Financiële ontwikkelingen - Van Zomernota naar Beleidsbegroting

Financieel perspectief

De nu voorliggende Beleidsbegroting 2024-2027 is een vertaling van de uitwerking van de vastgestelde Zomernota 2023-2027. Tevens is de begroting op detailniveau geactualiseerd. Hierbij hebben we zo realistische mogelijke inschattingen van de ramingen gemaakt op basis van de inzichten medio september 2023.

Uitgangspunt in onderstaande tabel is het financieel perspectief op basis van de Zomernota 2023-2027 (hoofdstuk 6). Inclusief de gedetailleerde uitwerking van de begroting leidt dit tot het volgend financieel perspectief voor de komende jaren (- = nadeel; bedragen * € 1.000):

2024

2025

2026

2027

Zomernota 2023-2027

-

-

-2.237

-4.550

Nieuwe ontwikkelingen in de begroting:

1. Amendementen en moties Zomernota 2023-2027 (gemeenteraad 19 juli 2023)

-50

-50

-50

-50

2. Indexering/tarieven sociaal domein

344

381

425

426

3. Verwachte gemeentefondsinkomsten - bijstelling stelpost uitkomst onderzoek jeugdzorg

-425

-456

4. Detailuitwerking begroting nieuwe jaarschijf 2027

984

5. Overige verschillen detailuitwerking begroting

176

688

889

703

Totaal begrotingssaldo 2024-2027

471

1.019

-1.399

-2.942

Het begrotingssaldo 2024-2027 is voor de jaren 2024 en 2025 positief. Voor de ravijnjaren 2026 en 2027 is het saldo negatief. De negatieve saldi worden m.n. veroorzaakt door te weinig compensatie van Rijk in de gemeentefondsuitkering voor inflatie en de bekostiging van taken voor gemeenten. Op het eind van deze paragraaf gaan we in op het structureel begrotingssaldo.

Nieuwe ontwikkelingen in de begroting

1. Amendementen en moties Zomernota 2023-2027 (gemeenteraad 19 juli 2023)

In de gemeenteraad van 19 juli jl. over de Zomernota 2023-2027 is besloten tot het volgende amendement en twee moties met (directe) financiële consequenties:

  • C01-A02: Amendement tarief bevriezen hondenbelasting (€ 50.000 nadeel structureel) 

  • C01-M03: Laat de beiaardier klinken (€ 12.500 ten laste van de algemene reserve)

  • C01-M08: Motiemarkt 2023/2024 (€ 100.000 ten laste van de algemene reserve)

2. Indexering/tarieven sociaal domein

Indexering lasten (BUIG-)uitkeringen

Bij de detailuitwerking van de financiële analyses van deze Beleidsbegroting hebben we geconstateerd dat de lasten voor de (BUIG-)uitkeringen in het kader van de Participatiewet te hoog zijn opgenomen in de Zomernota 2023-2027. Dit structurele bedrag vanaf 2024 wordt nu in de begroting neerwaarts bijgesteld.
Als uitgangspunt voor de begrote baten en lasten van de BUIG hanteren wij dat het saldo van lasten en baten voor de BUIG budgetneutraal zou moeten zijn. De indexering die van toepassing is op de BUIG, krijgen wij gecompenseerd vanuit het Rijk en is dus reeds meegenomen in de budgettair neutrale verwerking van deze baten en lasten.
Ten tijde van het opstellen van de financiële analyses van deze Beleidsbegroting is gebleken dat de lasten te hoog zijn opgenomen, door een onterechte toepassing van een (extra) indexering van circa € 2,8 miljoen vanaf 2024.

Reële tarieven sociaal domein

Landelijke regelgeving schrijft voor dat tarieven in de Wmo en jeugdzorg voldoende dekkend moeten zijn. Regionaal wordt daarom nu een onderzoek gedaan naar de huidige tarieven van het Twents Model Jeugd en Wmo 2015 met de vraag of deze reëel zijn. Uit dit onderzoek zullen aanbevelingen voor de tariefopbouw volgen. Besluitvorming hierover zal later dit jaar plaatsvinden. De verwachting is dat we op dit moment niet voor alle zorgvormen reële tarieven betalen en dat we dus de tarieven van enkele zorgvormen zullen moeten bijstellen. Daarom hebben wij, vooruitlopend op de besluitvorming, een voorlopige inschatting gemaakt van het financiële effect hiervan. Deze effecten hebben wij opgenomen in de voorliggende begroting. Het betreft in totaal circa € 2,4 miljoen structureel. De aangepaste tarieven worden met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 vastgesteld. Dit heeft dus ook effect in 2023. Dit wordt verwerkt in de 2e Beleidsrapportage 2023. Na besluitvorming weten wij wat het daadwerkelijke effect zal zijn en komen wij hierop terug in het eerstvolgende P en C-document.

3. Verwachte gemeentefondsinkomsten - bijstelling stelpost uitkomst onderzoek jeugdzorg

Op basis van de meicirculaire 2023 van het gemeentefonds zijn de jeugdmiddelen bijgesteld in de Zomernota 2023-2027.
Inmiddels heeft de provincie ons geïnformeerd over het provinciaal toezichtkader ‘Afspraken jeugdmiddelen in meerjarenraming’. Naar aanleiding van dit kader blijkt dat voor de jaren 2026 en 2027 aanvullende uitnames uit het gemeentefonds worden gedaan voor de Uitvoeringskosten Hervormingsagenda en centrale investeringen vanuit de Commissie van Wijzen. Dit betekent voor de gemeente Hengelo neerwaartse bijstellingen van de inkomsten voor de jaren 2026 en 2027 van respectievelijk € 425.000 en € 456.000, zodat uiteindelijk resteert in 2026 € 1,456 miljoen en in 2027 € 1,082 miljoen.

4. Detailuitwerking begroting nieuwe jaarschijf 2027

De detailuitwerking van de begroting leidt voor de (nieuwe) jaarschijf 2027 ten opzichte van 2026 tot een voordeel van € 984.000. Dit heeft te maken met fluctuaties in verschillende ramingen door bijv. incidentele lasten voor een bepaalde periode, fluctuaties in de meerjarenramingen. Voorbeelden zijn incidentele middelen t/m 2026 voor ondersteuning kinder- en jeugdraad, invoering Wet open overheid. Daarnaast zijn er in 2027 lagere toevoegingen aan de algemene reserve (oorspronkelijk) en de algemene reserve grondexploitatie (lagere rentecompensatie).

5. Overige verschillen detailuitwerking begroting

De realistische uitwerking van de begroting op detailniveau leidt tot diverse mutaties in de hele begroting.
Dit effect vertaalt zich voor de komende jaren o.a. in voordelen op de rente van de financieringsbehoefte en de kapitaallasten (rente en afschrijving). Door de actualisering van de kapitaallasten vindt er een verschuiving plaats over de begrotingsjaren. Bij de actualisatie van alle (vervangings-) investeringen is opnieuw gekeken naar het verwachte jaar van realisatie en in gebruik name. Dit geldt zowel voor de rente dan wel de afschrijving op de taakvelden.
Daarnaast hebben we te maken met effecten in de 'gesloten circuits'. Met gesloten circuits worden die onderdelen in de begroting bedoeld die zichzelf 'bedruipen' en die niet rechtstreeks van invloed zijn op het begrotingsssaldo. Deze onderdelen zijn de grondexploitaties, rioolheffing en afval. De voordelen en nadelen van deze circuits worden uiteindelijk verrekend met respectievelijk de algemene reserve grondexploitatie, de voorzieningen riolering en afval en komen dus niet ten gunste of ten laste van het begrotingssaldo.

Structureel begrotingssaldo 2024-2027

Zoals in de Zomernota 2023-2027 aangegeven is het uitgangspunt om, in het kader van het provinciaal toezicht, een structureel sluitende Beleidsbegroting voor de jaarschijf 2024 aan te bieden aan de gemeenteraad. Voor het provinciaal toezichtkader is het van belang dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is. De gemeenteraad is uiteindelijk verantwoordelijk voor een structureel sluitende gemeentebegroting.

Het structureel begrotingssaldo wordt gepresenteerd in onderstaand overzicht. Op de eerste regel wordt het resultaat (saldo baten en lasten) voor bestemming gepresenteerd, dat wil zeggen het resultaat zonder mutaties in de reserves. De totale mutaties van de reserves worden op de tweede regel getoond. Deze 2 onderdelen leiden samen tot het begrotingssaldo 2024-2027 als zijnde het resultaat na bestemming. Voor deze 3 onderdelen verwijzen wij voor de cijfermatige onderbouwing naar bijlage 7.1.2. Baten en lasten per programma.

Dit is dan het begrotingssaldo als het verschil tussen de totale lasten en de totale baten. Hierbij is echter geen rekening gehouden met het onderscheid tussen structurele en incidentele baten en lasten. Om de structurele begrotingsruimte te bepalen worden de totale lasten en baten verminderd met de incidentele baten en lasten. De incidentele baten en lasten zijn in bijlage 7.1.3 weergegeven. In deze bijlage is te zien dat de totale incidentele lasten in de periode 2024-2027 hoger zijn dan de totale incidentele baten, hetgeen voor alle jaren een gunstig/positief effect heeft op het structurele begrotingssaldo. Het structurele begrotingssaldo ziet er als volgt uit (bedragen * € 1.000):

2024

2025

2026

2027

Saldo baten en lasten voor bestemming/resultaat voor bestemming (zie bijlage 7.1.2)

-4.747

4.967

-1.552

-764

Saldo toevoegingen en onttrekkingen aan reserves/mutaties reserves (zie bijlage 7.1.2)

5.218

-3.948

153

-2.179

Begrotingssaldo 2024-2027/resultaat na bestemming (zie bijlage 7.1.2/paragraaf 3.2)

471

1.019

-1.399

-2.942

Waarvan saldo incidentele baten en lasten (zie bijlage 7.1.3)

3.835

9.477

829

1.058

Structureel begrotingssaldo 2024-2027

4.306

10.496

-570

-1.884

Het structureel begrotingssaldo 2024 is € 4,3 miljoen positief. In het kader van het provinciaal toezicht is dit voor het begrotingsjaar 2024 voldoende. In 2025 is het saldo ook nog goed, maar vanaf 2026 en 2027 is het effect van de ravijnjaren te zien in een negatief structureel begrotingssaldo. Het structureel begrotingssaldo wordt ook in paragraaf 6.2.5 ‘Kengetallen’ toegelicht.

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd