Onderwijs

Aanspreekpunt bestuurlijk

Aanspreekpunt Ambtelijk

Wethouder Bruggink

K. Webbink

Welke belangrijke ontwikkelingen zien we voor 2024?

Wij zien twee belangrijke ontwikkelingen, de 'Gelijke kansen agenda' en het Integraal huisvestingsplan.

Gelijke kansen agenda/ Lokale Educatieve Agenda
Bij gelijke geschiktheid (gelijk talent en motivatie) hebben kinderen en jongeren niet altijd dezelfde kansen als gevolg van opgroeien in ongunstige omstandigheden. Risicostapeling van deze ongunstige omstandigheden zijn nog eens extra ongunstig voor de ontwikkeling van de verdere schoolloopbaan van kinderen. In de Lokale Educatieve Agenda (LEA) 2023-2027 geven wij daarom aan hoe wij kansengelijkheid willen vergroten voor alle kinderen en jeugdigen van 0 – 27 jaar. En hoe wij preventief (eerder in het leven van een kind) inzetten, dat op de langere termijn effect moet hebben (binnen onderwijs en jeugdhulp). Ook beschrijven wij in de LEA onze wettelijke taken, zoals het onderwijsachterstandenbeleid (o.a. het bieden van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) voor peuters).
De inzet op gelijke kansen beperkt zich niet tot het onderwijs. Daarom zien wij een relatie met ons armoedebeleid (programma 6), onze integrale gebiedsgerichte gezondheidspreventie en met 'Kansrijke start' (programma 7).

Integraal Huisvestingsplan
Wij werken samen met de schoolbesturen aan de ontwikkeling van een Integraal Huisvestingsplan (IHP) voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor de huisvesting van het primair (speciaal) - en het voortgezet (speciaal) onderwijs en het wordt voor gemeenten een wettelijke verplichting om een breed IHP op te stellen.
Het IHP zet uiteen hoe de gemeente samen met de schoolbesturen de komende jaren - lange termijn 2050 - integraal en planmatig investeert in de huisvesting van het onderwijs, rekening houdend met de bevolkingsontwikkelingen in (de wijken van) Hengelo. Met de in de Zomernota 2023-2027 toegekende investeringsruimte voor de komende jaren, wordt in het eerste kwartaal de businesscases als onderlegger voor het IHP afgerond. Daarmee kan het in het najaar van 2023 gestarte traject om te komen tot een meerjaren uitvoeringsplan worden opgenomen in het definitieve IHP en ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd.

Het definitieve IHP maakt de benodigde investeringen op de lange(re) termijn inzichtelijk en resulteert in een uitvoeringsplan voor de komende zeven jaar, waarbij het IHP vierjaarlijks wordt herijkt. Het uitvoeringsplan 2024-2030 biedt inzicht in de kosten voor de investeringen die voor de planperiode nodig zijn om passende en adequate huisvesting voor de scholen binnen de gemeente Hengelo te waarborgen en de meerjarige gevolgen daarvan voor de gemeentebegroting in beeld te brengen. Mogelijke oplossingen in het uitvoeringsplan zijn, onder andere, nieuwbouw, uitbreiding of renovatie van een (bestaande) school, maar ook het verbeteren van het binnenklimaat en technische installaties.

Relevante beleidsnota's

Verbonden partijen

Niet van toepassing.

Wat willen we bereiken?

4.1 Kinderen en jongeren in Hengelo krijgen ook door kwalitatief goed onderwijs gelijke kansen in de maatschappij

4.1.1 Minder kinderen en jongeren in Hengelo hebben een onderwijsachterstand

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Percentage leerlingen van 2,5 tot 13 jaar in Hengelo met het hoogste risico op onderwijsachterstanden (%)1

15%(2019)
15%(2021)

15%

15%

14%

14%

14%

14%

Percentage peuters uit de doelgroep dat gebruik maakt van voorschoolse educatie (=bereik) (%)2

80%

80%

80%

81%

82%

83%

  1. Het hoogste risico op onderwijsachterstanden wordt bepaald op basis van het opleidingsniveau van zowel de moeder als de vader, het land van herkomst van de ouders, of ouders in de schuldsanering zitten, de verblijfsduur van de moeder in Nederland en het gemiddelde opleidingsniveau van moeders van leerlingen op school.
  2. De doelgroep zijn peuters met risico op onderwijsachterstand volgens definitie van de gemeente.

4.1.2 Meer jongeren behalen een startkwalificatie

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Percentage jongeren (16 t/m 22 jaar) dat de school verlaat voordat een startkwalificatie is behaald (%)1

10,7%(2018/2019)
10,4%(2019/2020)
1,9%(2020/2021)2

1,9% (2020/2021)

10,4%

1,9%

1,9%

1,9%

1,9%

  1. Startkwalificatie: Een leerling beschikt over een startkwalificatie met een havo- of vwo-diploma of met een mbo-2 diploma. Een vmbo-diploma of een mbo-1 diploma volstaat niet als startkwalificatie. Een in Nederland gangbare leeftijdsgrens is 23 jaar bij schoolverlaten. Dat wil zeggen dat personen die bij schoolverlaten 23 jaar of ouder zijn en niet beschikken over een startkwalificatie niet tot de voortijdig schoolverlaters worden gerekend.
  2. De monitor is de afgelopen jaren veranderd. Dat eerdere percentage was op een andere manier opgebouwd, vandaar dat het veel hoger is. Het is dus niet zo dat we nu ineens veel minder VSVers hebben.

4.2 Schoolgebouwen in Hengelo worden optimaal gebruikt

4.2.1 Schoolgebouwen passen beter bij de leerlingenaantallen

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Bezettingsgraad (%): benodigde aantal m2 gebaseerd op leerlingaantallen op basis van de verordening/beschikbare aantal m2 schoolgebouw

73%(2020)

73%(2020)

75%

75%

75%

75%

75%

4.2.2 Schoolgebouwen in Hengelo worden multifunctioneler gebruikt, zoals voor kinderopvang (integrale kindcentra)

Beleidsindicatoren

Peilwaarde

Jaarstukken

Streefwaarden begroting:

(jaar):

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Percentage schoolgebouwen voor het basisonderwijs in Hengelo dat een integraal kindcentrum bevat (%)

34%(2021)
35%(2022)

35%

34%

35%

35%

35%

35%

Wat gaan we daarvoor anders doen in 2024?

4.1 Kinderen en jongeren in Hengelo krijgen ook door kwalitatief goed onderwijs gelijke kansen in de maatschappij

4.1.1 Minder kinderen en jongeren in Hengelo hebben een onderwijsachterstand

  • De gemeente Hengelo geeft, samen met partners, uitvoering aan de actielijnen uit de nieuwe LEA. Wij investeren ongelijk, dat wil zeggen dat wij inzetten op scholen en wijken daar waar het het meest nodig is.

  • Wij zetten in op het versterken van de interactiekwaliteit met (jonge) kinderen ter bevordering van de taal- en denkvaardigheid. En op ouderbetrokkenheid. Dit doen wij onder andere door deelname aan het project ‘Basisvaardigheden preventie en onderwijs’, waarbij wordt ingezet op een kansrijke startpositie voor alle leerlingen bij de start van groep drie en op doorlopende intensieve samenwerking met (aankomende) ouders.

Met betrekking tot de indicatoren: Met het oog op het doel dat wij willen behalen, laten wij de streefwaarden van beide indicatoren licht oplopen. Bij de eerste indicator omdat wij hier weinig invloed op hebben (vanwege relatie met de achtergrond van de ouders). Bij de tweede indicator omdat het een nieuwe indicator is.

4.1.2 Meer jongeren behalen een startkwalificatie

  • Met de wetswijziging ‘van school naar werk’ (ingangsdatum medio 2025) wordt de doelgroep van RMC uitgebreid en de leeftijdsgrens opgetrokken van 23 jaar naar 27 jaar. In 2024 werken wij vanuit de Twentse Belofte vooruitlopend hierop aan een regionale aanpak voor deze doelgroep. Dit doen we samen met het Middelbaar Beroepsonderwijs, Voortgezet speciaal onderwijs en Praktijkscholen.

Met betrekking tot de indicator: Door de naweeën van de Corona-pandemie verwachten wij dat het aantal jongeren, dat de school verlaat voordat een startkwalificatie is behaald, bij de nieuwe meting hoger uitvalt. Wij proberen dit met inzet vanuit onder andere het Nationaal Programma Onderwijs en de LEA te beperken. Vooralsnog passen wij de streefwaarden daarom niet aan.

4.2 Schoolgebouwen in Hengelo worden optimaal gebruikt

4.2.1 De schoolgebouwen passen beter bij de leerlingenaantallen

  • De gemeente Hengelo stelt in 2024 het Integraal huisvestingsplan onderwijs (IHP) voor de periode 2023-2050 vast. Vanuit de in 2023 gestarte businesscases maken wij per school of wijk inzichtelijk welke huisvestingsmaatregelen op welk moment nodig zijn; vanuit vast te stellen kaders voor kwaliteit, duurzaamheid en functionaliteit. Wij zetten in op goede schoolgebouwen die inpandig voldoende ruimte bieden aan ons huidige aantal Hengelose leerlingen, maar die ook aan te passen zijn aan een stijgend aantal leerlingen vanuit onze ambitie om als stad te groeien.

  • In het IHP nemen wij een uitvoeringsprogramma op voor de periode tot 2030. Het uitvoeringsprogramma beschrijft de huisvestingsmaatregelen voor de scholen die als eerste aangepakt worden. Die keuze van scholen volgt uit de roadmap die de schoolbesturen gezamenlijk hebben opgesteld. Zie 23-FP-4.5.

4.2.2 Schoolgebouwen in Hengelo worden multifunctioneler gebruikt, zoals voor kinderopvang (integrale kindcentra)

  • In het IHP en in de daaruit voortkomende uitvoeringsplannen, zetten wij in op een efficiënt gebruik van schoolgebouwen. Zowel in de inpandige samenwerking met kernpartners als bijvoorbeeld kinderopvang, maar ook in de verbinding met de wijk (op het gebied van onder andere zorg en welzijn). De functie van de school in de wijk gaan wij nadrukkelijker versterken, afhankelijk van de specifieke behoeften in de wijk, inzetten voor en ten gunste van alle inwoners van die betreffende wijk.

Met betrekking tot de indicatoren: Het Integraal huisvestingsplan leidt mogelijk tot aanpassing van de streefwaarden van beide indicatoren. Met betrekking tot 4.2.2 zien wij dat het percentage schoolgebouwen voor het basisonderwijs dat een integraal kindcentrum bevat licht is gestegen. Dit komt door de sluiting van een onderwijsinstelling waar geen integraal kindcentrum was gevestigd. Daarop passen wij de streefwaarde aan.

Wat blijven we doen?

In deze paragraaf beschrijven wij ook de activiteiten die (in het kader van de transformatie) in gang zijn gezet en die wij in 2024 voortzetten en/of doorontwikkelen.

Onderwijsbeleid en leerlingenvervoer

  • Wij voeren de wettelijke taken uit rond het openbaar onderwijs, zowel bestuurlijk als financieel. Hiervoor sturen de stichtingen jaarlijks hun begroting en jaarrekening ter kennisname naar de gemeenteraad. Daarnaast wordt er tweejaarlijks een bijeenkomst georganiseerd tussen de directeur-bestuurder en raad van toezicht van beide stichtingen met de gemeenteraad.

  • Wij continueren de passende Buitenschoolse opvang voor schoolgaande kinderen tot 13 jaar (BSO+), als onderdeel van de basisondersteuning. Wij zetten het als doordeweeks alternatief in voor groepsbegeleiding vanuit de huidige OB1 (ondersteuningsbehoefte 1).

  • Wij zetten de Jeugdhulpteams (JHT) op school voort tot en met juli 2025 en ontwikkelen het samen verder met het onderwijs en de jeugdhulppartners. Zie programma 6 en 23-FP-6.2.

  • Wij werken op het basisonderwijs verder met het preventieteam jeugd, om zo licht en nabij mogelijk ondersteuning te bieden. De Schoolzorgondersteuners (SZO) maken daarvan een integraal onderdeel uit (23-FP-6.3).

  • Wij werken aan gelijke kansen door samen met het onderwijs en andere maatschappelijke partners de 'Rijke Schooldag' verder te ontwikkelen. Met de Rijke Schooldag in het primair en voortgezet onderwijs geven wij impuls aan de brede talentontwikkeling. Met aanvullende activiteiten (naast het reguliere lesaanbod) op het gebied van sport, cultuur, cognitieve begeleiding en sociaal-emotionele ontwikkeling.

  • Wij blijven ons inzetten om onderwijsachterstanden te voorkomen en te bestrijden in de voorschoolse periode en het primair onderwijs. Wij doen dit door in te zetten op voldoende en kwalitatief goede plekken voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en zorgen voor een goed bereik van de voorschool.

  • Wij bieden leerlingen in de basisschoolleeftijd op maat (taal)ondersteuning.

  • In samenwerking met het onderwijs (primair onderwijs, voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs) en het Expertisecentrum Jonge Kind ontwikkelen wij de zorgstructuur in het onderwijs door.

  • Wij blijven ons inzetten op het bestrijden en voorkomen van verzuim bij jongeren (23-FP-4.1). Samen met het onderwijs, zorg en arbeid geven wij uitvoering aan de 'Nieuwe Twentse Belofte' (regionaal programma met maatregelen ter voorkoming en bestrijding van voortijdig schoolverlaten van jongeren tussen de 12 en 23 jaar). Samen met het onderwijs zetten wij in op het voorkomen dat jongeren de school vervroegd verlaten en het begeleiden van jongeren terug naar school of naar werk. Jongeren zonder startkwalificatie die een kwetsbare overstap maken van school naar school of van school naar werk blijven wij volgen tot hun 27e levensjaar om vroegtijdig een effectieve samenhangende aanpak in te kunnen zetten en daarmee dure zware zorg te voorkomen en/of vervangen.

  • Integrale vervoersondersteuning staat voorop, zo ook binnen het leerlingenvervoer (23-FP-4.2). Met waar mogelijk aandcht voor het zelfstandig reizen naar school, bijvoorbeeld met behulp van een reismaatje.

  • Wij zetten ons in voor de ontwikkeling van volwassenen door het coördineren en organiseren van activiteiten om taal- en rekenvaardigheden voor volwassenen te bevorderen.

  • Wij blijven inzetten op alfabetisering en het tegengaan van lage basisvaardigheden onder verschillende doelgroepen. Wij benutten onze infrastructuur waarin wij samenwerken met partners om laaggeletterdheid te traceren en vervolgens te verhelpen.

Onderwijshuisvesting

  • Wij werken, in samenspraak met het onderwijsveld, aan een evenwichtige spreiding van optimaal benutte schoolgebouwen in de stad.

  • Wij stellen samen met schoolbesturen, vanuit de kaders van het IHP, een uitvoeringsprogramma onderwijshuisvesting op over ver- nieuwbouw en aanpassing renovatie van gebouwen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs.

  • Om bewegingsonderwijs de ondersteunen stellen wij voldoende en functionele gymnastieklokalen ten behoeve van het onderwijs beschikbaar.

Wat mag het kosten?

Taakveld

Saldo rekening 2022

Saldo begroting 2023

Lasten begroting 2024

Baten begroting 2024

Saldo begroting 2024

Verschil 2024 - 2023

4.1 Openbaar basisonderwijs

-

2

-

2

2

0

4.2 Onderwijshuisvesting

-5.051

-5.555

6.583

991

-5.592

-37

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken

-1.505

-2.404

5.939

3.272

-2.667

-263

Totaal 4 Onderwijs

-6.557

-7.957

12.522

4.265

-8.257

-300

Taakveld

Saldo begroting 2024

Saldo begroting 2025

Saldo begroting 2026

Saldo begroting 2027

4.1 Openbaar basisonderwijs

2

2

2

2

4.2 Onderwijshuisvesting

-5.592

-5.638

-5.723

-6.163

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken

-2.667

-2.981

-3.140

-3.044

Totaal 4 Onderwijs

-8.257

-8.617

-8.861

-9.206

Financiële toelichting

4.2 Onderwijshuisvesting (€ 37.000 nadeel)

  • In 2023 is € 250.000 budget beschikbaar gesteld voor voorbereidingskosten van het IHP (23-FP-4.5). Deze deze voorbereidingskosten zijn eenmalig, en leiden tot een voordeel in 2024 ten opzichte van 2023. De ontwikkeling van de lasten over de jaren na 2024 wordt met name veroorzaakt door het IHP en wijzigingen in de verwachte kapitaallasten.

  • In 2023 zal het pand aan de M.A. de Ruyterstraat nogmaals voor een kalenderjaar gehuurd worden van het Saxion (23-FP-4.4). Met de verwachting dat het pand in 2024 wordt aangekocht, leidt in 2024 tot een voordeel van € 137.000 ten opzichte van 2023.

  • Door ontwikkelingen van het scholenbestand en onderwijsleerpaketten wijzigen de kapitaallasten jaarlijks. Het nadeel hiervan bedraagt € 227.000. Een voorbeeld van deze mutatie is het voorbereiden op toekomstige kapitaallasten voor aankoop van de M.A. De Ruyterstraat.

  • Het resterende verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door prijsindexatie, rentelasten en toerekening van uren.

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken (€ 263.000 nadeel)

  • In verband met het toenemend aantal verzuimmeldingen is de formatie leerplichtambtenaren uitgebreid tot en met 2026 (23-FP-4.1). Ten opzichte van 2023 betekent dit per saldo een nadeel van € 122.000.

  • Wij hebben het leerlingenvervoer regionaal opnieuw aan moeten besteden en dit leidt tot een uitzetting van lasten van € 147.000 in 2024 ten opzichte van 2023 (23-FP-4.2).

  • Voor 2023 verwachten wij van centrumgemeente Enschede voor RMC taken een subsidie van € 276.000. Voor 2024 en verder verwachten we, in afwachting van de definitieve geldstromen, € 211.000 te ontvangen. Dit leidt vooralsnog tot een nadeel van € 65.000.

  • Zoals aangegeven in de Zomernota (23-FP-4.3) zijn de budgetten voor onderwijsbeleid herzien. Dit leidt in 2023 tot een voordeel van € 356.000 en in 2024 tot een voordeel van € 291.000, per saldo voor het begrotingsvergelijk een nadelig verschil van € 65.000.

  • Voor de Jeugdhulpteams voeren wij een pilot tot medio 2025 uit. De bijbehorende lasten zitten grotendeels in programma 6 en de dekking vindt plaats vanuit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Dit leidt meerjarig tot mutaties, voor 2024 tot een voordeel van € 314.000, aflopend in 2025 naar € 183.000 (Zomernota 23-FP-6.1).

  • De pilot BSO+ is voor 2024 incidenteel bekostigd vanuit de middelen onderwijsachterstandenbeleid, dit leidt tot een voordeel van € 150.000.

  • Het doorvoeren van de kostprijsdekkende huur (Zomernota 23-FP-9.17) is gemeentebreed budget neutraal, maar leidt op dit taakveld tot een voordeel van € 20.000.

  • De totaaltelling van deze opsomming laat een voordeel zien terwijl het verschil een nadeel bedraagt. Het resterend verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door prijsindexatie van budgetten. Daarnaast spelen kleine mutaties rentelasten en toerekening van uren mee.

Risico's

We zien een landelijke trend waarbij er een (groot) tekort is aan leraren en pedagogisch medewerkers. Dit speelt ook bij de scholen en kinderopvang in Hengelo. Wij hebben als gemeente echter wel een wettelijke taak in het bieden van voldoende en kwalitatief goede voor- en vroegschoolse educatie plekken. De gemeente gaat niet over de inzet van leraren en pedagogisch medewerkers, we zijn daarin afhankelijk van de overkoepelende onderwijsstichtingen en kinderopvangorganisaties. Hier hebben we als gemeente niet direct invloed op.

We kunnen alleen de randvoorwaarden scheppen voor kwalitatief goed onderwijs en voor- en vroegschoolse educatie. Wat het lastig maakt is de onzekerheid van inkomsten vanuit het rijk voor extra aandacht en zorg voor leerlingen. En wat hier de impact voor Hengelo voor is. Ook ontwikkelingen rondom de gratis kinderopvang zal van invloed zijn op de voorzieningen in Hengelo, maar of de plannen doorgaan is nog erg onzeker.

We zien ook een risico in segregatie in wijken en scholen in Hengelo, wat kan leiden tot toenemende kansenongelijkheid. Inwoners zijn bereid om buiten hun woonwijken kinderen naar school van hun voorkeur te brengen, dit kan segregatie verder in de hand werken.   

Om schoolgebouwen zo optimaal mogelijk te gebruiken wordt, naast de functie als Integraal Kind Centrum (IKC) al snel gedacht aan inzet voor verschillende doelgroepen en functies. Daarvoor is het nodig dat gebouwen goed toegankelijk zijn. Belangrijk is aandacht te houden voor de veiligheid van de kinderen. Daarnaast kan er sprake zijn van ‘concurrentie’ met ander maatschappelijk vastgoed zoals wijkcentra en verenigingen. Of het wegvallen van voorzieningen indien schoolgebouwen gesloten moeten worden.

Heel actueel is het integraal huisvestingsplan voor onderwijs waarin de gemeente investeert in adequate huisvesting voor Hengelose leerlingen in het primair, voortgezet en speciaal (basis) onderwijs. Aan dit plan zitten risico’s op het gebied van financiën, ambitie in tempo en omvang en juridische risico’s.

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd