit het Strategisch plan 2023 - 2027 van SWB Midden Twente werken wij samen aan de koers en ambities op het gebied van arbeidsontwikkeling. We werken intensief samen om de veranderende, maar ook nieuwe doelgroep(en) aan te trekken en te ontwikkelen.

6.2.4 Meer inwoners weten de algemene voorzieningen te vinden

  • Wij faciliteren inwoners- en andere maatschappelijke initiatieven die bijdragen aan een sterke sociale basis. Dit met het doel samenkracht, talent en zorg van, voor en door onze inwoners te ondersteunen bij problemen die onze inwoners ervaren. Mogelijk dat in de toekomst een extra impuls gegeven kan worden aan initiatieven in de gemeenschappelijke sociale basis, bijvoorbeeld door middelen beschikbaar te stellen voor inwonersinitiatieven. Voor de eventuele financiering hiervan komen wij terug bij de gemeenteraad.

  • De verbouwing van het wijkcentrum Slangenbeek staat voor 2025 gepland. Daarbij hebben wij aandacht voor aansluiting van de voorzieningen bij de behoeften van de inwoners.

  • Samen met vrijwillige besturen van de wijkcentra en samenwerkende partners in de wijken versterken wij de sociale basis. Dit kan, zoals in het transformatieplan is aangegeven, (financiële) consequenties hebben. Zowel voor de gebouwen en het gebruik ervan, als mogelijk ook voor de opdracht of uitvoering van de vrijwillige besturen van de wijkcentra of voor specifieke activiteiten.

  • Wij investeren in de sociale basis voor jongeren door voortzetting van Studio15 (NB-25-6.7). Studio15 richt zich op alle jongeren in de leeftijd 15-30 jaar, maar met name op jongeren met een afstand tot de maatschappij. Het concept draagt bij aan het vergroten van het mentaal welbevinden van deze jongeren. Studio15 is gestart vanuit tijdelijke landelijke middelen. In 2025 en 2026 wordt dit gecontinueerd vanuit gemeentelijke middelen en gaan we dit goed monitoren om de meerwaarde van het concept voor een stevige sociale basis voor jeugd nader te onderzoeken. Dit initiatief draagt bij aan het versterken van de sociale basis en aan talentopgave.

  • Inwoners zonder persoonlijke sociale basis, met problemen in de regie over het leven kunnen vanaf 1 januari 2025 gebruik maken van basisondersteuning als algemene voorziening.

  • Met het oog op de start van de nieuwe basisondersteuning per 2025 maken wij nieuwe afspraken over verwijzingen door externe verwijzers en over samenwerking met basisondersteuning (25-NB-6.2).

  • Met Krachtig Oud Worden zetten wij in op de zelfredzaamheid door behoud van spierkracht. In 2025 evalueren wij de inzet om te komen tot structurele afspraken.

  • Bij de aanpak van onbegrepen gedrag gaan wij inzetten op meer vroegtijdige signalering en passende opvolging, bijvoorbeeld via de inzet van (ervaringsdeskundige) wijkfunctionarissen ggz.

  • Per 1 januari 2025 wordt de onafhankelijke cliëntondersteuning apart ingekocht. Onafhankelijke cliëntondersteuning is een wettelijke verplichting voor iedere gemeente. In de huidige situatie wordt de onafhankelijke cliëntondersteuning uitgevoerd door onze welzijnsorganisatie. Wij vinden het belangrijk dat deze dienst losstaat van de basisondersteuning, door dit apart in te kopen waarborgen wij de onafhankelijkheid van deze dienst.

  • Wij onderzoeken wat er nodig is om te komen tot een antidiscriminatiebeleid voor de gemeente Hengelo.

  • Wij bieden extra taal en ondersteuning voor inburgeringsplichtigen die onder de oude wet inburgering vallen, maar die nog niet aan hun inburgeringsplichten hebben voldaan. Zij waren zelf verantwoordelijk voor hun inburgeringstraject en konden daarvoor een lening afsluiten bij DUO. Wij doen dit om hun taalbeheersing en kans op werk te bevorderen. In de Zomernota is hiervoor geld beschikbaar gesteld (24-FP-6.3).

  • In 2025 werken wij aan de verdere uitwerking en uitvoering van de beleidsagenda nieuwkomers. In de beleidsagenda hebben wij geformuleerd wat de opname van nieuwkomers in de Hengelose samenleving (per beleidsterrein) betekent. Op onderdelen vergt dit nog nadere uitwerking en deels zal de actualiteit mogelijk vragen om een nadere aanvulling op de agenda.

6.2.5 Minder inwoners zijn aangewezen op maatwerkvoorzieningen Wmo en jeugd bij het oplossen van problemen in hun leefsituatie

  • Wij gaan, in afstemming met centrumgemeente Enschede, aan de slag met de uitkomsten van de ETHOS telling van 2024. Hierbij is het aantal dak- en thuisloze mensen in de gemeente Hengelo in kaart gebracht.

  • De verwachting is dat er een nieuw objectief verdeelmodel en woonplaatsbeginsel komt voor de verdeling van de middelen voor beschermd wonen. Als de verwachte streefdatum van 1 januari 2026 wordt gehaald, gaan wij in 2025 aan de slag met de implementatie van de eerder afgesproken bovenregionale organisatie.

  • Wij breiden de doelgroep van beschermd wonen uit met mensen met een licht verstandelijke beperking.

  • Wij zetten in op het realiseren van huisvesting voor inwoners met een ondersteuningsbehoefte (statushouders, ouderen, jongvolwassenen, inwoners die ten gevolge van een beperking begeleid wonen nodig hebben). Begeleiding bij zelfstandig wonen maakt onderdeel uit van de nieuwe basisondersteuning.

  • Wij werken aan een lokale woonzorgvisie als onderdeel van het gemeentelijk Volkshuisvestingsprogramma met daarin de opgave voor de gemeente Hengelo. Wij sluiten hierbij aan op de 'Regionale Woonzorgvisie Twente' en het 'Afsprakenkader Ouderenhuisvesting Twente'.

  • In 2025 nemen wij een besluit over de voortgang en de financiering van het Huis van Herstel. Het Huis van Herstel is een pilot voor een kleinschalige detentievoorziening bij de penitentiaire inrichting (PI) in Almelo, die als doel heeft Twentse gedetineerden met multiproblematiek succesvol te laten reintegreren. Eind 2025 loopt de landelijke financiering hiervoor af.

  • Wij zetten vanaf 2025 structureel in om wachtlijstvrij te werken (25-NB-6.1). Door onder andere toenemende problematieken en bijstelling van caseloads bij gecertificeerde instellingen, hebben wij al anderhalf jaar te maken met wachtlijsten bij onze toegang. Ondanks het feit dat wij incidenteel al extra inzetten om de wachtlijst te beperken. Wij zetten extra in om de zorgkosten niet onnodig te laten oplopen en te voorkomen dat situaties van inwoners escaleren.

  • In het kader van de regionale Samenwerkingsagenda Jeugd werken wij in 2025 aan de versnellingsaanpak om het aantal jeugdigen in verblijf verder terug te brengen (25-NB-6.3). Wij realiseren ambulante alternatieven voor verblijf, zoals het ‘Team Anders’. Wij richten een regionaal Coördinatiepunt Wonen en Verblijf in. Alle plaatsingen in een verblijfsvoorziening (met uitzondering van pleegzorg en jeugdzorg+) zullen via dit punt gaan verlopen.

  • Wij bevorderen de uitstroom van 16+ jongeren uit verblijf door jongeren actief te selecteren en een tijdelijke woning (met ondersteuning) aan te bieden, met perspectief op een eigen woning. Wij gaan bij nieuwe instroom in verblijf, jongeren op voorhand al dit perspectief bieden. Wij zetten de (gedigitaliseerde) toekomstplannen breder in.

  • In 2025 geven wij op een efficiënte manier invulling aan het Toekomstscenario jeugd en gezinsbescherming ter verbetering en vereenvoudiging van de jeugdbeschermingsketen (25-NB-6.4). Dit doen wij regionaal en samen met de partners in de keten en passend binnen de capaciteit van de gemeentelijke uitvoering.

  • Vanuit de verplichting van de Hervormingsagenda Jeugd om in te zetten op ‘Stevige lokale teams’, met aandacht voor triage en verklarende analyses, investeren wij vanaf 2025 extra in de brede analyse en triage aan de voorkant (25-NB-6.5). Daarbij maken wij regionale afspraken over hoe gemeenten de toegang inrichten. Niet alleen de hervormingsagenda, maar ook aanbieders vragen om meer eenduidigheid.

6.2.6 Inwoners zijn tevreden over de re-integratievoorzieningen en maatwerkvoorzieningen Wmo en jeugd van de gemeente

  • Wij zetten positieve gedragsbeïnvloeding in om inwoners die voornemens zijn een dienst of product van de gemeente af te nemen, een afweging te laten maken. Hebben ze het product of dienst daadwerkelijk nodig? Of zijn er ook andere, oplossingen mogelijk? Een groter bewustzijn helpt ook bij het accepteren van besluiten om minder, andere of geen dienstverlening in te zetten.

  • Wij gaan de meting van inwonerervaringen gerichter inzetten, en onderzoeken hoe de tevredenheid van inwoners over het effect van de ingezette ondersteuning het beste gemeten kan worden. Om zo de effecten van de veranderingen binnen het sociaal domein op onze inwoners goed te monitoren en te leren van hun ervaringen.

Wat blijven we doen?

Ondersteuning jeugd en gezinnen

  • De gemeente Hengelo indiceert (deels) voor de inzet van jeugdhulp en voert regie waar nodig. Daarbij sturen wij op eerdere en betere uitstroom en afschaling uit de geïndiceerde jeugdhulp.

  • Wij blijven complexe gezinnen ondersteunen, via onze wrap-aroundcare aanpak.

  • Wij kopen in en subsidiëren jeugdhulp (vrijwillig en gedwongen), lokaal, regionaal en boven regionaal. Per 2025 gaan de nieuwe overeenkomsten van de ingekochte jeugdhulp in.

  • Wij voeren lokaal contractmanagement uit en ondersteunen de regionale contractmanagers.

  • Het preventieteam jeugd blijft bestaan, maar maakt per 2025 onderdeel uit van de basisondersteuning. Het gaat dan om de Schoolzorgondersteuners (SZO), Praktijkondersteuners huisartsen jeugd (POH-jeugd) en Sociaal activeringsmakelaar (SAM).

  • Wij zetten de pilot Jeugdhulpteams (JHT) op school voort tot en met juli 2025 en ontwikkelen het samen verder met het onderwijs en de jeugdhulppartners. Wij werken toe naar vereenvoudiging, ontschotting, maatwerk en continuïteit op school. En kijken daarbij naar de ontwikkeling van de lokale basisondersteuning en naar de regionale ontwikkeling op zorg intensieve scholen.

  • Wij evalueren de gerealiseerde woonvoorzieningen voor jongvolwassenen aan de Korenbloemstraat en Sportlaan Driene en onderzoeken of het huidige aanbod toereikend is voor deze doelgroep en welke alternatieven nodig zijn.

  • Wij organiseren en faciliteren meerdere acties en activiteiten met onze subsidiepartners om jongeren in een vroegtijdig stadium te kunnen helpen. Denk daarbij aan de (groeps)bijeenkomsten en trainingen vanuit de GGZ voor jongeren met depressieve klachten (GRIP op je DIP) of aan het spreekuur van samenwerkende partijen (Halt, Tactus en leerplicht) op het C.T. Stork-college.

  • Wij werken aan een aantal (boven)regionale opgaven in de jeugdhulp, zoals onder andere de af- en ombouw van residentiële voorzieningen, zoals de Jeugdzorg+ en de drie milieuvoorzieningen (voorziening dieat verblijf, behandeling en school/ werk combineert) en aan de aanpak van de wachtlijstproblematiek.

  • Wij gaan de pilot Kind in Huis continueren en doorontwikkelen in 2025. Doel van deze pilot is om vraagouders te ontlasten en ondersteunen bij praktische vragen. Door ondersteuning van steunouders is er extra aandacht voor de kinderen en kan zwaardere zorg worden voorkomen.

  • Wij blijven de passende Buitenschoolse Opvang (BSO+) voortzetten en dit krijgt in 2025 een doorontwikkeling. Deze doorontwikkeling sluit aan bij de Lokale Educatie Agenda (LEA) op de thema's inclusie en Rijke Schooldag. Zie ook paragraaf 5.2.4.

Wmo, zorg en welzijn

  • Wij ondersteunen vrijwilligers en mantelzorgers, voor een deel doen we dat vanaf 1 januari 2025 via de basisondersteuning. De bemiddeling van vrijwilligers en het servicepunt wat nu door Wijkracht wordt uigevoerd zal op termijn overgaan in de basisondersteuning.

  • Wij vragen aandacht voor signaleren van eenzaamheid (bij professionals in zorg en welzijn, vrijwilligers en inwoners maar ook bij bedrijven en winkeliers) en gebruiken (social) media om te werken aan bewustwording daarover. Het in 2024 ontwikkelde actieplan tegen eenzaamheid vormt hiervoor de basis.

  • Wij maken afspraken met organisaties, om ervoor te zorgen dat onze inwoners dicht bij huis op een laagdrempelige manier kunnen aankloppen voor diverse vormen van ondersteuning, ontmoeting en het organiseren van activiteiten. Wij sluiten zoveel mogelijk aan bij het gewone leven.

  • Wij indiceren voor de inzet van de van maatwerk voorzieningen (huishoudelijke ondersteuning, vervoer, woningaanpassingen en hulpmiddelen) en voeren regie waar nodig (bij complexe vraagstukken). Dit kopen wij lokaal of regionaal in.

  • Wij onderzoeken en toetsen lokaal en regionaal aanbieders om zorgfraude tegen te gaan. Dit doen wij met het Kwaliteits en integriteitsinstrument Twente (KIT). Waar mogelijk zetten wij in op het daadwerkelijk terugvorderen van niet of verkeerd besteedde zorgmiddelen.

  • Wij voeren lokaal en regionaal contractmanagement uit.

  • Wij blijven vervoersoplossing bieden in de regio wanneer gebruik openbaar vervoer niet (meer) kan; het gaat daarbij om incidenteel vervoer (voormalige Regiotaxi) en structureel vervoer (van en naar dagbesteding, jeugdwetvervoer en leerlingenvervoer). Ook stimuleren wij onze inwoners gebruik te maken van diensten zoals OV-ambassadeurs, Voor Elkaar Pas (VEP), Noaberhopper, ANWB automaatje, etc.

  • Samen met de centrumgemeente Enschede maken wij als onderdeel van het actieplan dakloosheid 'Eerst een thuis' afspraken over de inzet van ervaringsdeskundigen en sturen we wijkgericht op een betere signalering van (dreigende) dakloosheid in de wijken.

  • Met het oog op de decentralisatie van het beschermd wonen (waarvan de ingangsdatum vooralsnog niet zeker is) blijven wij ons inzetten om de instroom in beschermd wonen en ook maatschappelijke opvang te voorkomen door en meer in te zetten op nieuwe woonoplossingen (in wijken) voor de doorstroom en uitstroom van cliënten. Dit doen wij samen met Welbions en vanaf 2025 met de Sociale Alliantie Hengelo.

  • Wij blijven lokaal en regionaal inzetten op een sluitende aanpak voor mensen met onbegrepen gedrag, samen met onze ketenpartners. Zo maken we deel uit van de Kenniswerkplaats Onbegrepen Gedrag Twente die projecten mbt onbegrepen gedrag uit Twente volgt en evalueert, waaronder het initiatief Bij Mozart.

  • Met de 14 Twentse gemeenten, Provincie Overijssel, SamenTwente en Menzis werken wij samen in de Twentse Koers aan diverse projecten om het gebruik van maatwerk en zorggebruik te verminderen. Op 14 december 2023 hebben wij de gemeenteraad geïnformeerd over het Regioplan Twente en het programma Twentse Koers (Iris-zaak 3673630).

Werk, inkomen en schuldhulpverlening

  • Wij blijven bijstand verstrekken aan inwoners van Hengelo die niet over voldoende middelen beschikken om in de noodzakelijke algemene kosten van het bestaan te kunnen voorzien.

  • De gemeente Hengelo kent daarnaast verschillende regelingen om gezinnen en mensen in armoede te ondersteunen, waaronder het kindpakket. Wij blijven ons inzetten om deze regelingen goed onder de aandacht te brengen, zodat de doelgroep er ook maximaal gebruik van kan maken.

  • Voor inwoners met een laag inkomen blijven wij tevens de collectieve zorgverzekering aanbieden.

  • Schuldhulpverlening blijft voor iedere inwoner van de gemeente Hengelo laagdrempelig en toegankelijk met BudgetAlert als de toegang tot schuldhulpverlening. Daarbij blijven wij inzetten op vroegsignalering.

  • Wij blijven ons inzetten om meer grip te krijgen op de kwaliteit en kosten van beschermingsbewind.

  • Wij ondersteunen de gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire.

  • Wij kopen workshops, participatietrajecten en re-integratietrajecten in voor bijstandsgerechtigden en voeren die, zelf of onder regie van ons in samenwerking met partners, uit.

  • Via het ROZ bieden wij ondernemersadvies, startersadvies, financiering (Bbz), schuldhulpverlening, coaching, trainingen en stimuleren wij sociaal ondernemerschap.

Werken aan een inclusieve samenleving

  • Wij blijven zichtbaar aandacht besteden aan de positie van Lhbti+ personen en werken actief mee aan de verschillende activiteiten. We zetten in op bewustwording en onze partners organiseren activiteiten. Met werkgevers gaan we in gesprek over het bevorderen van inclusie op de werkvloer.

  • Wij blijven uitvoering geven aan het Actieplan Toegankelijkheid. Wij vergroten bewustwording op dit onderwerp. Onder andere door aanwezigheid van de gehandicaptenraad als onderdeel van het ontwikkelplein in de bibliotheek waarmee wij toegankelijkheid naar de inwoners brengen en zij informatie en advies kunnen krijgen.

  • Wij blijven regie voeren op inburgering. Wij zorgen dat inburgeringsplichtigen (asielmigranten en gezinsmigranten) een plek binnen onze samenleving vinden; het liefst via werk. Dat doen wij door onder andere een brede intake, te zorgen dat de inburgeringsplichtige op de meeste passende leerroutes komt met daarnaast een duaal traject en ondersteuning richting zelfredzaamheid en begeleiding gedurende het hele inburgeringstraject.

Wat mag het kosten?

Wijziging Iv3 en de invloed hiervan op de presentatie van de financiële tabellen in programma 6
Informatie voor Derden (Iv3) is een informatiesysteem waarin staat welke financiële informatie gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen moeten verstrekken. De afnemers van deze financiële informatie zijn onder meer de financieel toezichthouder, de Europese Unie, het ministerie van BZK en het CBS.

De Iv3 uitvraag op het gebied van o.a. Wmo en jeugd is in 2023 op verzoek van diverse ministeries meer verfijnd. Dit heeft bij gemeenten tot knelpunten geleid, met name bij jeugd. Daarom is gewerkt aan een nieuwe indeling per 2025, waarbij er vooral bij jeugd wijzigingen zijn doorgevoerd. Deze aanpassing betreft een technische aanpassing, die we in Hengelo in de Beleidsbegroting 2025-2028 hebben opgenomen. Deze aanpassing maakt wel dat de cijfers in de kolom verschil 2025 ten opzichte van 2024 niet één op één vergelijkbaar zijn. Per taakveld wordt toegelicht wat het Iv3 effect is voor dit taakveld, hoewel dit gemeentebreed een neutrale wijziging betreft. Zie hiervoor ook de leeswijzer.

Deze wijziging heeft ook impact op de wijze van (meerjarig) monitoren. Het meten en verantwoorden van de voortgang op de totale uitgaven binnen bijvoorbeeld Wmo en jeugd, maar ook de transformatie zal op onderdelen heringericht moeten worden.

Van maatwerkvoorzieningen naar basisondersteuning
Door de lokale inkoop van basisondersteuning, die per 1-1-2025 in gaat, is in onderstaande tabel een aanzienlijke verschuiving te zien van kosten tussen de taakvelden. Zo valt bijvoorbeeld de individuele begeleiding Wmo straks niet onder taakveld 6.712 (waaronder de geïndiceerde zorg valt) maar onder 6.21 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen Wmo. Deze wijziging is gemeentebreed budgettair neutraal.

Taakveld

Saldo rekening 2023

Saldo begroting 2024

Lasten begroting 2025

Baten begroting 2025

Saldo begroting 2025

Verschil 2025 - 2024

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

-1.453

-8.228

25.326

16.484

-8.841

-614

6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen

-9.128

-11.340

-

-

-

11.340

6.21 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen WMO

-

-

17.204

-

-17.204

-17.204

6.22 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen Jeugd

-

-

7.098

-

-7.098

-7.098

6.23 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen Integraal

-

-

1.266

-

-1.266

-1.266

6.3 Inkomensregelingen

-19.731

-13.498

62.532

49.311

-13.221

277

6.4 WSW en beschut werk

-13.282

-14.037

13.050

-

-13.050

988

6.5 Arbeidsparticipatie

-6.890

-7.680

8.220

602

-7.618

62

6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

-3.720

-3.882

-

-

-

3.882

6.60 Hulpmiddelen en diensten (WMO)

-

-

4.445

18

-4.426

-4.426

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

-

-

-

-

-

-

6.71A Hulp bij het huishouden (WMO)

-10.366

-11.163

-

-

-

11.163

6.711 Huishoudelijke hulp (WMO)

-

-

12.509

1.100

-11.409

-11.409

6.71B Begeleiding (WMO)

-10.446

-11.357

-

-

-

11.357

6.712 Begeleiding (WMO)

-

-

319

-

-319

-319

6.71C Dagbesteding (WMO)

-2.418

-2.701

-

-

-

2.701

6.713 Dagbesteding (WMO)

-

-

80

-

-80

-80

6.71D Overige maatwerkarrangementen (WMO)

11

-707

-

-

-

707

6.714 Overige maatwerkarrangementen (WMO)

-

-

-171

5

176

176

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

-

-40

-

-

-

40

6.72A Jeugdhulp begeleiding

-4.349

-4.393

-

-

-

4.393

6.72B Jeugdhulp behandeling

-5.538

-5.563

-

-

-

5.563

6.72C Jeugdhulp dagbesteding

-2.833

-3.225

-

-

-

3.225

6.72D Jeugdhulp zonder verblijf overig

-1.471

-2.355

-

-

-

2.355

6.73A Pleegzorg

-2.009

-2.190

-

-

-

2.190

6.73B Gezinsgericht

-1.176

-1.159

-

-

-

1.159

6.73C Jeugdhulp met verblijf overig

-6.273

-7.754

-

-

-

7.754

6.74A Jeugdhulp behandeling GGZ zonder verblijf

-6.735

-6.934

-

-

-

6.934

6.74B Jeugdhulp crisis/LTA/GGZ-verblijf

-1.422

-1.514

-

-

-

1.514

6.74C Gesloten plaatsing

-600

-249

-

-

-

249

6.751 Jeugdhulp ambulant lokaal

-

-

1.478

186

-1.291

-1.291

6.752 Jeugdhulp ambulant regionaal

-

-

16.288

-

-16.288

-16.288

6.753 Jeugdhulp ambulant landelijk

-

-

509

-

-509

-509

6.761 Jeugdhulp met verblijf lokaal

-

-

1.619

-

-1.619

-1.619

6.762 Jeugdhulp met verblijf regionaal

-

-

14.749

-

-14.749

-14.749

6.763 Jeugdhulp met verblijf landelijk

-

-

60

-

-60

-60

6.791 PGB WMO

-

-

546

-

-546

-546

6.792 PGB Jeugd

-

-

53

-

-53

-53

6.81 Geëscaleerde zorg 18+

-

-

-

-

-

-

6.81A Beschermd wonen (WMO)

3.067

1.617

-

-

-

-1.617

6.811 Beschermd wonen (WMO)

-

-

850

850

-

-

6.81B Maatschappelijke- en vrouwenopvang (WMO)

-981

-1.196

-

-

-

1.196

6.812 Maatschappelijke- en vrouwenopvang (WMO)

-

-

1.353

-

-1.353

-1.353

6.82 Geëscaleerde zorg 18-

-

-

-

-

-

-

6.82A Jeugdbescherming

-2.863

-3.114

-

-

-

3.114

6.821 Jeugdbescherming

-

-

3.195

-

-3.195

-3.195

6.82B Jeugdreclassering

-383

-437

-

-

-

437

6.822 Jeugdreclassering

-

-

459

-

-459

-459

6.91 Coördinatie en beleid WMO

-

-

820

-

-820

-820

6.92 Coördinatie en beleid Jeugd

-

-

2.045

-

-2.045

-2.045

Totaal 6 Sociaal domein

-110.989

-123.101

195.902

68.557

-127.344

-4.244

Taakveld

Saldo begroting 2025

Saldo begroting 2026

Saldo begroting 2027

Saldo begroting 2028

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

-8.841

-15.728

-14.884

-14.879

6.21 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen WMO

-17.204

-14.417

-14.550

-14.685

6.22 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen Jeugd

-7.098

-7.081

-6.986

-6.701

6.23 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen Integraal

-1.266

-1.266

-1.266

-1.266

6.3 Inkomensregelingen

-13.221

-13.197

-13.185

-13.197

6.4 WSW en beschut werk

-13.050

-12.359

-11.519

-10.887

6.5 Arbeidsparticipatie

-7.618

-7.602

-7.569

-7.513

6.60 Hulpmiddelen en diensten (WMO)

-4.426

-4.436

-4.480

-4.523

6.711 Huishoudelijke hulp (WMO)

-11.409

-11.479

-11.593

-11.710

6.712 Begeleiding (WMO)

-319

-323

-326

-329

6.713 Dagbesteding (WMO)

-80

-80

-80

-80

6.714 Overige maatwerkarrangementen (WMO)

176

2.029

2.021

2.021

6.751 Jeugdhulp ambulant lokaal

-1.291

-928

-928

-928

6.752 Jeugdhulp ambulant regionaal

-16.288

-16.474

-16.465

-16.465

6.753 Jeugdhulp ambulant landelijk

-509

-572

-572

-572

6.761 Jeugdhulp met verblijf lokaal

-1.619

-1.619

-1.619

-1.619

6.762 Jeugdhulp met verblijf regionaal

-14.749

-15.278

-15.278

-15.278

6.763 Jeugdhulp met verblijf landelijk

-60

-70

-70

-70

6.791 PGB WMO

-546

-555

-555

-555

6.792 PGB Jeugd

-53

-56

-56

-56

6.811 Beschermd wonen (WMO)

-

-

-

-

6.812 Maatschappelijke- en vrouwenopvang (WMO)

-1.353

-1.457

-1.457

-1.457

6.821 Jeugdbescherming

-3.195

-3.224

-3.224

-3.224

6.822 Jeugdreclassering

-459

-459

-459

-459

6.91 Coördinatie en beleid WMO

-820

-820

-820

-820

6.92 Coördinatie en beleid Jeugd

-2.045

-2.045

-2.045

-2.045

Totaal 6 Sociaal domein

-127.344

-129.496

-127.964

-127.297

Financiële toelichting

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie (€ 614.000 nadeel)

  • Voor de opvang van nieuwkomers hebben wij voor 2026 en verder de bijbehorende inkomsten en uitgaven om uitvoering te geven aan de noodopvang in onze begroting voorlopig op 0 geraamd. Om eventuele doorlopende verplichtingen (contracten personeel, wonen etc.) bij te kunnen stellen hebben wij voor 2026, 2027 en 2028 € 1,5 miljoen als stelpost opgenomen. Deze middelen worden onttrokken uit de reserve Vluchtelingen.

  • Daarnaast is sprake van een verschuiving van kosten vanuit taakveld 6.1 naar 6.2. Dit zorgt voor een voordeel van € 134.000. Dit betreffen kosten voor maatschappelijke opvang, begeleiding en bemoeizorg die op taakveld 6.2 verantwoord moeten worden.

  • In 2024 is een incidenteel budget beschikbaar gesteld van € 50.000 om tijdelijke capaciteit in te zetten voor de plannen rondom het MFA in Beckum (24-NB-6.10). Dit is een voordeel in 2025 ten opzichte van 2024.

  • Wij investeren in het versterken van de sociale basis voor jeugdigen, als een van de drie lijnen van de inzet op jeugd(zorg) als topprioriteit. Dit doen wij vooralsnog door het voorzetten van de ondersteuning aan jongeren via het concept Studio15 voor de komende twee jaar (25-NB-6.7). Dit zorgt voor een nadeel van € 310.000.

  • Om uitvoering te geven aan de motie die oproept tot het opstellen van een fonds voor leefbare wijken is voor de jaren 2025 en 2026 een budget geraamd van € 100.000. Dit zorgt voor een nadeel in deze jaren.

  • De wijziging van de Iv3 leidt op dit taakveld tot een nadeel van € 199.000.

  • Het resterende verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door prijsindexatie en toerekening van uren.

6.2 Wijkteams; wordt 6.21 t/m 6.23 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen (€ 14.228.000 nadeel)

  • In 2024 hebben we extra incidentele formatie ingezet met het oog op tijdige afhandeling en juist beoordeling van aanvragen voor zorg en ondersteuning (23-FP-6.11). Dit zorgt voor een incidenteel voordeel in 2025 ten opzichte van 2024 van € 151.000.

  • Daarnaast is er sprake van een verschuiving van kosten vanuit taakveld 6.1 naar 6.2 (€ 134.000), dit betreffen kosten voor maatschappelijke opvang, begeleiding en bemoeizorg. Zie ook 6.1.

  • Jeugd(zorg) is als topprioriteit benoemd in de Zomernota 2024-2028. De extra inzet op jeugdhulp wordt langs drie lijnen ingezet: investeren in een omslag in denken en doen binnen het jeugdzorgsysteem, regie op de toegang en het versterken van de sociale basis voor jeugdigen. Een deel van de nieuw beleidsvoorstellen voor jeugd (25-NB-6.1 t/m 25-NB-6.5) betreffen extra personele inzet vanaf 2025. De uitbreiding op jeugd zorgt voor een nadeel, waarvoor binnen programma 6 deels structureel ruimte is gevonden in de begroting door kritisch te kijken naar de inzet van de huidige budgetten. Daarnaast is er in 2024 sprake geweest van incidentele inzet. Dit zorgt voor een incidenteel voordeel in 2025 en opzichte van 2024. Per saldo een nadeel van € 150.000 in 2025 ten opzichte van 2024.

  • De wijziging van de Iv3 én de gunning van de opdracht basisondersteuning, waardoor maatwerkvoorzieningen anders worden vormgegeven, leiden tot een nadeel van € 13,955 miljoen op dit taakveld.

  • Het resterende verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door prijsindexatie en toerekening van uren.

6.3 Inkomensregelingen (€ 277.000 voordeel)

  • Het ROZ voert de Tozo regeling voor de gemeente Hengelo en haar opdrachtgevende gemeenten uit. Deze regeling loopt naar verwachting tot 2028.

  • In 2024 hebben wij een incidenteel budget van € 225.000 beschikbaar voor energietoeslag 2023., die doorliep tot 1 juli 2024.

  • De wijziging van de Iv3 leidt op dit taakveld tot een voordeel van € 125.000.

  • Het resterende verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door prijsindexatie en toerekening van uren.

6.4 Begeleide participatie (€ 988.000 voordeel)

  • De rijksvergoeding die wij ontvangen voor de uitvoering van de Wsw betalen wij één op één door aan de SWB. Dit betreft meerjarig een sterk aflopende vergoeding (sterfhuisconstructie). De aflopende kosten worden in programma 6 geraamd en de rijksvergoeding maakt deel uit van de gemeentefondsuitkering (programma 9).

6.5 Arbeidsparticipatie (€ 62.000 nadeel)

  • De aantallen Nieuw Beschut zullen toenemen en daardoor lopen de begleidingskosten Nieuw Beschut meerjarig in de Beleidsbegroting op. Dit leidt in 2025 t.o.v. 2024 tot een nadelig verschil van € 90.000, oplopend naar € 157.000 in 2028.

  • Het resterende verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door prijsindexatie en toerekening van uren.

6.6 Maatwerkvoorzieningen (Wmo); wordt 6.60 Hulpmiddelen en diensten (Wmo) (€ 544.000 nadeel)

  • Door omzetting van de oude contracten naar de nieuwe contracten voor hulpmiddelen verwachten wij structureel hogere kosten voor hulpmiddelen (24-FP-6.5).

  • De wijziging van de Iv3 leidt op dit taakveld tot een nadeel van € 496.000.

6.71A Hulp bij het huishouden (Wmo) ; wordt 6.711 Huishoudelijke hulp (Wmo) (€ 246.000 nadeel)

  • De prijsindexatie zorgt met name voor een structureel nadeel van circa € 595.000 ten opzichte van 2024. Daarnaast houden we meerjarig voor de Wmo rekening met een populatiegroei van 1% als gevolg van vergrijzing. Het Rijk heeft in de Voorjaarsnota 2024 voor de Wmo een aparte indexering aangekondigd en hier middelen voor gereserveerd. De volume-groei dekken we vooralsnog meerjariguit de stelpost gemeentefonds (zie Zomernota 2024-2028 24-FP-6.5 en bijlage 10.3.1 onderdeel 3e), totdat de mogelijke nieuwe financieringswijze ingaat voor de Wmo.

  • De wijziging van de Iv3 leidt op dit taakveld tot een voordeel van € 358.000.

6.71B Begeleiding (Wmo) ; wordt 6.712 Begeleiding Wmo & 6.791 PGB Wmo (€ 10.492.000 voordeel) De grootste verschillen op dit taakveld worden veroorzaakt door:

  • De individuele ondersteuning bij geclusterd en gemengd wonen wordt vanaf 2025 gefinancierd door gemeenten vanuit de Wmo middelen. Tot en met 2024 werd dit vanuit de middelen voor maatschappelijke opvang vanuit centrumgemeente Enschede bekostigd. Dit zorgt voor een nadeel van € 150.000 (24-FP-6.5).

  • De prijsindexatie en verwachte volume-groei als gevolg van vergrijzing zorgen voor een nadeel van circa € 630.000.

  • De wijziging van de Iv3 én de gunning van de opdracht basisondersteuning, waardoor maatwerkvoorzieningen anders worden vormgegeven, leiden tot een voordeel van € 11,323 miljoen op dit taakveld.

6.71C Dagbesteding (Wmo); wordt 6.713 Dagbesteding (Wmo) (€ 2.621.000 voordeel)

  • De prijsindexatie en verwachte volumegroei als gevolg van vergrijzing zorgen voor een nadeel van € 159.000 op dit taakveld.

  • De wijziging van de Iv3 én de gunning van de opdracht basisondersteuning, waardoor maatwerkvoorzieningen anders worden vormgegeven, leiden tot een voordeel van € 2,78 miljoen op dit taakveld.

6.71D Overige maatwerkarrangementen (Wmo); wordt 6.714 Overige maatwerkarrangementen (wmo) (€ 883.000 voordeel)

  • Het voordeel van ruim € 1,3 miljoen in 2025 ten opzichte van 2024 heeft betrekking op het besparingspotentieel voor Wmo vanuit het Transformatieplan. Hierop hebben structurele en incidentele mutaties plaatsgevonden door inzet van de benodigde investeringen en de invulling van een deel van de structurele besparingsopdracht (zie 24-FP-6.1). Daarnaast zorgen de oplopende bedragen in het besparingspotentieel Wmo voor verschillen tussen deze jaarschijven.

  • De wijziging van de Iv3 leidt op dit taakveld tot een nadeel van € 490.000.

  • De meerjarige fluctuaties binnen dit taakveld worden daarnaast veroorzaakt door de taakstelling die wij hebben opgenomen met betrekking tot de wijziging van het abonnementstarief Wmo. Deze is opgenomen vanaf 2026 en bedraagt circa € 1,8 miljoen.

6.72A t/m 6.74C en 6.82A en B Jeugdhulp; wordt 6.751 t/m 6.763, 6.792, 6.821 en 6.822 Jeugdhulp (totaal: € 705.000 voordeel) De grootste verschillen op dit taakveld worden veroorzaakt door:

  • Een groot deel van de jeugdhulp kopen wij (verplicht) regionaal in. Per 2025 is deze jeugdhulp opnieuw ingekocht. Er zijn verschillende ontwikkelingen die maken dat de tarieven voor meerdere vormen van hulpverlening fors hoger worden. Ook de landelijke opgave tot het ombouwen naar kleinschalige verblijfsvoorzieningen zorgen voor oplopende kosten. Dit betreffen autonome ontwikkelingen, die voor een structureel nadeel van € 3,7 miljoen in 2025 ten opzichte van 2024. Meerjarig is het nadeel € 4,4 miljoen (24-FP-6.7).

  • Binnen de jeugdhulp hebben zich diverse ontwikkelingen voorgedaan met effect op de tarieven bovenop de reguliere prijsindexatie voor 2025 (24-FP-6.4) en daarnaast is de prijsindexatie voor 2025 toegepast (24-PF-9.2). Deze prijsontwikkelingen leiden tot een nadeel van ca. € 1,7 miljoen in 2025 oplopend naar € 2,3 miljoen structureel.

  • Wij zien een lichte daling van het aantal jeugdigen in Hengelo (0,84%) en een stijging van het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdzorg. Per saldo verwachten we een volume ontwikkeling van 0%. Toch zien wij een stijging van de jeugdzorgkosten door stijgende complexiteit van de casuïstiek, hogere inschaling van zorg en meer gebruik van duurdere verblijfsplekken. Wij zien wel dat we door de inzet vanuit het Transformatieplan een hogere kostenstijging voorkomen (24-FP-6.6). De stijging in 2025 is € 332.000.

  • Daarnaast hebben wij in Hengelo in 2024 kosten opgenomen in onze begroting voor een uitzonderlijke situatie van een gezin waar zeer intensieve zorg wordt geleverd. Mogelijk vindt hierop nog een compensatie plaats vanuit de landelijke compensatieregeling woonplaatsbeginsel. Dit zorgt voor een incidenteel voordeel van € 1,3 miljoen in 2025 ten opzichte van 2024.

  • De wijziging van de Iv3 én de gunning van de opdracht basisondersteuning, waardoor maatwerkvoorzieningen anders worden vormgegeven, leiden tot een voordeel van € 3,123 miljoen op dit taakveld.

  • Als laatste is er een voordeel van € 1,7 miljoen in 2025 ten opzichte van 2024, dit heeft betrekking op het besparingspotentieel voor Jeugd vanuit het Transformatieplan en het incidentele transformatiebudget. Hierop hebben structurele en incidentele mutaties plaatsgevonden door inzet van de benodigde investeringen en de invulling van een deel van de structurele besparingsopdracht (zie 24-FP-6.1) Daarnaast zorgen de oplopende bedragen in het besparingspotentieel Jeugd voor verschillen tussen de jaarschijven.

6.81A Beschermd wonen; wordt 6.811 Beschermd wonen (€ 1.617.000 nadeel)
In 2024 hebben wij een verwachte inkomst van € 1,6 miljoen opgenomen vanuit centrumgemeente Enschede voor Beschermd Wonen. Het wetsvoorstel voor de decentralisatie Beschermd Wonen is echter controversieel verklaard, waardoor de nieuwe invoeringsdatum 1 januari 2026 is. Samen met de centrumgemeente investeren wij daarnaast op het inlopen van de bestaande wachtlijst voor beschermd wonen, waardoor de verwachte inkomst voor 2025 nog onzeker is. Op basis van historische ervaring verwachten we van centrumgemeente Enschede een teruggave van middelen beschermd wonen van € 850.000. Deze middelen investeren we om instroom (van jongvolwassenen) in (beschermd) wonen te voorkomen en de uitstroom te bevorderen.

6.81B Maatschappelijke- en vrouwenopvang (Wmo); wordt 6.812 Maatschappelijke -en vrouwenopvang (Wmo) (€ 157.000 nadeel)
Centrumgemeente Enschede ontvangt via het Rijk de middelen voor maatschappelijke- en vrouwenopvang. De individuele gemeenten ontvangen de indexatie hiervoor vanuit het gemeentefonds, die zij jaarlijks aan de centrumgemeente Enschede doorbetalen. De indexatie in 2025 is circa € 150.000 hoger dan in 2024.

6.91 Coördinatie en beleid Wmo (€ 820.000 nadeel)
De wijziging van de Iv3 leidt tot het afzonderlijk verantwoorden van de coördinerende en beleidsmatige taken, evenals de administratieve taken.

6.92 Coördinatie en beleid jeugd (€ 2.045.000 nadeel)
De wijziging van de Iv3 leidt tot het afzonderlijk verantwoorden van de coördinerende en beleidsmatige taken, evenals de administratieve taken.

Risico's

Zorgcontinuïteit
In de komende jaren zien wij een risico dat de vraag naar zorg en ondersteuning zodanig toeneemt dat wij niet de gewenste zorg kunnen leveren. Dit risico wordt versterkt door verschillende demografische en maatschappelijke ontwikkelingen:

  • Wij zien een toenemende vergrijzing van de bevolking.

  • Toename van individualisering en polarisatie.

  • Mensen blijven langer thuis wonen, met het risico dat de eenzaamheid onder deze groep toeneemt.

  • Actuele ontwikkelingen rondom de opvang aan statushouders, Oekraïners en vluchtelingen, waardoor vraag naar zorg en ondersteuning toeneemt.

  • Bij een grote groep inwoners zijn de financiële zorgen toegenomen. Dit door stijgende energie-, voedsel- en huisvestingskosten.

  • De complexiteit van de problematiek neemt toe, bijvoorbeeld stapeling van verschillende vraagstukken binnen een huishouden, maar ook zwaardere problematiek.

Krapte op de arbeidsmarkt
Wij willen samen met onze partners onderzoeken hoe wij in de toekomst de gewenste ondersteuning en zorg kunnen blijven leveren. Zowel de gemeente als onze partners kampen met tekorten op de arbeidsmarkt. De ondersteuning aan onze inwoners valt of staat bij de medewerkers die zij in dienst hebben. Daarnaast zijn vrijwilligers en mantelzorgers steeds moeilijker te vinden. Deze ontwikkelingen zetten de algehele kwaliteit van zorg, welzijn en voorzieningen voor inwoners onder druk.

Financiële situatie zorgaanbieders
Vanuit leveranciersmanagement spreken de contractmanagers (gemeente en OZJT) frequent met de strategische zorgaanbieders die zorg leveren aan de cliënten in Twente. Uit deze gesprekken blijkt dat de financiële positie van aanbieders zorgelijk is. Als gevolg van onder andere oplopende personeels- en energiekosten. Dit vormt een risico voor de beschikbaarheid en continuïteit van cruciale zorg voor de cliënten met een (grote) ondersteuningsvraag in Twente. Zorg, waarvoor niet direct een alternatief (zorg/ woonplek) beschikbaar is. Deze trend is landelijk waarneembaar.

Steeds meer taken en verantwoordelijkheden
De afgelopen jaren is het aantal tijdelijke regelingen enorm toegenomen en zijn er veel wijzigingen geweest in wet- en regelgeving. Als gemeente merken wij dat er steeds meer taken en verantwoordelijkheden bij ons worden neergelegd, zoals de aanpak van energiearmoede, steunmaatregelen van de toeslagenaffaire en de opvang van statushouders. Hierdoor neemt de werkdruk binnen onze organisatie toe, omdat er voortdurend nieuwe taken bijkomen. Wij zien hierdoor de tekorten in de begroting toenemen. Wij hebben bij het Rijk de vraag neergelegd om de gemeentelijke taken en de vergoeding uit het gemeentefonds beter op elkaar af te stemmen. Deze tegemoetkoming is echter nog niet toegezegd.

Start basisondersteuning en nieuwe toegang
In 2025 starten wij met de basisondersteuning, een ambitieuse verandering binnen het sociaal domein dat gepaard gaat met risico’s. Hiermee willen wij het sociaal domein toekomstbestendig vormgeven. Om dit te realiseren vragen wij van onze partners, inwoners en interne organisatie om anders te werken en op een nieuwe manier naar zorgvragen te kijken.

De grootste risico’s bij de transformatie zien wij bij de uitvoering van nieuwe toegang. Wij willen verandering en dat brengt uitdagingen met zich mee. Die zien wij op het gebied van tijdige communicatie naar inwoners, goede toegang organiseren en het faciliteren van medewerkers en samenwerkingspartners om op een andere manier uitvoering te geven aan de basisondersteuning. Wij willen de overgang naar de nieuwe systematiek voor onze inwoners zo soepel mogelijk laten verlopen.

Risico op benodigde extra investeringen tbv de transformatie van de basisondersteuning
Met de keuze voor de lokale inkoop van basisondersteuning zetten wij een belangrijke stap in lijn met onze ambities in het Transformatieplan, zowel inhoudelijk als financieel. De opdracht voor de inrichting van de lokale basisondersteuning was bij het opstellen van het Transformatieplan voorzien per 2024, waardoor de investeringen en besparingen ook per 2024 zijn opgenomen. De opdracht gaat echter pas in 2025 van start, waardoor de investeringen die voor 2024 waren gepland en gelinkt aan de opdracht basisondersteuning dus niet zijn gedaan maar mogelijk later in de tijd wel nodig zijn (bijvoorbeeld in 2025 en 2026) om het transformatie-effect in de opdracht te kunnen bereiken. Hiervoor is dus mogelijk extra incidentele investering benodigd waarmee wij rekening houden in ons benodigd weerstandsvermogen.

Overgangsjaar basisondersteuning
Vanaf 1 januari 2025 start de opdracht voor de lokale basisondersteuning. Enerzijds is 2025 een overgangsjaar waarin een nieuwe organisatie moet worden opgezet inclusief bedrijfsvoering, anderzijds moeten ook cliënten worden overgenomen van andere aanbieders en/of nieuwe cliënten worden geholpen. Dit kent meerdere risico's (zorgcontinuïteit, bezwaar en beroep, overgang van personeel gemeente naar aanbieder, gegevensuitwisseling). Het is een verandering die impact kan hebben op inwoners met een ondersteuningsbehoefte en waar wij door middel van goede communicatie en goede regievoering zo goed mogelijk proberen op in te spelen. Tijdens de verbouwing is de winkel echter open.

Capaciteit transformatie
De transformatie van het sociaal domein is een uitdagende en tijdrovende ontwikkeling waaraan veel mensen, intern en extern, met veel enthousiasme werken. Het open houden van de winkel tijdens de verbouwing trekt een grote wissel op de regulier taken van mensen. De basis op orde houden kost veel tijd en energie. Wij merken dat de grens soms al wordt bereikt in wat mensen aankunnen.

Toename van beroep op of overschrijding van de geraamde budgetten Wmo en Jeugd
Elk jaar maken wij een inschatting voor te ramen budgetten Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) en Jeugd, op basis van prognoses (bv. vergrijzing) en huidige benutting (gebruik van ondersteuning afgelopen jaren). Zie Zomernota 24-FP-6.5 en 24-FP-6.6.Ook is het budget voor de basisondersteuning, en daarmee een gedeelte van de Wmo, vastgezet. Hiermee wordt het risico beperkt. Wij zien wel een aantal ontwikkelingen beleidsmatig en in de maatschappij die kunnen leiden tot meer beroep op Wmo (bijv. WAMS, landelijk machtigingsbesluit politiegegevens, verslechtering in mentale gezondheid en toename onbegrepen gedrag). Het Rijk gaat kijken naar een aparte bekostigingsvorm voor Wmo.

Op het vlak van de jeugdhulp is de landelijke trend intensivering, zowel wat betreft het aantal als de zwaarte van zorgaanvragen. De oorzaken hiervan zijn velerlei. Zo kon tijdens de crisis niet alle zorg geboden worden die nodig is. Ook is er kans op verergering van problematiek (zoals bij verslavingen), als gevolg van spanningen die kunnen optreden. Ook hier zien wij een aantal ontwikkelingen beleidsmatig en in de maatschappij die kunnen leiden tot meer beroep op jeugdhulp. De vraag is hierin redelijk onvoorspelbaar.

Niet realiseren van extra rijksinkomsten /verlaging uitgaven door rijksmaatregelen Sociaal Domein
Het Rijk heeft een wetsvoorstel opgesteld om te komen tot een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor de Wmo. Met het wetsvoorstel wordt het huidige abonnementstarief afgeschaft. Het Rijk verwacht dat met de aanpassing van de wet minder aanspraak door inwoners op de Wmo (dus lagere kosten) en meer inkomsten (uit de eigen bijdrage). Daarom is ook een uitname uit het Gemeentefonds gepland voor de gemeente Hengelo van €1,85 miljoen vanaf 2026 (zie Zomernota 2023-2027 FP-9.3, taakstellend). Het is de vraag of, mede gezien de beperkte beschikbaarheid van particuliere hulp, de lagere kosten en hogere inkomsten aan zullen sluiten bij de taakstelling.

Risico op langdurige uitgaven voor specifieke casus
Hengelo kent een uitzonderlijke situatie van een gezin waar zeer intensieve zorg wordt geleverd. In format 24-FP-6.6 van de Zomernota (Prognoses en ontwikkelingen jeugd) hebben wij opgenomen dat wij in het benodigd weerstandsvermogen er rekening mee houden dat deze kosten structureel kunnen worden.

Hoger beroep op schuldhulpverlening door inflatie en halvering termijn schuldsanering
Vanwege de hoge kosten voor levensonderhoud en energie ziet de gemeente Hengelo het risico van extra aanmeldingen voor schuldhulpverlening. Ook is de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) gewijzigd met ingang van 1 juli 2023. De saneringstermijn is gehalveerd van 36 maanden naar 18 maanden (zie beleidsmatige ontwikkelingen). Wat de financiële consequenties zijn voor de gemeenten en de Stadsbank is nog niet bekend.

Risico's vanwege de opvang van nieuwkomers
Gemeente Hengelo vangt op dit moment een groot aantal nieuwkomers op. Dit zijn asielzoekers, statushouders en Oekraïners. Het beroep op gemeenten om deze nieuwkomers op te vangen en te huisvesten wordt steeds groter. Dit brengt risico's met zich mee die op korte termijn vooral maatschappelijk en organisatorische gevolgen kunnen hebben. Het verloop van gebeurtenissen in de wereld die van invloed zijn op migratiestromen en onzekerheid in landelijk beleid maken de duur en omvang van de huidige opvangcrisis en het perspectief voor de jaren daarna onzeker. Dit vraagt flexibiliteit van onze organisatie en maatschappelijke partners. Tegelijkertijd is moeilijk te voorspellen hoe ruim die flexibiliteit moet zijn, en of deze bij tijden niet te ruim zal zijn. Wij onderkennen de volgende risico’s:

  • Er moet voldoende adequate en veilige huisvesting zijn. In een gespannen woningmarkt is het niet makkelijk om huisvesting of opvang te creëren.

  • De voorzieningen van en binnen de gemeente op het gebied van (jeugd)zorg en onderwijs moeten ruimte bieden aan een groep kinderen en volwassenen met diverse achtergronden en met soms traumatische ervaringen. Ook onze maatschappelijke partners hebben te maken met krapte op de arbeidsmarkt, dus beschikbaarheid van voorzieningen staat onder druk.

  • Om ook de taken in het sociaal domein voor nieuwkomers goed te kunnen uitvoeren zijn voldoende mensen nodig om een en ander te organiseren, zorgvragen te beoordelen, uitkeringen te verwerken etc.

  • Op onderdelen is beleid van het Rijk nog in ontwikkeling. En vaak wordt gewerkt met tijdelijke regelingen. Onzekerheid over toekomstig rijksbeleid en beschikbaarheid van middelen maakt plannen of anticiperen een uitdaging.

  • Sinds verschijnen van het Hoofdlijnenakkoord van de onderhandelaars in Den Haag zien wij (nu al) dat het aanbod van opvanglocaties door gemeenten vermindert en daarmee de opvang opgave voor het totaal verder groeit. De verwachting is dat deze tendens de komende periode doorzet. Daarnaast zal een nieuw kabinet inzetten op vermindering van het aantal nieuwkomers naar Nederland in de toekomst, maar dat dit niet tot een merkbare daling in prognoses leidt op korte termijn. De ontwikkelingen in Den Haag onderstrepen o.i. de keuze van de gemeente om een langjarige inzet op grond van een beleidsagenda Nieuwkomers te bepalen.

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd