Financiering

Inleiding
De paragraaf financiering beschrijft de beleidsvoornemens ten aanzien van het beheer van de financieringsportefeuille. Vanwege de risico’s die ontstaan als een tekort aan liquide middelen optreedt of als overtollige middelen te voortvarend worden uitgezet is de financiering, meer dan andere beleidsterreinen, sterk wettelijk verankerd. Met name de Wet Fido en de uitvoeringsregeling van deze wet (Ruddo) geven de kaders aan waarbinnen gemeenten mogen handelen. Zo heeft het verplichte schatkistbankieren bij het Rijk de mogelijkheden om overschotten te beleggen beperkt. Alle tegoeden van decentrale overheden worden automatisch afgeroomd en bij het Rijk belegd. Daarnaast hebben we als gemeente in de “Verordening op het financiële beleid en beheer van de gemeente Hengelo 2023” (art. 10) en in het Treasurybesluit 2021 regels met betrekking tot de financieringsfunctie opgesteld. In 2021 hebben we de mogelijkheden van geld uitlenen en garanties afgeven vastgelegd in de “Beleidsregels leningen en garanties gemeente Hengelo 2021”.

Wat willen we bereiken

  1. over voldoende financiële middelen beschikken om de begrotingstaken binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren (aantrekken of uitzetten);

  2. een duurzame toegang tot financiële markten verkrijgen tegen acceptabele condities;

  3. de risico's verbonden aan de treasuryfunctie beheersen (renterisico's, liquiditeitsrisico's en kredietrisico's).

Hoe gaan we dit doen

a. We anticiperen op onze liquiditeitsbehoefte
We stellen prognoses op van onze toekomstige liquiditeitsbehoefte. We houden daarbij rekening met mutaties in de huidige leningenportefeuille en waardeontwikkeling van bestaande activa en de voorgenomen vervangingsinvesteringen. Voor zover investeringen al in de meerjarenbegroting zijn opgenomen nemen we deze als basis voor de liquiditeitsbehoefte. Het vroegtijdig signaleren van liquiditeitsfluctuaties blijkt weerbarstig. Niet zelden worden investeringen uitgesteld. Anderzijds kunnen nieuwe investeringen ook snel besloten worden en op korte termijn een liquide behoefte veroorzaken. De gemeente heeft op dit moment nog geen noodzaak om leningen aan te trekken.

b. We leggen goede contacten met relaties die kennis hebben van de geld- en kapitaalmarkt
Als overheidsinstelling hebben we een goede toegang tot de kapitaalmarkt. We moeten dan wel financieel gezond blijven. Alle banken moeten in opdracht van de ECB (Europese Centrale Bank) hun klanten monitoren door middel van risicomethodieken. Door onze lage solvabiliteit behoren we tot de gemeenten, die gevolgd worden (18,4% eind 2023). Naast de sectorbanken BNG en NWB maken we ook gebruik van tussenpersonen, die gespecialiseerd zijn in transacties op de geld- en kapitaalmarkten. De BNG is onze huisbank en houdt ons net als de tussenpersonen goed op de hoogte van de ontwikkelingen op de markt. Na een sterke stijging van de marktrente zijn we inmiddels in rustiger vaarwater beland waarin de ECB zelfs al een renteverlaging heeft doorgevoerd. Bij het aantrekken van nieuwe financieringen merken wij de verandering van marktrentes. Doordat wij integrale financiering toepassen zijn wij in staat om nieuwe financieringsbehoefte in tijd te spreiden. Daarmee kunnen wij de gevolgen van een stijging van rente zoveel mogelijk beperken.

c. We beperken onze risico’s
In beginsel verstrekken wij geen nieuwe leningen en garanties meer. We hebben maatregelen genomen om onze portefeuille uitgeleend geld te verkleinen. Verenigingen en instellingen hebben leningen afgesloten in een relatief dure periode; ze betalen vaak tussen de 3% en 7% rente. Het huidige beleid is er op gericht dat vervroegd aflossen bespreekbaar is wanneer dit ons risicoprofiel verlaagt, maar heronderhandelen over de rentevoet doen we niet.

We accepteren nog slechts borgstellingen waarbij we het risico kunnen delen met de Stichting Waarborgfonds Sport. Uitgangspunt blijft dat een vereniging of stichting zonder de lening in haar voortbestaan zou worden bedreigd en dat de totale financiële huishouding van de aanvrager rente en aflossing mogelijk maakt, zodat het risico voor de gemeente beperkt is. Uitsluitend als het college van oordeel is, dat er zeer ongewenste maatschappelijke effecten optreden als we een verzoek tot borgstelling weigeren, kan een uitzondering gemaakt worden.

De woningbouwcorporatie Welbions sluit geen nieuwe leningen meer af bij de gemeente. De afgesloten leningen kunnen ongewijzigd "aflopen" zoals dit contractueel is afgesproken. De leningenportefeuille uitgeleend geld neemt door aflossingen van Welbions jaarlijks af. De woningbouwcorporatie kan haar financiering nu zonder directe bemoeienis van de gemeente realiseren. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw staat in eerste lijn garant. Wij hebben nog een achtervangfunctie voor de leningen van woningcorporaties. De kans dat we in de toekomst schade lijden door aanspraak op deze achtervangfunctie is zeer klein, omdat we pas aangesproken worden als WSW en de gezamenlijke woningcorporaties in Nederland de schulden niet kunnen dekken.

We lopen ook risico’s door deelneming in andere rechtspersonen. Voor aandelen in deelnemingen is in het verleden een prijs betaald, die als boekwaarde van de deelnemingen op de balans staat. Het risico van verliezen bij deelnemingen is beperkt tot deze boekwaarde. Vaak heeft financiering in een ver verleden plaatsgevonden, waardoor de boekwaarde vele malen lager is dan de reële waarde van de deelneming. De hogere marktwaarde biedt beperkt kansen, omdat de aandelen in de meeste gevallen alleen overdraagbaar zijn aan medeoverheden en dan vaak ook nog met kwalitatieve eisen, bijvoorbeeld in de vorm van verplichte dienstenafname. Dit beperkt de verhandelbaarheid. Wij zullen alleen kopen als dit het publieke belang dient en alleen verkopen als het publieke belang niet geschaad wordt.

In de volgende tabel zijn de deelnemingen opgenomen, die een meer dan symbolische balanswaarde vertegenwoordigen of een dividendinkomst genereren. De waardes zijn weergegeven in euro en hebben betrekking op de aandelen van onze gemeente.

Aandelen van

Aantal aandelen Hengelo

Boekwaarde aandelen

Markt- waarde aandelen 1)

Verwacht dividend 2025

BNG Bank NV

174.486

436.215

14.791.000

400.000

Enexis NV

213.099

40.840

3.787.000

75.000

Twence BV

105.681

-

21.065.000

296.000

Twente Milieu NV

340

154.286

1.982.000

-

Crematoria Twente BV (indirect via OLCT)

-

Warmtenetwerk Hengelo BV

5

-

-79.000

-

Warmtebedrijf Hengelo BV

5

90.000

226.000

-

Totaal alg. middelen in programma 9

493.616

721.341

41.772.000

771.000

Twence BV (afvalbegroting in programma 7)

575.000

Totaal

1.346.000

1) Omdat de aandelen niet vrij verhandelbaar zijn, is de marktwaarde indicatief.

d. We stellen een financieringsbehoefte op en beheren de leningenportefeuille
Vanuit de gulden financieringsregel, dat vaste activa gefinancierd moeten worden met lang vreemd of eigen vermogen, wordt kort vreemd vermogen enkel aangetrokken om tijdelijk een tekort op te vangen. De mogelijkheid om rood te staan of kasgeld aan te trekken wordt beperkt door de wettelijke bepalingen van de kasgeldlimiet: we mogen op grond van de Wet Fido niet langdurig meer dan 8,5% van onze begrotingsomvang kort financieren. Een enkele overschrijding is niet maatgevend. Als we 3 kwartalen achtereen overschrijden moeten we dit melden aan de provincie en een herstelplan voorstellen. Deze bepaling voorkomt dat nadelige effecten ontstaan als de variabele rente snel stijgt, een kenmerkend risico van de geldmarkt. Het volgende overzicht laat per begrotingsjaar de maximale schuldbedragen zien die in rekening courant of als kasgeldlening mogen worden afgesloten (bedragen * € 1.000):

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

Begrotingstotaal

432.207

404.495

390.322

394.001

Percentage cf regeling

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

Toegestane kasgeldlimiet (1 x 2)

36.738

34.382

33.177

33.490

Een tweede norm, waar we aan toetsen is de renterisiconorm. Door te zorgen voor spreiding in aflossen van bestaande leningen voorkomen we dat we in enig jaar een te groot deel van onze schuld opnieuw moeten afsluiten. Dit zou in een periode van hoge rentes kunnen leiden tot een forse stijging van onze structurele rentelasten en daardoor een te zware aanslag vormen op de beschikbare algemene middelen. We mogen maximaal 20% van het begrotingstotaal per 1/1 van elk jaar oversluiten (bedragen * € 1.000).

Renterisiconorm

2025

2026

2027

2028

Begrotingstotaal

432.207

404.495

390.322

394.001

Vastgesteld percentage

20%

20%

20%

20%

Renterisiconorm (1 x 2)

86.441

80.899

78.064

78.800

Renterisico (volume renteherzieningen en aflossingen)

14.443

27.936

16.750

11.764

Ruimte onder de risiconorm (3 - 4)

71.998

52.963

61.314

67.036

Het renterisico bestaat uit de verplichte aflossingen. Renteherzieningen zijn alleen afgesproken bij geldleningen die doorgeleend worden aan woningcorporatie Welbions. Hiervoor dragen wij als gemeente geen risico. Dit geldt ook voor de aflossingen van leningen, waar een even grote aflossing van de woningcorporatie aan ons tegenover staat.

We toetsen permanent de kasgeldlimiet. We verwachten deze de komende jaren niet te overschrijden.
Uit het overzicht van de renterisiconorm blijkt dat we verwachten ruim aan de norm te voldoen voor de periode van deze Beleidsbegroting.

We speculeren niet. De gemeente Hengelo heeft geen beleggingen of derivaten uitstaan bij marktpartijen. Doordat de rijksschatkist dagelijks positieve rekeningsaldi afroomt is er geen mogelijkheid meer om uitzettingen op korte termijn te doen.

Verdere beleidsuitgangspunten

  • We passen totaalfinanciering toe
    Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten wordt de gemeente als één geheel beschouwd. We spreken van totaalfinanciering of integrale financiering. Dat houdt in dat bij het bepalen van de financieringsbehoefte alle inkomsten en uitgaven betrokken worden, zowel reguliere activiteiten als projecten. Door totaalfinanciering worden de rentekosten geminimaliseerd. Leningen worden op de meest optimale momenten aangetrokken, rekening houdend met de gemeentelijke rentevisie, de Wet Fido, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

  • We rekenen reële rente toe aan de taakvelden
    We rekenen rente toe aan de taakvelden. Op basis van de werkelijke kosten van geld lenen bepalen we de omslagrente voor de toerekening aan de taakvelden. Als gevolg van een periode met lage rentes en een financieringsbehoefte die in werkelijkheid lager uitviel hebben we het omslagpercentage in het verleden in stappen verlaagd van boven de 5% naar 2% in 2019, 1,5% in 2021, 0,1% in 2022. Voor 2023 hebben we deze gecorrigeerd naar 0%. Voor deze Beleidsbegroting is voor de jaarschijf 2025 de omslagrente berekend en komt uit op 0,1%. Dit is identiek aan de Beleidsbegroting 2024. Er wordt rekening gehouden met de huidige marktrentes en eventuele trends in de toekomst. Voor 2025 wordt er volgens het BBV geen separate berekening meer gemaakt voor de gemeentelijke grondexploitatie en wordt deze meegenomen met de algemene berekening. Uitzondering is de rente die wordt toegerekend aan vervangingsinvesteringen, die annuïtair zijn berekend (historisch hogere rente).

Financieringsbehoefte
Alle bezittingen en vorderingen moeten gefinancierd zijn met eigen of lang of kort vreemd vermogen. We voorspellen in de meerjarenbegroting onze toekomstige baten en lasten. Hieruit leiden we de toekomstige uitgaven en inkomsten en de toekomstige toe- of afname van bezittingen af. Het gedeelte van onze bezittingen, dat nog niet gedekt is met aanwezig eigen vermogen of al aangetrokken vreemd vermogen is onze financieringsbehoefte. We hebben op dit moment een sterk liquide positie. De middelen die we bij het Rijk hebben staan, zullen we eerst gaan inzetten voordat we de kapitaalmarkt op gaan.

Inzicht in rentelasten, renteresultaat en wijze van toerekenen van rente
De volgende tabel geeft voor het begrotingsjaar 2025 aan hoe vanuit rentelasten, rentebaten en rentetoerekening het renteresultaat tot stand komt.

Omschrijving

Bedrag

a.

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

12.765.000

b.

De externe rentebaten over de korte en lange financiering

-11.505.000

Saldo externe rentelasten en rentebaten

1.260.000

c1.

De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-

c2.

De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

-

c3.

De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

802.000

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

2.062.000

d1.

Rente over eigen vermogen

-

d2.

Rente over voorzieningen

-

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

2.062.000

e.

De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-2.236.000

f.

Renteresultaat op het taakveld Treasury 1)

-174.000

1)Volgens het BBV moet de rente aan de gemeentelijke grondexploitaties met ingang van 2025 volgens de (integrale) omslagrenteberekening plaatsvinden. Dat is de reden dat er nu geen bedrag staat bij punt c1. Dit is nu verwerkt in het bedrag bij punt e.
2)Het renteresultaat is een positief resultaat van € 174.000. De wijze hoe deze tabel is opgesteld met positieve en negatieve bedragen is verplicht volgens het BBV.

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd